SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
25 janvier 2013 25 januari 2013
________________
Question écrite n° 5-7982 Schriftelijke vraag nr. 5-7982

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie
________________
Fedasil - Accueil des familles européennes illégales - Refus - Enfants Fedasil - Opvang van illegale Europese gezinnen - Weigeringen - Kinderen 
________________
Agence fédérale pour l'accueil des demandeurs d'asile
migration illégale
enfant
ressortissant de l'UE
nationalité
asile politique
demandeur d'asile
Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers
illegale migratie
kind
EU-onderdaan
nationaliteit
politiek asiel
asielzoeker
________ ________
25/1/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord
25/1/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-7982 du 25 janvier 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7982 d.d. 25 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis avril 2009, Fedasil refuse d'accueillir les familles accompagnées d'enfants mineurs originaires des nouveaux États membres de l'UE (à l'exception de la Roumanie et de la Bulgarie), qui leur sont envoyées par un Centre public d'action sociale (CPAS). Ces familles ont pourtant le droit d'être accueillies en vertu de l'article 60 de la « loi sur l'accueil » (loi du 12 janvier 2007 sur l'accueil des demandeurs d'asile et de certaines autres catégories d'étrangers) et de l'arrêté royal du 24 juin 2004.

Selon Fedasil, ces citoyens de l'Union européenne (UE) ne peuvent plus bénéficier d'une aide matérielle étant donné qu'ils ne peuvent plus être considérés comme étant en séjour illégal sur le territoire. Un citoyen européen n'obtient pourtant une autorisation de séjour que s'il peut démontrer qu'il a trouvé du travail dans les trois premiers mois suivant son arrivée sur le territoire. Il est donc possible que des citoyens européens soient en séjour illégal dans notre pays.

Qui plus est, il ressort d'une question souvent posée (FAQ) à Fedasil en juin 2011 que des familles européennes peuvent être accueillies durant les trois premiers mois de leur séjour en Belgique sur la base de l'arrêté royal de 2004. La position de Fedasil à l'égard des familles européennes est, à tout le moins, équivoque.

Cela m'amène à poser les questions suivantes.

1) Comment la secrétaire d'État explique-t-elle cette contradiction ? Les familles européennes ont-elles droit à l'accueil sur la base de l'arrêté royal de 2004 ?

2) Combien de familles européennes ont-elles été accueillies sur la base de l'arrêté royal de 2004 depuis l'instruction de mai 2009 ? Combien d'enfants étaient-ils concernés ? La secrétaire d'État peut-elle également ventiler ces données par nationalité ?

3) Combien de familles européennes se sont-elles vu opposer un refus par Fedasil depuis mai 2009 ? Combien d'enfants étaient-ils concernés ? La secrétaire d'État peut-elle également ventiler ces données par nationalité ?

4) Quels parcours (autorisation de séjour, retour volontaire, retour forcé, disparition, …) les familles qui ont été accueillies ont-elles connus ? Combien de solutions durables ont-elles dès lors été trouvées ?

 

Sinds april 2009 weigert Fedasil om gezinnen met minderjarige kinderen die uit de nieuwe Europese lidstaten komen (uitgezonderd Roemenië en Bulgarije) op te vangen wanneer zij doorverwezen worden door het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW). Volgens artikel 60 van de Opvangwet (wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen) en het koninklijk besluit van 24 juni 2004 hebben deze gezinnen daar nochtans recht op.

Volgens Fedasil kunnen deze burgers uit de Europese Unie (EU) niet meer genieten van materiële hulp omdat zij niet meer kunnen worden beschouwd als illegaal op het grondgebied verblijvend. Nochtans is de verblijfsvergunning van een Europees burger afhankelijk van het feit of deze al dan niet kunnen bewijzen of hij werk heeft gevonden binnen de eerste drie maanden volgend op zijn aankomst in het land. Europese burgers kunnen dus wel degelijk illegaal in het land verblijven.

Bovendien blijkt uit een vaak gestelde vraag (FAQ) aan Fedasil van juni 2011 dat Europese gezinnen de eerste drie maanden van hun verblijf in België kunnen opgevangen worden op basis van het koninklijk besluit van 2004. De houding van Fedasil ten opzichte van Europese gezinnen is op zijn minst onduidelijk te noemen.

Hierover de volgende vragen.

1) Hoe verklaart de geachte staatssecretaris deze tegenstrijdigheid? Hebben de Europese gezinnen nu recht op opvang op basis van het koninklijk besluit van 2004?

