SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
21 décembre 2012 21 december 2012
________________
Question écrite n° 5-7643 Schriftelijke vraag nr. 5-7643

de Christine Defraigne (MR)

van Christine Defraigne (MR)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken
________________
Chiens - Chats - Redevance pour identification et enregistrement - Taxe - Impact sur la TVA pour les professionnels Honden - Katten – Retributie voor identificatie en registratie - Belasting - Impact op de btw voor beroepsbeoefenaars 
________________
animal domestique
base de données
enregistrement des données
déduction fiscale
TVA
huisdier
gegevensbank
invoer van gegevens
belastingaftrek
BTW
________ ________
21/12/2012Verzending vraag
3/9/2013Antwoord
21/12/2012Verzending vraag
3/9/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-7643 du 21 décembre 2012 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-7643 d.d. 21 december 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Le projet de loi programme modifie l'article 7 de la loi du 14 août 1986, relative au bien-être et à la protection des animaux : "Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, prendre des mesures pour identifier et enregistrer les chiens et les chats ainsi que pour éviter la surpopulation de ces espèces animales. Il détermine le tarif des redevances pour l'identification et l'enregistrement des chiens et chats, qui sont à la charge du propriétaire ou du responsable de l'animal".

La modification porterait sur la redevance qui deviendrait une taxe.

Selon diverses sources, cette mesure serait neutre financièrement pour le citoyen.

Il apparait cependant que le marché de services relatif à "la gestion du registre central d'identification des chiens et de distribution de passeports européens pour chiens, chats et furets" a été attribué le 16 décembre 2010 pour le prix de 7,45 €/ l'unité de services (en ce compris les indemnités de l'ABIEC de 0,50 €).

Or, le prix à payer par les acteurs du secteur (vétérinaires, éleveurs, refuges,…) est resté à 12,39 € /l'unité de service (TVA 21 % incluse).

Le projet actuel porterait sur la différence entre les 12,39 € et les 7,45 €, soit 4,94 € : ce dernier montant deviendrait une taxe.

1) L'honorable ministre confirme-t-il que ces 4,94 € deviendraient une taxe ?

2) Quel sera l'impact de cette mesure en matière de TVA pour les acteurs professionnels du secteur ? Confirmez-vous que jusqu'à présent, ceux-ci pouvaient déduire la TVA sur le montant de 12,39 €/ l'unité ; soit 2,15 € par identification ?

3) Confirmez-vous qu'à partir du 1er janvier 2013, cette déduction ne sera plus possible et entraînera donc un surcoût de 21 % pour les professionnels, surcoût qui sera répercuté sur le citoyen propriétaire ou responsable de l'animal ?

 

Het ontwerp van programmawet wijzigt artikel 7 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren : “De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, maatregelen treffen voor het identificeren en registreren van honden en katten evenals voor het vermijden van overbevolking bij deze diersoorten. Hij bepaalt het tarief van de retributies voor de identificatie en registratie van honden en katten, die ten laste komen van de eigenaar of verantwoordelijke van het dier.”

De retributie wordt een belasting.

Volgens diverse bronnen zou deze maatregel voor de burger financieel neutraal zijn.

Blijkbaar werd de dienstenovereenkomst voor het “beheer van het centraal register voor identificatie van honden en verdeling van Europese paspoorten voor honden, katten en fretten” op 16 december 2010 vergund voor de prijs van 7,45 euro per diensteenheid (met inbegrip van de vergoeding van 0,50 euro voor de BVIRH)

De actoren van de sector (dierenartsen, fokkers, asielen enzovoort) moeten echter nog steeds 12,39 euro (btw van 21 % inbegrepen) per diensteenheid betalen.

Dit wetsontwerp heeft betrekking op het prijsverschil tussen die 12,39 euro en 7,45 euro, met name 4,94 euro. Dit laatste bedrag beschouwt de sector als een belasting.

1) Bevestigt de minister dat deze 4,94 euro een belasting wordt?

