SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
28 février 2013 28 februari 2013
________________
Question écrite n° 5-8366 Schriftelijke vraag nr. 5-8366

de Bart Laeremans (Vlaams Belang)

van Bart Laeremans (Vlaams Belang)

à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie
________________
Missions accordées à des bureaux d'avocats - Réglementation - Aperçu Opdrachten gegund aan advocatenkantoren - Regelgeving - Overzicht 
________________
avocat
ministère
marché de services
aide judiciaire
marché public
advocaat
ministerie
dienstverleningscontract
rechtsbijstand
overheidsopdrachten
________ ________
28/2/2013Verzending vraag
22/4/2013Antwoord
28/2/2013Verzending vraag
22/4/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8350
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8351
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8352
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8353
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8354
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8355
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8356
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8357
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8358
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8359
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8360
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8361
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8362
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8363
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8364
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8365
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8367
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8368
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8350
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8351
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8352
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8353
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8354
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8355
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8356
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8357
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8358
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8359
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8360
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8361
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8362
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8363
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8364
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8365
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8367
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8368
________ ________
Question n° 5-8366 du 28 février 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8366 d.d. 28 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sous le gouvernement Verhofstadt II, le bureau d'avocats Uyttendaele, Gérard et Associés s'est retrouvé au centre d'une tempête politique lorsqu'il est apparu qu'il se voyait confier de très nombreuses affaires par différents départements fédéraux. On pouvait se demander si la réglementation relative aux marchés publics avait été respectée et s'il n'y avait pas de confusion d'intérêts, Maître Uyttendaele, époux de madame Onkelinx, n'étant évidemment pas un spectateur neutre.

Par dessus le marché, la fuite d'un courriel erronément adressé a montré que maître Uyttendaele exhortait ses contacts au PS à lui donner encore davantage de dossiers. Comme si sa position dominante à l'échelon fédéral ne suffisait pas, il souhaitait une part encore plus importante aux niveaux régionaux et communaux. Il citait entre autres la Région wallonne, la Région de Bruxelles-Capitale, la Communauté française, les villes de Bruxelles, Charleroi et Mons, la SNCB, la Poste, Belgacom et diverses institutions d'utilité publiques, pararégionales et para communautaires.

De 2006 à 2009, les parlementaires ont posé de nombreuses questions à ce sujet, mais la question d'une possible confusion d'intérêts, ou d'un éventuel traitement de faveur dudit cabinet, n'a jamais été élucidée au fond.

Nous sommes quatre gouvernements plus tard, mais le cabinet Uyttendaele, Gérard et Associés gagne encore un pactole grâce aux nombreuses affaires qui lui sont confiées par les autorités, et l'épouse du premier nommé a fait partie de tous ces gouvernements, y compris le présent. Le problème reste donc aussi actuel que sous l'ère Verhofstatdt.

1) Depuis que le gouvernement est en fonctions, à quels cabinets d'avocats votre département ou des divisions de celui-ci ont-ils fait appel ? Combien de dossiers a-t-on confiés à chacun, et pour quels honoraires ?

2) Les révélations sur l'époque Verhofstadt II ont-elles conduit votre département à revoir ou à préciser la réglementation ? Si oui, dans quel sens ?

 

Tijdens de regering Verhofstadt II kwam het advocatenkantoor Uyttendaele, Gérard & co in een politieke storm terecht, toen bleek dat dit kantoor zeer veel opdrachten kreeg van verschillende federale ministeries. Het was toen niet duidelijk of daarbij de regels inzake openbare aanbestedingen waren gerespecteerd, en het was evenmin duidelijk of er geen belangenvermenging in het spel was. Meester Uyttendaele was als echtgenoot van mevrouw Laurette Onkelinx natuurlijk geen neutrale buitenstaander.

