SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
23 janvier 2013 23 januari 2013
________________
Question écrite n° 5-7943 Schriftelijke vraag nr. 5-7943

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
La médecine personnalisée De gepersonaliseerde geneeskunde 
________________
médicament
médecine
diagnostic médical
assurance maladie
Institut national d'assurance maladie-invalidité
Centre fédéral d'expertise des soins de santé
Institut scientifique de la santé publique Louis Pasteur
biologie clinique
geneesmiddel
geneeskunde
medische diagnose
ziekteverzekering
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Louis Pasteur
klinische biologie
________ ________
23/1/2013Verzending vraag
22/2/2013Antwoord
23/1/2013Verzending vraag
22/2/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2824 Requalification de : demande d'explications 5-2824
________ ________
Question n° 5-7943 du 23 janvier 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7943 d.d. 23 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La médecine personnalisée est un sujet de plus en plus mis en avant. On évolue en effet de plus en plus vers une optimalisation des diagnostics et de la consommation des médicaments. C'est pourquoi de tels produits spécifiques de diagnostic peuvent être très utiles.

Chez nous, ces tests ne sont pas encore tellement implantés. En outre, la procédure actuelle de remboursement est confuse.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Pouvez-vous me dire à quelle procédure un produit de diagnostic pour médecine personnalisée est soumis (par exemple pour diagnostiquer une insuffisance cardiaque) afin d'obtenir le remboursement ? Quelles sont les interactions entre, par exemple, l'ISP et l'INAMI ? Y a-t-il en l'occurrence une concertation systématique ?

2) Prévoyez-vous à l'avenir une optimalisation de cette procédure de remboursement ?

3) Envisagez-vous d'associer l'association professionnelle Unamec dans la concertation au sein du Conseil technique médical ?

 

Gepersonaliseerde geneeskunde is een thema dat meer en meer naar voren komt. Inderdaad, we kennen steeds meer een evolutie naar optimalisatie van diagnoses en meer en meer ook optimalisatie van het gebruik van geneesmiddelen. Daarvoor kunnen dergelijke specifieke diagnostica heel nuttig zijn.

Bij ons zijn dergelijke tests nog niet zo ingeburgerd. Tevens is de huidige procedure om terugbetaling te krijgen niet duidelijk.

Geachte Minister, graag had ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan u me zeggen welke procedure een diagnosticum voor gepersonaliseerde geneeskunde (bvb om hartinsufficiëntie te diagnosticeren) ondergaat om terugbetaling te krijgen? Welke interacties gebeuren er tussen bijvoorbeeld het WIV en het RIZIV? Is er hier een systematisch overleg?

2) Voorziet u in de toekomst in een optimalisering van deze terugbetalingsprocedure?

3) Overweegt u de beroepsvereniging Unamec te betrekken bij het overleg in de Technisch Geneeskundige Raad?

 
Réponse reçue le 22 février 2013 : Antwoord ontvangen op 22 februari 2013 :

Il n’existe pas de procédure standard ou de dossier de demande standardisé. Les demandes peuvent être adressées par mail ou par courrier au président du Conseil technique médical (CTM) de l’Institut national d’Assurance Maladie Invalidité (INAMI). Les prestataires de soins, les laboratoires, les associations scientifiques, etc. peuvent introduire une demande. Certaines firmes ont déjà via des prestataires de soins ou des membres du CTM introduit leur demande.

Le CTM comprend des représentants des prestataires de soins, des académiciens et des non-académiciens. Les membres peuvent aussi proposer de nouvelles techniques ou prestations. Chaque demande est examinée par le groupe de travail concerné du CTM et le remboursement est approuvé sur la base d’une évaluation scientifique de la prestation (validation, données EBM), et sur la base de sa plus-value clinique réelle par rapport aux prestations existantes et en tenant compte des budgets disponibles.

Le groupe de travail « Biologie clinique » collabore étroitement avec la Commission de biologie clinique de l’Institut scientifique de Santé publique (ISP). Cette même collaboration sera mise en place avec la Commission d’Anatomie pathologique, créée récemment à l’ISP.

Le travail sera mené aussi avec le Centre fédéral d’expertise des soins de santé (KCE) pour l’évaluation des techniques renouvelées.

Enfin, le CTM peut aussi consulter les associations scientifiques pour déterminer la plus-value clinique et les indications de certaines prestations.

Le CTM reçoit régulièrement de la Commission Intervention Médicaments des demandes pour le remboursement de nouveaux traitements et des tests qui y sont liés. Au vu des délais qui sont nécessaires pour introduire de nouveaux tests spécifiques dans la nomenclature, le groupe de travail Biologie Clinique s’attèle actuellement au développement d’une prestation générique pour des tests qui constituent une condition nécessaire au remboursement pour certains traitements personnalisés.

Enfin, il ne semble pas sage, en raison du conflit d’intérêt potentiel, d’impliquer une association faîtière de l’industrie dans le CTM.

Er is geen standaardprocedure of gestandaardiseerd aanvraagdossier. De aanvragen worden per mail of per brief aan de voorzitter van de Technische Geneeskundige Raad (TGR) van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) gericht. Zorgverleners, laboratoria, wetenschappelijke verenigingen, enz, kunnen een aanvraag indienen. Sommige firma’s hebben al via zorgverleners of leden van de TGR aanvragen ingediend.

De Technische Geneeskundige Raad bestaat uit vertegenwoordigers van de zorgverleners, academici en niet-academici. De leden kunnen ook zelf nieuwe technieken of verstrekkingen voorstellen. Elke aanvraag wordt door de betrokken werkgroep van de Technische Geneeskundige Raad onderzocht en de terugbetaling wordt goedgekeurd op basis van een wetenschappelijke evaluatie van de verstrekking (validatie, EBM-gegevens), op basis van de werkelijke klinische meerwaarde ervan in vergelijking met de bestaande verstrekkingen en rekening houdende met de beschikbare budgetten.

De werkgroep Klinische Biologie werkt nauw samen met de Commissie voor Klinische Biologie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV). Dezelfde samenwerking zal worden opgezet met de Commissie voor Pathologische Anatomie, recent opgericht bij het WIV.

Er wordt ook samengewerkt met het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) voor de evaluatie van de vernieuwende technieken.

Tot slot kan de Technische Geneeskundige Raad ook de wetenschappelijke verenigingen raadplegen om de klinische meerwaarde en de indicaties van bepaalde verstrekkingen te bepalen.

De Technisch Geneeskundige Raad ontvangt van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG) regelmatig aanvragen voor de terugbetaling van nieuwe behandelingen en daaraan gekoppelde testen. Gelet op de termijnen om nieuwe specifieke tests in de nomenclatuur in te voeren, wordt in de werkgroep Klinische Biologie gewerkt aan de ontwikkeling van een generieke verstrekking voor testen die een noodzakelijke voorwaarde zijn voor de terugbetaling voor bepaalde gepersonaliseerde behandelingen

Ten slotte, lijkt het me niet raadzaam, gezien het potentieel belangenconflict, een koepelvereniging van de industrie te betrekken in de werkzaamheden van de Technisch Geneeskunde Raad.