SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
28 février 2013 28 februari 2013
________________
Question écrite n° 5-8370 Schriftelijke vraag nr. 5-8370

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________________
Projet Airbus - Soutien public - Entreprises - Devoir d'information - Aperçu - Mesures Airbusproject - Overheidssteun - Bedrijven - Informatieplicht - Overzicht - Maatregelen 
________________
industrie aéronautique
aide à l'industrie
contrôle des aides d'État
aide de l'État
luchtvaartindustrie
steun aan de industrie
toezicht op overheidssteun
overheidssteun
________ ________
28/2/2013Verzending vraag
2/4/2013Antwoord
28/2/2013Verzending vraag
2/4/2013Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-8371 Aussi posée à : question écrite 5-8371
________ ________
Question n° 5-8370 du 28 février 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8370 d.d. 28 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Différentes entreprises ont bénéficié d'un important soutien public dans le cadre des différents programmes Airbus. Les contrats précisent les obligations de rapportage de ces entreprises : des rapports périodiques doivent rendre compte de l'avancement du projet. En principe, l'administration doit recevoir les rapports tous les ans, avant une date déterminée, souvent le 31 mars. Une enquête de la Cour des comptes montre toutefois que les rapports annuels prescrits sont transmis tardivement, voire pas du tout, à l'administration. La Cour des comptes constate aussi que l'administration ne rappelle pas systématiquement les entreprises en défaut à leur devoir d'information. C'est ainsi que l'obligation contractuelle d'information a fini par s'éteindre.

1) Pourquoi n'a-t-on pas vérifié plus rigoureusement si les entreprises obéissaient à leur devoir d'information ?

2) Quelles sont les entreprises qui ont répondu complètement à leur devoir d'information ? Lesquelles l'ont fait partiellement ou tardivement, et lesquelles pas de tout ?

3) Prend-on des mesures en vue d'obtenir les information manquantes ? Pour quels projets est-ce encore pertinent ?

 

In het kader van de verschillende Airbusprogramma's kreeg een aantal ondernemingen aanzienlijke overheidssteun. De contracten in dat verband leggen nauwkeurig omschreven informatieverplichtingen op aan de begunstigde ondernemingen. Door middel van periodieke verslagen moeten de bedrijven verantwoording afleggen over het verloop van het project. De administratie moet de rapporten in principe jaarlijks vóór een welbepaald tijdstip ontvangen. Meestal is dat 31 maart. Uit het onderzoek van het Rekenhof blijkt echter dat die verplichte periodieke verslagen ofwel te laat, ofwel helemaal niet aan de administratie werden bezorgd. Het Rekenhof stelt ook vast dat de administratie de ondernemingen niet systematisch aan hun informatieplicht herinnert als zij in gebreke blijven. Daardoor is die contractuele informatieplicht een stille dood gestorven.

1) Waarom werd niet nauwkeuriger toegezien op de naleving van de informatieverplichtingen van de begunstigde bedrijven?

2) Welke van die bedrijven zijn hun informatieverplichtingen volledig nagekomen? Welke hebben dat slechts gedeeltelijk of laattijdig gedaan, en welke helemaal niet?

3) Worden er nog maatregelen genomen om de ontbrekende informatie nog op te vragen? Voor welke projecten is dat nog relevant?

 
Réponse reçue le 2 avril 2013 : Antwoord ontvangen op 2 april 2013 :

En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre ce qui suit :

Avant tout, je tiens à préciser que le rapport de la Cour des comptes n’indique pas que « ces rapports périodiques obligatoires ont été transmis avec retard à l’administration, voire pas du tout » Cette formulation laisse entendre qu’aucun rapport périodique n’est transmis à temps à l’Administration. Le rapport de la Cour des comptes indique en revanche que « Uit het onderzoek blijkt dat periodieke verslagen ofwel te laat, ofwel helemaal niet aan de administratie werden bezorgd », ce qui ne signifie certainement pas que l’administration ne reçoit pas du tout de rapport.

Au contraire, pour les trente-neuf dossiers d’avances récupérables les plus récents, à peine treize rapports d’avancement sur les cent et trois requis n’ont pas encore été reçus.

1. J’estime que, tel que dépeint ci-dessus, le respect de l’obligation d’information n’est effectivement pas total mais atteint quand même près de 90 %.

2. Les dénominations des entreprises concernées ne sont, pour des raisons compréhensibles, pas divulgués.

3. J’ai pris, dans ce cadre, les décisions suivantes :

  • chaque année, à la fin du mois de mars, une réunion aura lieu entre les services compétents au sein du Service public fédéral (SPF) Économie afin de déterminer les entreprises qui devront être contrôlées en priorité. À cette fin, un planning annuel sera établi pour les contrôles dans les entreprises. En fonction de l’avancement du projet, ces contrôles porteront, outre sur les coûts acceptables, également sur le chiffre d’affaires découlant du projet ;

  • lors de ces contrôles, s’agissant des aspects techniques/scientifiques, la présence d’un agent du SPP Politique scientifique sera demandée ;

  • des actions seront entreprises par mon Département en vue d’élaborer et de tenir à jour un tableau récapitulatif général permanent au niveau de la Plate-forme aéronautique fédérale.

Als antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen:

Eerst en vooral wens ik op te merken dat het Rapport van het Rekenhof niet stelt dat “…die verplichte periodieke verslagen ofwel te laat, ofwel helemaal niet aan de administratie werden bezorgd”. Deze formulering laat veronderstellen dat geen enkel periodiek verslag op tijd aan de Administratie wordt bezorgd. In tegendeel, het verslag van het Rekenhof stelt dat “Uit het onderzoek blijkt dat periodieke verslagen ofwel te laat, ofwel helemaal niet aan de administratie werden bezorgd.”, hetgeen zeker niet wil zeggen dat de Administratie helemaal geen rapporten ontvangt.

In tegendeel, voor de laatste negenendertig betoelagingsdossiers werden van honderd en drie vereiste vooruitgangsverslagen slechts dertien nog niet ontvangen.

1. Ik meen dat, zoals hoger geschetst, de naleving van de informatieverplichting inderdaad niet volledig is, maar toch bijna 90 % bedraagt.

2. Namen van de betrokken bedrijven worden omwille van begrijpelijke redenen, niet verstrekt.

3. Ik heb in dat kader volgende beslissingen genomen:

  • eind maart van ieder jaar zal een vergadering plaatsvinden tussen de bevoegde diensten binnen de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie om te bepalen welke firma’s prioritair moeten worden gecontroleerd. Daartoe zal een jaarlijkse planning worden opgesteld voor de controles bij de firma’s. Deze controles zullen naargelang de voortgang van het project naast de aanvaardbare kosten, ook het zakencijfer betreffen dat uit het project voortvloeit ;

  • bij deze controles zal, voor wat betreft de technisch/wetenschappelijke aspecten, de aanwezigheid gevraagd worden van een ambtenaar van de POD Wetenschapsbeleid ;

  • er zal door mijn Departement actie genomen worden om op het niveau van het Federaal Luchtvaartplatform een permanente globale overzichtstabel op te maken en up-to-date te houden.