Alsof dat nog niet erg genoeg was, lekte kort daarop een verkeerd geadresseerd mailbericht uit, waarin meester Uyttendaele zijn contacten binnen de PS aanspoorde om hem nóg meer opdrachten toe te spelen. Zijn toppositie op het federale niveau was nog niet voldoende, hij wilde ook een nóg groter deel van de opdrachten van de verschillende regionale en stedelijke niveaus. Hij noemde onder andere het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap, de stad Brussel, de stad Charleroi, de stad Bergen, de NMBS, De Post, Belgacom en diverse Instellingen van Openbaar Nut, pararegionalen en paracommunautaires.

Tussen 2006 en 2009 werden talrijke parlementaire vragen over die kwestie gesteld, maar het probleem van de mogelijke belangenvermenging, of van een mogelijke voorkeursbehandeling van het genoemde advocatenkantoor, werd nooit ten gronde uitgeklaard.

Intussen zijn er vier regeringen gekomen en gegaan, maar het kantoor van Uyttendaele, Gérard en co verdient nog altijd fortuinen dankzij de vele overheidsopdrachten, en zijn echtgenote Laurette Onkelinx heeft sindsdien in alle regeringen een ministerportefeuille bekleed, ook in de huidige. Het probleem blijft dus even actueel als ten tijde van Verhofstadt.

1) Op welke advocatenkantoren hebben uw departement en/of onderdelen ervan beroep gedaan sinds het aantreden van deze regering? Hoeveel dossiers werden aan elk kantoor toevertrouwd, en welk bedrag werd daarvoor aan elke kantoor uitbetaald?

2) Hebben de onthullingen uit de periode Verhofstadt II in uw departement geleid tot een herziening of aanscherping van de regels? Zo ja, welke?

 
Réponse reçue le 22 avril 2013 : Antwoord ontvangen op 22 april 2013 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions. 

1) Pour la période comprise entre le 6 décembre 2011 et le 5 mars 2013, l’Office des Etrangers (OE) a fait appel aux bureaux d’avocats suivantsBureaux d’avocats néerlandophones

Cabinet Decordier : 3 263 dossiers ;

Cabinet Matterne : 3 897 dossiers. 

Bureaux d’avocats francophones

Cabinet Derriks : 2 606 dossiers ;

Cabinet Matray : 3 542 dossiers ;

Cabinet Motulsky : 2 657 dossiers ;

Cabinet Schippers : 1 112 dossiers. 

Les montants totaux sont les suivants : 

Nom

Dépenses OE 2012

Mostulsky

1 194 908,37 euros

Derriks

1 445 859,30 euros

Schippers

223 857,83 euros

Matray

399 847,50 euros

Decordier

1 608 444,69 euros

Bvba Matterne

1 649 714,41 euros

Total

6 522 632,10 euros

 

Nom

Dépenses OE 2013

Mostulsky

103 448,79 euros

Derriks

197 821,59 euros

Schippers

43 091,14 euros

Matray

96 587,61 euros

Decordier

399 521,89 euros

Bvba Matterne

249 456,38 euros

Total

1 089 927,40 euros

2) L’Office n’a pas fait appel au bureau d’avocat de monsieur Uyttendaele ni à un collaborateur de ce bureau. 

CGRA 

1) Pour assurer sa défense devant le Conseil d’État et le Conseil du contentieux des étrangers, le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) fait appel autant que possible à ses propres collaborateurs. Cette façon de faire s’avère plus efficace et garantit une meilleure qualité de la défense.

Le CGRA ne recourt à un bureau d’avocats que lorsque ses propres collaborateurs ne peuvent pas intervenir, par exemple en cas d’introduction d’un recours en cassation devant le Conseil d’État ou de saisie d’un tribunal ordinaire dans un dossier.

Cela explique que le CGRA n’ait fait appel à un bureau d’avocats que dans un nombre très limité de cas en 2012, à savoir pour deux dossiers (une intervention dans le cadre d’un recours en cassation devant le Conseil d’État et une intervention devant le tribunal civil). En 2013, cela s’est produit à trois reprises (situation au 12 mars 2013). 