2) Wat zal de impact zijn, wat de btw betreft, van deze maatregel voor de beroepsbeoefenaars in de sector? Bevestigt u dat ze tot hier toe de btw op het bedrag van 12,39 euro per eenheid, namelijk 2,15 euro per identificatie, konden aftrekken?

3) Bevestigt u dat vanaf 1 januari 2013 deze aftrek niet meer mogelijk zal zijn en dat de beroepsbeoefenaars extra kosten ten belope van 21% zullen moeten betalen, die wellicht zullen worden verhaald op de eigenaar of de verantwoordelijke van het dier?

 
Réponse reçue le 3 septembre 2013 : Antwoord ontvangen op 3 september 2013 :

1. La question posée par l’honorable membre concerne la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux. Cette loi prévoit une redevance en faveur de l’ASBL qui gère le registre central d’identification des chiens, en l’occurrence l’Association Belge d’Identification et d’enregistrement Canins (ABIEC). Il s’agit d’une redevance légale, qui est payée par le propriétaire ou le responsable du chien par l’intermédiaire de l’identificateur dudit chien, le plus souvent un vétérinaire.

2. Étant donné que l’ASBL agit dans le cadre d’une mission d’intérêt général et qu’elle est considérée à cet égard comme une personne morale non-assujettie à la TVA, elle échappe à l’application de cette taxe, nonobstant les termes utilisés à l’article 31 de l’arrêté royal du 28 mai 2004 relatif à l’identification et l’enregistrement des chiens. La redevance n’est pas davantage soumise à la taxe dans le chef de l’identificateur. Elle est en effet visée à l’article 28, 5°, du code de la TVA, au titre de sommes avancées.

3. La nouvelle contribution de quatre euros (article 20 de la loi-programme du 27 décembre 2012) à charge du propriétaire ou du responsable du chien, échappe également à l’application de la TVA. L’exposé des motifs de cette loi-programme précise que « ces revenus supplémentaires contribueront à créer l’espace budgétaire nécessaire pour l’élaboration des différents projets du gouvernement » (document 53-2561/001-2012/2013).

4. Compte tenu de ce qui précède, il ne saurait être question d’une quelconque déduction de TVA relativement à la redevance et à la contribution portées en compte dans le cadre prédécrit.

1. De vraag van het geachte lid heeft betrekking op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren. Voornoemde wet voorziet in een retributie ten voordele van de VZW die het centraal register voor de identificatie van honden beheert, in casu de Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden (BVIRH). Het betreft een wettelijke retributie die wordt betaald door de eigenaar of de verantwoordelijke van de hond door tussenkomst van de identificator, meestal een dierenarts, van de hond.

2. Aangezien de VZW handelt in het kader van een opdracht van algemeen nut en zij hiervoor als niet BTW-plichtige rechtspersoon wordt aangemerkt, ontsnapt zij aan deze belasting niettegenstaande de bewoordingen van artikel 31 van het koninklijk besluit van 28 mei 2004 betreffende de identificatie en registratie van honden. De retributie wordt evenmin aan de belasting onderworpen in hoofde van de identificator. Zij wordt in hoofde van de identificator immers aangemerkt als een voorschot in de zin van artikel 28, 5°, van het BTW-Wetboek.

3. De nieuwe bijdrage van vier euro (artikel 20 van de programmawet van 27 december 2012) ten laste van de eigenaar of de verantwoordelijke van de hond, ontsnapt eveneens aan de toepassing van de BTW. De memorie van toelichting bij deze programmawet verduidelijkt dat “deze bijkomende inkomsten zullen bijdragen tot het creëren van de nodige budgettaire ruimte voor het uitwerken van verschillende projecten van de regering” (document 53-2561/001-2012/2013).

4. Rekening houdend met hetgeen voorafgaat kan er aldus geen sprake zijn van enig aftrek van BTW met betrekking tot de retributie en de bijdrage die in het hiervoor omschreven kader in rekening worden gebracht.