| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2012-2013 | Zitting 2012-2013 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 8 mars 2013 | 8 maart 2013 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-8419 | Schriftelijke vraag nr. 5-8419 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
à la ministre de la Justice |
aan de minister van Justitie |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Jurés - Directives - Médias sociaux - Prescriptions légales | Juryleden - Richtlijnen - Sociale media - Wettelijke voorschriften | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| juridiction pénale communauté virtuelle magistrat non professionnel médias sociaux |
strafrechtspraak virtuele gemeenschap niet-beroepsmagistraat sociale media |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-8419 du 8 mars 2013 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-8419 d.d. 8 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
À l'occasion du procès De Gelder, le juge a mis en garde les jurés contre l'utilisation des médias sociaux, comme Twitter, Facebook, etc. Ces avertissements sont parfaitement compréhensibles mais existe-t-il des prescriptions légales dans ce domaine ? Mes questions sont les suivantes. 1) Quelles obligations légales les jurés d'assises doivent-ils respecter quant à l'utilisation des médias sociaux ? La législation a-t-elle déjà été adaptée à cette évolution ? 2) À partir de quel moment l'utilisation des médias sociaux par un juré - au cours du procès - est-elle considérée comme inappropriée ou inacceptable ? Qui statue à ce sujet ? 3) De quelles possibilités un juge d'assises dispose-t-il pour sévir contre des jurés qui auraient utilisé les médias sociaux de manière inappropriée (en fonction du procès) ? |
Naar aanleiding van het proces De Gelder waarschuwde de rechter de juryleden voor het gebruik van sociale media, zoals Twitter, Facebook en andere. Deze waarschuwingen klinken hoogst begrijpelijk, maar bestaan er hieromtrent wettelijke voorschriften? Hierover de volgende vragen. 1) Aan welke wettelijke verplichtingen dienen juryleden in assisenprocessen zich te houden met betrekking tot het gebruik van sociale media? Is de wetgeving hieraan al aangepast? 2) Vanaf welk moment wordt het gebruik van sociale media door een jurylid - tijdens het proces - als oneigenlijk en onaanvaardbaar beoordeeld? Wie velt dit oordeel? 3) Over welke mogelijkheden beschikt een assisenrechter om op te treden tegen juryleden die sociale media op een oneigenlijke wijze (in functie van het proces) zouden gebruiken? |
||||||||
| Réponse reçue le 18 juin 2013 : | Antwoord ontvangen op 18 juni 2013 : | ||||||||
1. L’article 281, § 1er, du Code d'Instruction criminelle, tel que remplacé par la loi du 21 décembre 2009, prévoit que le président de la cour d'assises est tenu de rappeler aux jurés leurs devoirs, en particulier leur devoir de discrétion, et de les exhorter à se tenir à l'écart des médias. 2. et 3. Tout manquement aux obligations qui découlent du serment prêté par les jurés peut aussitôt être sanctionné par l'exercice du droit de récusation. La formule du serment, prévue à l'article 290 du même Code, est la suivante : « Vous jurez et promettez d'examiner avec l'attention la plus scrupuleuse les charges qui seront portées contre N., de ne trahir ni les intérêts de l'accusé, ni ceux de la société qui l'accuse ; de ne communiquer avec personne jusqu'après votre déclaration ; de n'écouter ni la haine ou la méchanceté, ni la crainte ou l'affection ; de vous décider d'après des preuves et les moyens de défense, avec l'impartialité et la fermeté qui conviennent à une personne probe et libre ». Les jurés ne peuvent pas parler de l’affaire avec des personnes étrangères au jury. Pendant l'audience, il est interdit aux jurés de parler du procès à des tiers, à leur entourage familial ou professionnel, aux avocats, aux magistrats, aux témoins et experts, à l’accusé. Ils ne peuvent pas non plus collecter des renseignements ailleurs qu'à l'audience publique ou demander des conseils ou des informations à des tiers. Ceci vaut aussi en ce qui concerne l’utilisation des médias sociaux. Un jury d'assises est composé de douze jurés effectifs et de un à douze jurés suppléants. En cas de manquement à ses obligations, le juré peut être remplacé d'office ou à la demande d'une partie par un juré suppléant. |
1. Artikel 281,§1 van het Wetboek van strafvordering, zoals vervangen door de wet van 21 december 2009, voorziet dat de assisenvoorzitter ertoe gehouden is de juryleden te wijzen op hun plichten, in het bijzonder hun plicht tot discretie, en hen aan te sporen om zich afzijdig te houden van de media. 2. en 3. Elke tekortkoming aan de verplichtingen die voortvloeien uit de door de juryleden afgelegde eed, kan meteen bestraft worden door de uitoefening van het wrakingsrecht. De eedformule, voorzien in artikel 290 van het Wetboek van strafvordering voorziet: “Gij zweert en belooft dat gij de aan N. ten laste gelegde feiten met de grootste aandacht zult onderzoeken; dat gij geen afbreuk zult doen aan de belangen van de beschuldigde of aan de belangen van de maatschappij, die hem beschuldigt; dat gij met niemand in verbinding zult komen voordat uw verklaring is afgelegd; dat gij geen gehoor zult geven aan haat of kwaadwilligheid, aan vrees of genegenheid; dat gij zult beslissen op grond van de aangevoerde bezwaren en de middelen van verdediging, naar uw geweten en uw innige overtuiging, met onpartijdigheid en vastberadenheid zoals het een vrij en rechtschapen mens betaamt”. De gezworenen mogen over de zaak niet spreken met personen die geen deel uitmaken van de jury. Tijdens de terechtzitting is het de gezworenen verboden over het proces te spreken met derden, in hun gezins- of beroepskring, met de advocaten, de magistraten, de getuigen en de deskundigen, of met de beschuldigde. Zij mogen evenmin elders dan op de openbare terechtzitting inlichtingen inwinnen of aan derden raad of inlichtingen vragen. Dit geldt ook voor het gebruik van de sociale media. Een assisenjury bestaat uit twaalf gezworenen en uit één tot twaalf plaatsvervangende gezworenen. Bij de tekortkoming aan zijn verplichtingen kan het jurylid ambtshalve of op verzoek van een partij worden vervangen door een plaatsvervangend jurylid. |