2) Le CGRA n’a pas fait appel au bureau d’avocat de monsieur Uyttendaele ni à un collaborateur de ce bureau. 

CCE 

Le Conseil est une jurisdiction et ne fait pas appel lui-même aux cabinets d’avocats. 

Fedasil 

1) 1)     Entre le 06 décembre 2011 et le 11 mars 2013 l’Agence a fait appel aux avocats A. Detheux, A. Theunissen et M. Kaiser, tous issus du barreau de Bruxelles. Ils ont durant cette période défendus au nom de l’Agence un total de 882 dossiers, relatifs au droit de l’accueil, au droit administratif et au droit social et du travail. Le coût total était de 836 996,80 euro. 

2) L’Agence n’a pas fait appel au bureau d’avocat de Monsieur Uyttendaele ni à un collaborateur de ce bureau.

Service public de programmation (SPP) Intégration Sociale 

1) en 2) Il importe que la position de l’État belge soit défendue correctement et valablement devant n’importe quelle juridiction (Cour constitutionnelle, Conseil d’État, juridictions du travail). La spécialisation de la matière est essentielle ; celle relative au droit à l’aide sociale et au droit à l’intégration sociale représente un élément majeur requis dans le chef des avocats désignés pour des affaires portées devant les juridictions du travail. La désignation d’un avocat s’effectue en tenant compte d’une juste répartition des affaires déjà attribuées et de la spécialisation du cabinet. La hauteur des honoraires introduits tient compte de la difficulté de chaque affaire et doit rester dans des limites raisonnables.  

En février 2012, compte tenu du nombre croissant de citations en intervention et garantie liées à la crise de l'accueil, un accord a été trouvé avec quatre cabinets d’avocats (Uyttendaele & Gérard, Célès, De Backer & Bastin et De Bock Advocaten-Avocats) sur un montant forfaitaire d’état de frais et honoraires d’avocats par instance, pour les dossiers de contentieux liés à la crise de l'accueil.  

Dans le tableau ci-dessous sont repris depuis le 6 décembre 2011 et jusque fin février 2013,  d’une part, la répartition par cabinet d’avocats des dossiers de contentieux attribués et, d’autre part, le montant des états de frais et honoraires introduits pour des dossiers y relatifs et payés durant cette période. 

Nom du cabinet d’avocats

Nombre de désignations

Montant des états de frais et honoraires introduits et payés

Célès

35

43 918 ,83 euros

De Backer & Bastin

25

17 600 euros

De Bock Advocaten-Avocats

22

10 603,05 euros

Lallemand & Legros

1

2 121,5 euros

Uyttendaele & Gérard

43

12 000 euros

Actéo Cabinet d’avocats

1

1 548,74 euros

Total

127

87 792,12 euros



Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen. 

DVZ 

1) Voor de periode van 6 december 2011 tot en met 5 maart 2013 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) beroep gedaan op volgende advocatenkantoren : 

Nederlandstalige advocatenkantoren

Kabinet Decordier : 3 263 dossiers ;

Kabinet Matterne : 3 897 dossiers. 

Franstalige advocatenkantoren

Kabinet Derriks : 2 606 dossiers ;

Kabinet Matray : 3 542 dossiers ;

Kabinet Motulsky : 2 657 dossiers ;

Kabinet Schippers : 1. 12 dossiers. 

Het betrof volgende totaalbedragen : 

Naam

Uitgaven DVZ 2012

Mostulsky

1 194 908,37 euro

Derriks

1 445 859,30 euro

Schippers

223 857,83 euro

Matray

399 847,50 euro

Decordier

1 608 444,69 euro

Bvba Matterne

1 649 714,41 euro

Totaal

6 522 632,10 euro

 

Naam

Uitgaven DVZ 2013

Mostulsky

103 448,79 euro

Derriks

197 821,59 euro

Schippers

43 091,14 euro

Matray

96 587,61 euro

Decordier

399 521,89 euro

Bvba Matterne

249 456,38 euro

Totaal

1 089 927,40 euro

2) De DVZ heeft niet samengewerkt met het advocatenkantoor van de heer Uyttendaele noch met een medewerker uit dat kantoor. 

