SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
11 janvier 2013 11 januari 2013
________________
Question écrite n° 5-7691 Schriftelijke vraag nr. 5-7691

de Yoeri Vastersavendts (Open Vld)

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld)

à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture

aan de minister van Middenstand, KMO's, Zelfstandigen en Landbouw
________________
Indépendants à titre complémentaire - Fonctionnaires - Salariés - Durée - Chômeurs indemnisés Zelfstandigen in bijberoep - Ambtenaren - Werknemers - Duur - Uitkeringsgerechtigde werklozen 
________________
profession indépendante
double occupation
chômeur
statistique officielle
fonctionnaire
zelfstandig beroep
dubbel beroep
werkloze
officiële statistiek
ambtenaar
________ ________
11/1/2013Verzending vraag
25/2/2013Antwoord
11/1/2013Verzending vraag
25/2/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-7691 du 11 janvier 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7691 d.d. 11 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La ministre peut-elle me fournir, pour ces dix dernières années, l'évolution, ventilée par sexe, âge et province du nombre d'indépendants à titre complémentaire ainsi que du nombre de nouvelles demandes dudit statut ?

Peut-elle m'indiquer combien de ceux-ci sont des fonctionnaires, combien sont des salariés à temps plein ou à temps partiel, avec pour cette dernière catégorie la répartition par secteur ?

Comment la durée moyenne d'une telle activité évolue-t-elle ?

Combien de chômeurs indemnisés exercent-ils une activité indépendante à titre complémentaire ?

 

Kan de geachte minister de evolutie meedelen van het aantal zelfstandigen in bijberoep en van de nieuwe aanvragen voor het statuut van zelfstandige in bijberoep over de laatste 10 jaar, uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en provincie ?

Kan ze meedelen hoeveel daarvan ambtenaar zijn, hoeveel voltijds of deeltijds werknemer en welke de verdeling per sector is van deze laatste categorie ?

Hoe evolueert de gemiddelde duur van zo'n zelfstandig bijberoep ?

Hoeveel uitkeringsgerechtigde werklozen hebben een zelfstandige activiteit in bijberoep ?

 
Réponse reçue le 25 février 2013 : Antwoord ontvangen op 25 februari 2013 :

1. Le tableau en annexe présente l'évolution (années 2002 à 2011) du nombre d'assujettis en activité complémentaire d'une part (situation au 31 décembre) et, d'autre part, du nombre d'assujettis ayant commencé une activité complémentaire au cours des mêmes années. La répartition est effectuée par province, classe d'âge et sexe. La répartition géographique (ici par province) est effectuée d’après l’adresse officielle (domicile) ou l’adresse indiquée par les assujettis.

2. Pas d'information disponible à l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants (INASTI)

3) Remarque préalable concernant la façon de calculer la durée moyenne d’une activité comme indépendant à titre complémentaire : Uniquement les activités complémentaires dont la date de début de l’affiliation et la date de radiation ont été remplies, sont retenues. En effet, on ne peut  calculer une durée que quand l’indépendant à titre complémentaire a cessé son activité.

Le résultat est donné en jours :

Années

Durée moyenne (en jours)
d'une activité à titre complémentaire

2002

2.073

2003

2.290

2004

2.269

2005

2.193

2006

2.025

2007

2.085

2008

2.020

2009

2.002

2010

1.898

2011

1.851

A partir de 2003, on remarque pratiquement toujours une tendance décroissante concernant la durée d’une activité indépendante à titre complémentaire. En 2011, il y a, par rapport à 2003, une diminution de 19,17 %. Cela veut dire que la période d’affiliation moyenne pour un indépendant en activité complémentaire devient de plus en plus courte.

4) Pas d'information disponible à l’INASTI.

« Les données demandées par l'honorable membre lui ont été transmises directement. Étant donné leur nature, elles ne sont pas publiées, mais elles peuvent être consultées au greffe du Sénat. »

1) De tabel in bijlage geeft enerzijds de evolutie (jaren 2002-2011) weer van het aantal verzekeringsplichtigen in bijberoep (toestand op 31 december) en, anderzijds, het aantal verzekeringsplichtigen dat een activiteit in bijberoep heeft aangevangen in de loop van dezelfde jaren. De spreiding gebeurt volgens provincie, leeftijdsklasse en geslacht. De geografische spreiding (hier per provincie) gebeurt overeenkomstig het officiële (domicilie) of het opgegeven adres van de verzekeringsplichtigen.

2) Geen informatie beschikbaar bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandige (RSVZ)

3) Voorafgaande opmerking betreffende de berekeningswijze van de gemiddelde duur van een zelfstandig bijberoep: Enkel die bijberoepers werden weerhouden waarvan er een aansluitings- en schrappingsdatum werd ingevuld. Er kan immers alleen een duur worden berekend indien de verzekeringsplichtige zijn zelfstandige activiteit in bijberoep heeft stopgezet.

Het resultaat wordt weergegeven in dagen:

Jaren

Gemiddelde duur (in dagen)
van een zelfstandig bijberoep

2002

2.073

2003

2.290

2004

2.269

2005

2.193

2006

2.025

2007

2.085

2008

2.020

2009

2.002

2010

1.898

2011

1.851

Vanaf 2003 is er praktisch altijd een dalende trend waar te nemen in de gemiddelde duur van een zelfstandig bijberoep. In 2011 is er, vergeleken met 2003, een daling van 19,17 %. Dit wil zeggen dat de gemiddelde aansluitingsperiode van een zelfstandige bijberoeper steeds korter wordt.

4) Geen informatie beschikbaar bij het RSVZ.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat."