SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
11 mars 2013 11 maart 2013
________________
Question écrite n° 5-8453 Schriftelijke vraag nr. 5-8453

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de l'Emploi

aan de minister van Werk
________________
Accidents du travail - Assureurs - Motifs de refus - Fonds des accidents du travail - État des lieux Arbeidsongevallen - Verzekeraars - Weigeringsgronden - Fonds voor Arbeidsongevallen - Stand van zaken 
________________
assurance accident de travail
Fonds des accidents du travail
statistique officielle
arbeidsongevallenverzekering
Fonds voor Arbeidsongevallen
officiële statistiek
________ ________
11/3/2013Verzending vraag
17/5/2013Antwoord
11/3/2013Verzending vraag
17/5/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-8453 du 11 mars 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8453 d.d. 11 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis quelques années, le nombre d'accidents du travail refusés enregistre une nette progression, passant de 2,2% en 1985 à 9,2 % en 2009. Selon une enquête de la CSC réalisée en 2011, les pratiques des compagnies d'assurances en la matière sont très divergentes. On constate également de nombreuses différences entre assureurs quant aux motifs de refus invoqués et au type d'accidents.

Voici mes questions :

1) Combien d'accidents du travail ont-ils fait l'objet d'un refus de la part des assureurs en 2010, 2011 et 2012 ? Quelle part représentent-ils par rapport au total des demandes (pourcentage) ?

2) La ministre peut-elle également indiquer le nombre de refus en 2010, 2011 et 2012, par assureur (en chiffres absolus et relatifs) ? Observe-t-on de grandes différences entre assureurs et comment les explique-t-on ?

3) Peut-elle répertorier, par assureur, les motifs de refus (absence de preuve, ..) pour les années 2010, 2011 et 2012 ? Existe-t-il de grandes différences entre assureurs et comment les explique-t-on ?

4) En tant qu'organisme de surveillance, le Fonds des accidents du travail (FAT) examine les dossiers qui ont fait l'objet d'une plainte ainsi que son propre petit échantillon de dossiers refusés.

a) Combien de dossiers le FAT a-t-il examinés après une plainte en 2010, 2011 et 2012 ? Dans combien de cas cet examen a-t-il donné lieu à une révision de la décision à l'avantage de la personne victime de l'accident du travail ?

b) Combien de dossiers le FAT a-t-il examinés au moyen de sondages en 2010, 2011 et 2012 ? Dans combien de cas cet examen a-t-il donné lieu à une révision de la décision à l'avantage de la personne victime de l'accident du travail ?

4) Certaines des données demandées ainsi que d'autres avaient déjà été demandées par une étudiante dans le cadre d'une thèse de doctorat relative à la politique des assurances accidents du travail en matière de reconnaissance des accidents du travail. Cette demande a toutefois été rejetée par le comité de gestion du FAT, l'organisation représentative des compagnies d'assurances s'y étant opposée. La ministre trouve-t-elle cela normal compte tenu du fait que la recherche scientifique est ainsi rendue impossible et que l'on prive donc le public de toute transparence dans ce domaine ? Partage-t-elle l'avis selon lequel les assureurs donnent ainsi l'impression d'avoir quelque chose à cacher ?

 

De voorbije jaren kende het aantal geweigerde arbeidsongevallen een opvallende stijging. Van 2,2 % in 1985 naar 9,2 % in 2009. Volgens een ACV-onderzoek uit 2011 bestaan er ook heel grote verschillen tussen de verzekeringsmaatschappijen met betrekking tot het weigeren van arbeidsongevallen. Bij de verzekeraars kunnen ook veel verschillen vastgesteld worden inzake de aangehaalde weigeringsgronden alsook naargelang het soort van de ongevallen.

Hierover de volgende vragen.

1) Hoeveel arbeidsongevallen werden er geweigerd door verzekeraars in de jaren 2010, 2011 en 2012? Hoe verhoudt dit zich tot het totale aantal aanvragen (percentage)?

2) Kan de geachte minister de cijfers van het aantal weigeringen voor de jaren 2010, 2011 en 2012 tevens bezorgen per verzekeraar (absoluut en relatief)? Bestaan er grote verschillen tussen de verzekeraars en hoe verklaart zij dit?

3) Kan zij mij per verzekeraar de weigeringsgronden (geen bewijs, ...) rubriceren voor de jaren 2010, 2011 en 2012? Bestaan er grote verschillen tussen de verzekeraars en hoe verklaart zij dit?

4) Het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) onderzoekt als toezichthouder dossiers waarover klacht werd ingediend, en daarnaast ook een eigen beperkte steekproef van weigeringen.

a) Hoeveel gevallen heeft het FAO onderzocht na een klacht in de jaren 2010, 2011 en 2012? In hoeveel gevallen werd de beslissing als gevolg van dit onderzoek herzien in het voordeel van diegene met het arbeidsongeval?

b) Hoeveel gevallen heeft het FAO onderzocht bij wijze van steekproeven in de jaren 2010, 2011 en 2012? In hoeveel gevallen werd de beslissing als gevolg van dit onderzoek herzien in het voordeel van diegene met het arbeidsongeval?

4) Sommige van de gevraagde en andere gegevens werden ook al eens opgevraagd door een studente in het kader van een proefschrift over het beleid van de arbeidsongevallenverzekeraars op het vlak van de erkenning van de arbeidsongevallen. Deze aanvraag werd echter door het Beheerscomité van het FAO afgewezen ingevolge het verzet van de koepel van de verzekeringsmaatschappijen. Vindt de geachte minister dit een normale gang van zaken waarbij wetenschappelijk onderzoek onmogelijk wordt gemaakt en men elke transparantie hieromtrent aan het publiek wordt ontzegd? Gaat zij akkoord dat de verzekeraars hiermee de indruk wekken dat ze iets te verbergen hebben?

 
Réponse reçue le 17 mai 2013 : Antwoord ontvangen op 17 mei 2013 :

La question est de la compétence de mon collègue, M. Ph. Courard, Secrétaire d’État aux Affaires Sociales, aux Familles et aux Personnes Handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique.

De vraag behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, de heer Ph. Courard, staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico’s, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.