SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
17 janvier 2013 17 januari 2013
________________
Question écrite n° 5-7790 Schriftelijke vraag nr. 5-7790

de Patrick De Groote (N-VA)

van Patrick De Groote (N-VA)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Armes à feu déclarées détruites - Remises sur le marché Vuurwapens die als vernietigd staan geregistreerd - Heropduiken op de markt 
________________
destruction des armes
arme à feu et munitions
arme personnelle
statistique officielle
arme de petit calibre
vernietiging van wapens
vuurwapen
persoonlijk wapen
officiële statistiek
handvuurwapens
________ ________
17/1/2013Verzending vraag
26/7/2013Antwoord
17/1/2013Verzending vraag
26/7/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-7790 du 17 janvier 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7790 d.d. 17 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La nouvelle loi sur les armes a été accompagnée d'une campagne pour une société sûre. Les propriétaires d'armes à feu sans autorisation ont été priés de se défaire de leurs arme. Ces campagnes sont répétées de temps à autre dans certaines provinces.

De telles armes à feu sont finalement destinées à la destruction. Seul le directeur du banc d'épreuves des armes à feu auquel les armes doivent être envoyées peut confier à un musée de droit public celles qui ont une valeur particulière. Lors de l'abandon de l'arme, le service de police remplit un modèle 10. Celui-ci est mis en ligne dans le registre central des armes (RCA) directement (lorsque le lieu de résidence du propriétaire de l'arme coïncide avec la police locale concernée) ou dans les 48 heures (lorsque la police locale compétente a reçu une copie du modèle 10).

En principe, une arme avec un numéro d'identification national qui, au moyen du modèle 10, est enregistrée pour la destruction (ni pour la conservation ni pour la confiscation) ne pourrait plus être remise sur le marché. La question est de savoir si, dans la pratique, le contrôle de la destruction est effectif.

Combien d'armes à feu ont-elles été retrouvées sur le marché belge depuis la nouvelle loi sur les armes alors qu'elles étaient enregistrées comme détruites ? Peut-on pour chaque cas préciser l'année de la constatation et le nom de la zone de police concernée ?

 

De nieuwe wapenwet ging gepaard met een campagne voor een veilige samenleving. De eigenaars van vuurwapens zonder vergunning werden opgeroepen afstand te doen van hun vuurwapens. Deze campagnes worden in een aantal provincies af en toe herhaald.

Dergelijke vuurwapens zijn uiteindelijk voor vernietiging bestemd. Ze kunnen alleen door de directeur van de Proefbank voor vuurwapens, waarheen de wapens moeten worden gezonden, omwille van hun bijzondere waarde aan een museum van publiek recht worden bezorgd. De politiedienst maakt bij de afstand van het wapen een model 10 op. Dat wordt onmiddellijk (in geval dat de verblijfplaats van de wapenbezitter samenvalt met de betrokken lokale politie) of binnen de 48 uur (in geval dat de bevoegde lokale politie een kopie van het model 10 ontvangen) online in het centraal wapenregister (CWR) ingevoerd.

In principe zou aldus een wapen met een nationaal identificatienummer die door middel van model 10 voor vernietiging (niet voor bewaring of voor inbeslagname) is geregistreerd niet meer op de vuurwapenmarkt kunnen opduiken. De vraag is of in de praktijk de controle op de vernietiging sluitend is.

Hoeveel vuurwapens zijn er sinds de nieuwe wapenwet opnieuw op de Belgische markt gekomen, terwijl het vuurwapen als vernietigd staat geregistreerd, respectievelijk volgens het jaar van de vaststelling en met naam van de betrokken politiezone?

 
Réponse reçue le 26 juillet 2013 : Antwoord ontvangen op 26 juli 2013 :

Il ne faut pas confondre l'enregistrement de l'abandon d'une arme (le modèle 10) et celui de sa destruction. Ce n'est pas parce qu'une arme est enregistrée par la police comme abandonnée et vouée à la destruction, qu'elle est effectivement détruite. Seul le Banc d'épreuves peut enregistrer une arme comme détruite au RCA, indépendamment du fait qu'il l'a détruite lui-même ou si, à cause de la grande quantité, il a confié cette tâche à l'industrie sidérurgique. Ce n'est qu'après ce dernier enregistrement que l'on peut être certain qu'une arme ne réapparaîtra plus sur le marché. 

Comme il a été dit, toutes les armes qui ont été abandonnées volontairement sont mentionnées sur un modèle 10 et dans un inventaire joint à chaque transport d'armes par les greffes au Banc d'épreuves. Là, la correspondence entre l'inventaire et les armes est vérifiée. Des erreurs éventuelles sont signalées au greffe. 

Aucune arme enregistrée comme détruite n'est revenue sur le marché puisque cela est par définition impossible. Toutefois, il y a des armes qui ont été abandonnées pour la destruction, qui ont été "sauvées" par le directeur du Banc d'épreuves eu égard à leur valeur et qui ont été offertes à des musées publics. Le Banc d'épreuves garde lui-même une liste de ces armes.

Er mag geen verwarring bestaan tussen de registratie van de afstand van een wapen (het model 10) en die van de vernietiging ervan. Het is niet omdat een wapen door de politie wordt geregistreerd als afgestaan en ter vernietiging voorbestemd, dat het ook effectief vernietigd is. Alleen de Proefbank kan een wapen als vernietigd registreren in het CWR, ongeacht of ze het zelf heeft vernietigd, dan wel deze taak omwille van de grote hoeveelheid heeft uitbesteed aan de staalindustrie. Het is pas na deze laatste registratie dat men zeker is dat een wapen niet meer op de markt kan opduiken. 

Zoals gezegd worden alle wapens die vrijwillig zijn afgestaan vermeld op een model 10 én op een inventaris die met elke lading wapens door de griffies wordt meegegeven voor de Proefbank. Daar wordt de overeenstemming tussen de inventaris en de wapens geverifieerd. Eventuele fouten worden aan de griffie gesignaleerd. 

Er is geen enkel als vernietigd geregistreerd wapen terug op de markt gekomen, vermits dit per definitie niet kan. Wel zijn er wapens die ter vernietiging zijn afgestaan, die door de directeur van de Proefbank omwille van hun waarde zijn "gered" en aan publieke musea zijn geschonken. Van die wapens houdt de Proefbank zelf een lijst bij.