2) Hoeveel Europese gezinnen zijn jaarlijks sinds de instructie van mei 2009 opgevangen op basis van het koninklijk besluit 2004? Over hoeveel kinderen ging het daarbij? Kan zij deze gegevens ook opdelen per nationaliteit?

3) Hoeveel Europese gezinnen werden er sinds de instructie van mei 2009 geweigerd door Fedasil? Over hoeveel kinderen ging het daarbij? Kan de geachte staatssecretaris deze gegevens ook sorteren per nationaliteit?

4) Welke trajecten (verblijfsvergunning, vrijwillige terugkeer, gedwongen terugkeer, verdwenen,…) hebben de gezinnen doorlopen die werden opgevangen? Over hoeveel duurzame oplossingen kan men hier dan spreken?

 
Réponse reçue le 10 octobre 2013 : Antwoord ontvangen op 10 oktober 2013 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

La situation juridique des citoyens européens est radicalement différente du statut juridique d'une personne qui séjourne illégalement sur le territoire belge. Les citoyens européens bénéficient du droit de libre circulation. En application de la ligne directrice européenne 2004/38, les citoyens européens ont le droit de séjourner en Belgique et d'y travailler en tant que travailleur, indépendant ou demandeur d’emploi.

Conformément à cette même ligne directrice le droit fondamental et personnel de séjourner dans un État membre différent est directement accordé par le traité européen à tous les citoyens de l'Union et n'est pas tributaire du respect de quelconques procédures administratives. Dans aucun cas des mesures d'éloignement ne peuvent être prises à l'encontre des personnes qui séjournent en Belgique, qui sont travailleur, indépendant ou chercheur d'emploi, excepté pour des raisons d'ordre public ou de sécurité publique.

Quant aux enfants mineurs qui séjournent avec leurs parents illégalement sur le territoire ce règlement légal ne s'applique pas aux ressortissants européens. Il revient aux Centre public d’action sociale(CPAS) et à Fedasil de contrôler minutieusement si les conditions d'aide sociale ou matérielle sont respectées.

Dû à la saturation du réseau d'accueil Fedasil n'était plus à même de garantir un accueil à tous les ayants droits pendant la crise de l'accueil. Les familles en séjour illégal avec des enfants mineurs étaient uniquement accueillies à l'issue d'une condamnation par le juge. Depuis l'année passée un accueil d'urgence est prévu pendant l'hiver à tous les sans-abris, quel que soit leur statut. Depuis le 1er avril 2013 une nouvelle solution structurelle pour l'accueil des familles en séjour illégal existe, qui à l'issue de l'étude sociale effectuée par le CPAS ne sont pas à même de subvenir aux besoins de leurs enfants mineurs.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

De juridische situatie van Europese Unie (EU)-burgers is volledig verschillend van de rechtspositie van een persoon die illegaal op het grondgebied verblijft. EU-burgers genieten van het vrij verkeer van personen. In toepassing van de Europese richtlijn 2004/38 hebben EU-burgers het recht te verblijven in België om te werken als werknemer of zelfstandige of om naar werk te zoeken.

Overeenkomstig diezelfde richtlijn wordt het fundamentele en persoonlijke recht van verblijf in een andere lidstaat door het EU-verdrag rechtstreeks verleend aan alle burgers van de Unie en is het niet afhankelijk van het voldaan hebben aan administratieve procedures. Er kunnen in geen geval verwijderingsmaatregelen worden genomen tegen personen die als werknemer, zelfstandige, of werkzoekende verblijven in België, behalve om redenen van van openbare orde of openbare veiligheid.

De wettelijke regeling met betrekking tot minderjarige kinderen die samen met hun ouders illegaal op het grondheboed verblijven is bijgevolg niet toepasselijk op EU-onderdanen. Het is de taak van de Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW)’s en Fedasil om strikt te controleren of voldaan is aan de voorwaarden voor sociale of materiële bijstand.

Wegens de verzadiging van het opvangnetwerk kon Fedasil niet meer aan alle rechthebbenden opvang garanderen tijdens de opvangcrisis. Illegale gezinnen met minderjarige kinderen werden enkel opgevangen na veroordeling door de rechter. Sinds vorig jaar is er een noodopvang voorzien tijdens de winter voor alle daklozen, ongeacht het administratief statuut. Sinds 1 april 2013 is er opnieuw een structurele oplossing voor de opvang van illegale gezinnen die volgens het sociaal onderzoek van het OCMW niet in staat zijn in het onderhoud te voorzien van hun minderjarige kinderen.