SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
19 décembre 2012 19 december 2012
________________
Question écrite n° 5-7622 Schriftelijke vraag nr. 5-7622

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Le protocole à la Convention relative aux droits de l'enfant établissant une procédure de plainte Het klachtenprotocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind 
________________
droits de l'enfant
institution spécialisée de l'ONU
protocole d'accord
ratification d'accord
rechten van het kind
gespecialiseerde instelling van de VN
overeenkomstprotocol
ratificatie van een overeenkomst
________ ________
19/12/2012Verzending vraag
18/2/2013Antwoord
19/12/2012Verzending vraag
18/2/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2615 Requalification de : demande d'explications 5-2615
________ ________
Question n° 5-7622 du 19 décembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7622 d.d. 19 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le nouveau Protocole facultatif à la Convention relative aux droits de l'enfant établissant une procédure de présentation de communications permet aux enfants et aux jeunes, ou à des personnes qui les représentent, de déposer une plainte auprès du Comité des droits de l'enfant de l'ONU pour violation de leurs droits. Ils ne peuvent toutefois saisir le Comité qu'après avoir suivi tout le parcours judiciaire dans leur propre pays (à moins que la procédure de recours excède des délais raisonnables ou qu’il soit peu probable qu’elle permette d’obtenir une réparation effective). La Convention relative aux droits de l'enfant était la seule convention portant sur les droits de l'homme à ne pas comporter un tel mécanisme.

Ce protocole doit encore recevoir l'assentiment du Parlement. Au niveau fédéral, le dossier préparatoire d'assentiment est actuellement constitué par le Service public fédéral (SPF) Justice.

Si nous voulons que le Protocole ait une chance d'être appliqué efficacement dans notre pays, nous devrons en outre en préciser certains aspects, dont la publication et communication du Protocole, la façon de l'intégrer dans le règlement d'ordre intérieur du Comité des Nations Unies et le rôle que les différentes autorités de notre pays peuvent jouer à cet égard. Nous devons également réfléchir à la concrétisation du protocole en termes d'assistance juridique et de voies internes de recours.

Mes questions sont les suivantes.

1) Où en est la préparation du dossier d'assentiment ? Quand pouvons-nous espérer son dépôt au Parlement ? La préparation se heurte-t-elle à certaines difficultés qui empêchent un règlement rapide ?

2) Le Service public fédéral (SPF) Justice a-t-il déjà commencé à préciser les conséquences pratiques qu'aura ce Protocole ? Une concertation a-t-elle déjà été organisée à ce sujet entre les différentes autorités et organisations ? Que pense la ministre de la proposition du Commissariat flamand aux droits de l'enfant de créer une sorte de cellule de réflexion au sein de la Commission nationale pour les droits de l'enfant ? La ministre est-elle prête à inscrire ce point à l'ordre du jour de la Commission nationale pour les droits de l'enfant ?

 

Het nieuwe klachtenprotocol zorgt ervoor dat kinderen en jongeren, of mensen die hen vertegenwoordigen, schendingen van hun rechten internationaal via een klacht kunnen indienen bij het VN-Comité voor de Rechten van het Kind. Dit kan wel pas als ze in hun eigen land de bestaande gerechtelijke weg bewandelden (tenzij dit onredelijk lang zou duren of een effectief herstel onwaarschijnlijk is). Het Kinderrechtenverdrag was het enige mensenrechtenverdrag dat nog niet over dergelijke procedure beschikte.

Dit protocol vraagt nog een goedkeuring van het Parlement. Op federaal niveau wordt momenteel het voorbereidend instemmingdossier samengesteld door de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie.

Daarnaast vraagt een aantal aspecten verdere uitwerking, wil het Klachtenprotocol een kans op slagen hebben in ons land. Met name de bekendmaking en de verspreiding van dit klachtenprotocol, de input voor het huishoudelijk reglement van het VN-Comité en de rol die verschillende overheden in ons land hierin spelen, moet verder uitgewerkt worden. Er moet ook worden nagedacht over de concretisering rond rechtsbijstand en interne rechtsmiddelen.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe staat het met de voorbereiding met het instemmingdossier? Wanneer mogen we verwachten dat dit in het Parlement wordt ingediend? Bestaan er hieromtrent knelpunten die een snelle afhandeling verhinderen?

2) Is de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie al begonnen met de verdere uitwerking van de praktische gevolgen van dit verdrag? Was er hieromtrent al overleg tussen de verschillende overheden en organisaties? Hoe staat de minister ten opzichte van het voorstel van het Vlaamse Kinderrechtencommissariaat om dit te organiseren binnen een soort "denktank" in de schoot van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind? Is de minister bereid om dit te agenderen binnen de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind?

