SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
11 décembre 2012 11 december 2012
________________
Question écrite n° 5-7527 Schriftelijke vraag nr. 5-7527

de Danny Pieters (N-VA)

van Danny Pieters (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Pensionnés ayant leur résidence principale en dehors de l'Espace économique européen - Certificats de vie - Contrôle de la véracité Pensioengerechtigden met hoofdverblijfplaats buiten de Europese Economische Ruimte - Levensbewijzen - Controle van de echtheid 
________________
régime de retraite
Office national des pensions
fraude
Belges à l'étranger
statistique officielle
pensioenregeling
Rijksdienst voor Pensioenen
fraude
Belgen in het buitenland
officiële statistiek
________ ________
11/12/2012Verzending vraag
16/1/2013Antwoord
11/12/2012Verzending vraag
16/1/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-7527 du 11 décembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7527 d.d. 11 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'article 7 de l'arrêté royal du 13 août 2011 relatif au paiement des prestations liquidées par l'Office national des pensions dispose :

« Art. 7, § 1er. L'Office envoie, au moins une fois par année, une demande de remise d'un certificat de vie, dont il établit le modèle, aux bénéficiaires auxquels il paye une ou plusieurs prestations. Le bénéficiaire renvoie à l'Office le certificat de vie, dûment complété, dans les trente jours qui en suivent la réception.

§ 2. Le non-respect de l'obligation de délivrance du certificat de vie entraîne la suspension du paiement des prestations visées. Le paiement de la prestation et des éventuels arrérages ne reprend qu'à la réception du certificat de vie demandé et, le cas échéant, après que les pièces justificatives nécessaires ont été produites à l'Office.

§ 3. Par dérogation à la procédure visée aux paragraphes 1er et 2, l'Office peut conclure des conventions avec les organismes financiers, avec des institutions de sécurité sociale ou avec tout autre organisme payeur compétent, qui prévoient un échange automatisé de données sur le décès de bénéficiaires. »

La ministre peut-elle me communiquer les renseignements suivants ?

1) Quelles mesures prend-on en général pour contrôler l'authenticité des certificats de vie envoyés ?

2) Quelles sont, dans chacun des pays extérieurs à l'Espace économique européen (EEE) dans lesquels des prestations sont payées, les instances belges et non belges qui sont habilitées à délivrer ces certificats de vie ?

3) De quelles garanties l'Office national des pensions dispose-t-il, dans chacun des pays extérieurs à l'EEE, quant à l'honnêteté des instances non belges qui délivrent les certificats de vie ?

4) Existe-t-il des conventions au sens de l'article 7, § 3 ? Avec qui ont-elles été conclues ? Quel est leur contenu ?

5) Quel est l'âge moyen des pensionnés qui perçoivent leur pension en Belgique et de ceux qui la perçoivent à l'étranger (par pays) ?

6) Quel est le nombre de personnes qui ont perdu le bénéfice de leur pension en s'installant dans un pays avec lequel la Belgique n'a pas conclu de convention ?

 

Krachtens artikel 7 van het koninklijk besluit van 13 augustus 2011 betreffende de betaling van de door de Rijksdienst voor Pensioenen betaalde uitkeringen geldt:

"Art. 7. § 1. De Rijksdienst verstuurt, ten minste één maal per jaar, aan de gerechtigden aan wie hij één of meer uitkeringen betaalt een vraag tot afgifte van een levensbewijs, waarvan hij het model bepaalt. De gerechtigde stuurt het behoorlijk ingevuld levensbewijs binnen de dertig dagen na ontvangst ervan aan de Rijksdienst terug.

§ 2. Het niet naleven van de verplichting tot aflevering van het levensbewijs leidt tot de schorsing van de betaling van de bedoelde uitkeringen. De betaling van de uitkering en van de eventuele achterstallen worden slechts hernomen bij ontvangst van het gevraagde levensbewijs en, in voorkomend geval, nadat aan de Rijksdienst de nodige bewijsstukken werden overgelegd.

§ 3. De Rijksdienst kan, in afwijking van de in paragrafen 1 en 2 bedoelde procedure, overeenkomsten sluiten met de financiële instellingen, met instellingen van sociale zekerheid of met iedere andere bevoegde betaalinstelling, die in een geautomatiseerde uitwisseling van sterftedata van gerechtigden voorzien."

Kan de minister me volgende inlichtingen geven:

1) Welke maatregelen worden er in het algemeen genomen ter controle van de echtheid van de ingestuurde levensbewijzen?

2) Informatie per niet EER (Europese Economische Ruimte) land waarnaar uitkeringen geëxporteerd worden, welke zowel Belgische als niet-Belgische instanties gemachtigd zijn deze levensbewijzen af te leveren?

3) Per niet EER land, welke garanties heeft de RVP met betrekking tot de eerlijkheid van de niet-Belgische instanties die levensbewijzen afleveren?

4) Zijn er akkoorden in de zin van voornoemd artikel 7 § 3, met wie zijn ze aangegaan en wat is hun inhoud?

5) Wat is de gemiddelde leeftijd van de pensioengerechtigden die in België hun pensioen ontvangen en van deze die buiten België hun pensioen ontvangen (per land)?

6) Hoeveel personen verloren hun pensioen omdat ze in een land gaan wonen waar België geen verdrag mee gesloten heeft?

 
Réponse reçue le 16 janvier 2013 : Antwoord ontvangen op 16 januari 2013 :

Votre question relève de la compétence exclusive de mon collègue, monsieur Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre des Pensions.

Deze vraag behoort tot de uitsluitende bevoegdheid valt van mijn collega, de heer Alexander De Croo, vice-eerste minister en minister van Pensioenen.