SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
19 décembre 2012 19 december 2012
________________
Question écrite n° 5-7620 Schriftelijke vraag nr. 5-7620

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________________
Télécommunications - Conférence mondiale des télécommunications internationales à Dubaï - Union internationale des télécommunications (UIT) - Délégation et points de vue belges Telecommunicatie - World Congress on International Telecommunications Dubai - Internationale Telecommunicatie Unie (ITU) - Belgische delegatie en standpunten 
________________
Internet
censure
conférence internationale
politique de la télécommunication
contrôle de la communication
Union internationale des télécommunications
internet
censuur
internationale conferentie
telecommunicatiebeleid
toezicht op de communicatie
Internationale Telecommunicatie Unie
________ ________
19/12/2012Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
19/12/2012Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7619 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7619
________ ________
Question n° 5-7620 du 19 décembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7620 d.d. 19 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Conférence mondiale des télécommunications internationales, organisée du 4 au 14 décembre 2012 à Dubaï, visait à soumettre les télécommunications internationales à de nouvelles règles mais n'a abouti à rien. Les États-Unis, le Canada et une dizaine de pays européens ont refusé de signer la proposition de traité.

Pour de nombreux observateurs, ce traité était une tentative d'États membres autoritaires de soumettre l'internet libre à des contraintes en en confiant le contrôle à l'Union internationale des télécommunications (UIT). Si le contrôle était confié à l'UIT, laquelle dépend des Nations Unies, les acteurs étatiques auraient davantage de poids. Ce sont surtout des pays comme la Chine, la Russie et l'Iran qui sont favorables à cette idée. Il s'agit - et ce n'est pas un hasard - des pays qui régulent et censurent déjà activement l'internet.

Le refus des États-Unis n'est pas totalement désintéressé puisque la gestion de l'internet est aujourd'hui en grande partie assurée par des organisations indépendantes mais historiquement soumises à un contrôle strict de l'Amérique, comme l'Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN) et l'Internet Engineering Task Force (IETF). Globalement, ce modèle ne fonctionne pas mal et semble en tout cas préférable à un modèle de gestion de l'internet contrôlé par les gouvernements. L'internet est à tout le monde et doit le rester, sa force réside justement dans sa liberté et son ouverture.

Mes questions sont les suivantes.

1) La Belgique était-elle représentée à la Conférence mondiale des télécommunications internationales ? Comment la délégation belge était-elle composée et par qui était-elle conduite ?

2) Des objectifs concrets ont-ils été assignés à la mission ? Celle-ci a-t-elle adoptés des points de vue clairs ? Si oui, lesquels ? De quelle manière est-on parvenu à ces prises de positions ?

3) Comment les négociations se sont-elles déroulées ? Quelles étaient les difficultés et quelle était la position de la Belgique à cet égard ?

4) La Belgique fait-elle partie des pays qui ont finalement refusé de signer le traité ? Le ministre peut-il expliquer cette attitude ?

5) Quel est le point de vue de la Belgique sur la proposition formulée par les entreprises européennes de télécommunications (réunies au sein de la European Telecommunications Network Operators' Association ETNO), lesquelles souhaitent que les grandes entreprises d'internet rémunèrent désormais les sociétés de télécommunications dont elles utilisent le réseau ?

6) Dans quelle mesure ces négociations ont-elles fait l'objet d'une coordination au niveau européen ? Dans quelle mesure des points de vue communs ont-ils été défendus ? Qu'a entrepris la Belgique à l'échelon européen en préambule à ce sommet et avec quel résultat ?

7) Le ministre pense-t-il comme moi que la liberté numérique doive être intégrée dans la politique commerciale et étrangère de la Belgique et, par extension, de l'Union européenne ?

 

Het World Congress on International Telecommunications, georganiseerd tussen 4 en 14 december 2012 in Dubai, betrachtte het vastleggen van nieuwe regels voor het internationaal telecommunicatieverkeer. Het draaide op niets uit. De Verenigde Staten, Canada en een tiental Europese landen weigerden het voorstel tot verdrag te ondertekenen.

Vele waarnemers zagen in dit verdrag een poging van autoritaire lidstaten om het vrije internet aan banden te leggen door de controle ervan in handen te geven van de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU). Door dit aan de ITU toe te kennen, dat onder de vleugels van de Verenigde Naties ressorteert, zou het gewicht dus verschuiven naar statelijke actoren. Vooral landen als China, Rusland en Iran zouden dit idee genegen zijn. Niet toevallig de landen die het internet actief reguleren/censureren.

De weigering van de Verenigde Staten is niet geheel vrij van eigenbelang, aangezien het beheer van het internet vandaag voor een groot deel in handen is van onafhankelijke, maar historisch sterk door Amerika gecontroleerde organisaties zoals de ICANN en de IETF. Maar al bij al werkt dit model niet slecht en lijkt dit zeker verkiesbaar boven een gouvernementeel geleid model van het internet. Internet is van iedereen en dat moet zo blijven, de kracht ervan ligt hem juist in de vrijheid en openheid.

Hierover de volgende vragen:

1) Was België vertegenwoordigd op het World Congress on International Telecommunications? Op welke wijze was deze delegatie samengesteld en wie leidde ze?

2) Werden bij de missie concrete doelstellingen vooropgesteld? Waren er duidelijke standpunten? Zo ja, welke? Op welke wijze kwamen ze tot stand?

3) Hoe zijn de onderhandelingen verlopen? Wat waren de knelpunten en hoe stond België hiertegenover?

4) Behoorde België tot de landen die uiteindelijk geweigerd hebben om het verdrag te tekenen? Kan de geachte minister dit toelichten?

5) Hoe staat België tegenover het voorstel van de Europese telecommunicatiebedrijven (verenigd in de ETNO) die willen dat grote internetbedrijven voortaan betalen aan de telecombedrijven waarvan ze het netwerk gebruiken?

6) In welke mate werden deze onderhandelingen op Europees niveau gecoördineerd? In welke mate werden er gemeenschappelijke standpunten verdedigd? Wat heeft België op het Europese niveau ondernomen in de aanloop naar de top en met welk resultaat?

7) Beaamt de geachte minister mijn opvatting dat digitale vrijheid moet worden opgenomen in het handels en buitenlandbeleid van België en bij uitbreiding de EU?