CGVS 

1) Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) doet voor zijn verdediging voor de Raad van State en voor de Raad voor Vreemdelingebetwistingen maximaal beroep op eigen medewerkers. Dit blijkt efficiënter en garandeert een hogere kwaliteit.

Er wordt slechts een advocatenbureau aangesteld, indien medewerkers van het CGVS niet kunnen optreden, bijvoorbeeld bij het indienen van een cassatieberoep voor de Raad van State of in het geval van een zaak voor een gewone rechtbank.

Zo is het te verklaren dat het CGVS in 2012 slechts in een uiterst beperkt aantal dossiers een advocatenbureau aangesteld heeft: in 2012 tweemaal (voor een tussenkomst in cassatieberoep bij de Raad van State en voor een tussenkomt bij de burgerlijke rechtbank). In 2013 was dit driemaal (situatie op 12 maart 2013). 

2) Het CGVS heeft niet samengewerkt met het advocatenkantoor van de heer Uyttendaele noch met een medewerker uit dat kantoor. 

RVV 

De Raad is een rechtscollege en doet zelf geen beroep op advocatenkantoren. 

Fedasil 

1) Het Agentschap heeft tussen 6 december 2011 en 11 maart 2013 beroep gedaan op de advocaten A. Detheux, A. Theunissen en M. Kaiser, allen uit de balie van Brussel. Zij hebben tijdens die periode in totaal 882 dossiers namens het Agentschap verdedigt, op vlak van het opvangrecht, administratief recht en sociaal- en arbeidsrecht. Het totaal budget bedroeg 836 996,80 euro. 

2) Het Agentschap heeft niet samengewerkt met het advocatenkantoor van de heer Uyttendaele noch met een medewerker uit dat kantoor.  

Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie 

1) en 2) Het is belangrijk dat de Belgische staat correct en behoorlijk wordt verdedigd voor gelijk welk rechtscollege (Grondwettelijk Hof, Raad van State, arbeidsgerechten).  Specialisatie speelt daarbij een belangrijke rol. Specialisatie in het recht op maatschappelijke hulp en het recht op maatschappelijke integratie is dan ook een belangrijk element in de keuze van de advocaten die worden aangesteld in zaken die voor de arbeidsgerechten komen. Bij de aanstelling van een advocaat wordt rekening gehouden met een juiste verdeling van de reeds toegewezen zaken en de specialisatie van het kantoor. Het bedrag van de ingediende honoraria houdt rekening met de moeilijkheid van elke zaak en moet binnen redelijke grenzen blijven.  

Gelet op het stijgend aantal dagvaardingen in tussenkomst en vrijwaring als gevolg van de opvangcrisis, werd in februari 2012  met vier advocatenkantoren (Uyttendaele & Gérard, Célès, De Backer & Bastin en De Bock Advocaten-Avocats) een akkoord gesloten betreffende een forfaitair bedrag voor de kosten en erelonen van de advocaten per behandelde zaak, voor de geschillendossiers in verband met de opvangcrisis. 

Onderstaande tabel geeft voor de periode van 6 december 2011 tot eind februari 2013 per advocatenkantoor het aantal toegewezen geschillendossiers weer en het gezamenlijke bedrag van de tijdens die periode ingediende en betaalde staten van kosten en erelonen voor die dossiers. 

Naam van het advocatenkantoor

Aantal toegewezen dossiers

Bedrag van de ingediende en betaalde staten van kosten en erelonen

Célès

35

43 918 ,83 euro

De Backer & Bastin

25

17 600 euro

De Bock Advocaten-Avocats

22

10 603,05 euro

Lallemand & Legros

1

2 121,5 euro

Uyttendaele & Gérard

43

12 000 euro

Actéo Advocatenkantoor

1

1 548,74 euro

Totaal

127

87 792,12 euro