 
Réponse reçue le 18 février 2013 : Antwoord ontvangen op 18 februari 2013 :

1. Par la signature rapide de ce protocole fin février 2012, la Belgique a voulu souligner l'intérêt qu'elle porte à la promotion des droits de l'enfant. A la lumière de la journée internationale des droits de l'enfant qui venait d'être célébrée au moment de la question, ce message vaut toujours au vu des efforts déjà fournis entre-temps pour la ratification du protocole. Le dossier d'assentiment a été finalisé récemment par mon administration et sera donc soumis prochainement à l'approbation du Conseil des ministres. L'exposé des motifs a par ailleurs déjà été transmis au Service public fédéral (SPF) Affaires étrangères afin qu'une copie de ce texte puisse être remise aux entités fédérées, comme il est d'usage. Cette information a également été communiquée à l'occasion de la récente concertation lors de la Conférence interministérielle de politique étrangère. Au niveau fédéral, après adoption par le Conseil des ministres, le dossier d'assentiment, doit toutefois encore être soumis au Conseil d'État avant de pouvoir être déposé au parlement.

Il n'existe aucun obstacle particulier pour la ratification du nouveau protocole par la Belgique. Ce protocole est en effet d'ordre purement procédural et ne requiert aucune modification législative ou réglementaire. Il met en place trois types de procédures au niveau international :

  • la communication individuelle, ou procédure de plainte ;

  • la communication interétatique ; et

  • une procédure d'enquête par le Comité des droits de l'enfant des Nations unies.

L'instauration de ces mêmes procédures dans le cadre des autres traités onusiens en matière de droits de l'homme n'a donc également pas donné lieu à un aménagement particulier en droit interne belge.

2. Il convient de souligner qu'il s'agit d'un traité mixte et que ce protocole engage également les communautés française, flamande et germanophone, de même que les régions wallonne, flamande et de Bruxelles-Capitale. La concertation qui s'est déjà déroulée entre ces entités s'est jusqu'ici concentrée sur la signature et la ratification du protocole, mais pas encore sur son application pratique.

On peut toutefois d'ores et déjà signaler que la Commission nationale pour les droits de l’enfant, le Délégué général aux droits de l’enfant francophone et le commissariat flamand des droits de l'enfant pourront jouer un rôle majeur dans la diffusion de ce nouveau protocole et dans l'information du grand public concernant les activités, les constatations et les recommandations du Comité des droits de l'enfant des Nations unies, surtout en ce qui concerne la Belgique. Ce dossier est d'ailleurs déjà suivi par la commission nationale pour les droits de l’enfant.

1. Met de snelle ondertekening van dit Protocol eind februari van dit jaar heeft België het belang willen onderstrepen dat het hecht aan het bevorderen van de rechten van het kind. In het licht van de internationale dag voor de rechten van het kind, die zopas werd gevierd, geldt die boodschap nog steeds gelet op de inspanningen die intussen al zijn geleverd voor de bekrachtiging van het Protocol. Het instemmingsdossier werd recent door mijn administratie afgerond en zal dus binnenkort voorgelegd worden ter goedkeuring aan de ministerraad. De memorie van toelichting werd overigens al aan de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken overgemaakt zodat hiervan een kopie kan worden bezorgd aan de deelstaten, zoals dit gebruikelijk is. Dit werd ook meegedeeld tijdens het recente overleg op de Interministeriële Conferentie Buitenlands Beleid. Op federaal niveau dient het instemmingsdossier, na goedkeuring door de ministerraad, evenwel nog te worden voorgelegd aan de Raad van State voordat het kan worden ingediend in het parlement.

Er is geen enkel specifiek gegeven dat de bekrachtiging van het nieuwe Protocol door België in de weg staat. Het is immers van louter procedurele aard en vereist geen wetgevende of regelgevende wijzigingen. Het omvat de invoering van drie soorten procedures op internationaal niveau:

  • de individuele kennisgeving of klachtenprocedure,

  • de kennisgevingen tussen staten en

  • een onderzoeksprocedure door het Verenigde naties (VN)-Comité voor de rechten van het kind.

De invoering van diezelfde procedures ging - in het kader van de andere VN-mensenrechtenverdragen – dus ook niet gepaard met een specifieke aanpassing in het Belgisch recht.

2. Er moet worden op gewezen dat het een gemengd verdrag betreft en dat dit Protocol eveneens de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap alsook het Waals Gewest, het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bindt. Het overleg dat tussen deze entiteiten al heeft plaatsgevonden spitste zich tot op heden toe op de ondertekening en de bekrachtiging van het Protocol, maar nog niet op de praktische toepassing ervan.

Nu reeds kan echter worden aangegeven dat de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind, le Délégué général aux droits de l’enfant francophone en het Vlaamse Kinderrechtencommissariaat een voorname rol kunnen spelen bij de verspreiding van dit nieuwe Protocol en bij de voorlichting van het grote publiek over de activiteiten, bevindingen en aanbevelingen van het VN-Comité voor de rechten van het kind, vooral wat België betreft. Dit dossier wordt overigens reeds opgevolgd binnen de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind.