SÉNAT DE BELGIQUE |
BELGISCHE SENAAT |
________ | ________ |
Session 2012-2013 |
Zitting 2012-2013 |
________ | ________ |
4 décembre 2012 |
4 december 2012 |
________ | ________ |
Question écrite n° 5-7475 |
Schriftelijke vraag nr. 5-7475 |
de Bert Anciaux (sp.a)
|
van Bert Anciaux (sp.a)
|
à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales |
aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen |
________ | ________ |
Centres de soins palliatifs - Capacité d'admission - Manque structurel de lits - Critères d'admission |
Palliatieve centra - Opnamecapaciteit - Structureel tekort aan bedden - Opnamecriteria |
________ | ________ |
centre médical soins palliatifs
|
medisch centrum palliatieve zorg
|
________ |
________ |
4/12/2012 | Verzending vraag | 16/4/2013 | Antwoord |
|
4/12/2012 | Verzending vraag | 16/4/2013 | Antwoord |
|
________ |
________ |
Question n° 5-7475 du 4 décembre 2012 : (Question posée en néerlandais) |
Vraag nr. 5-7475 d.d. 4 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) |
Une étude réalisée par un étudiant de la KU Leuven en collaboration avec la Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen révèle un manque croissant de lits dans les centres de soins palliatifs. Des patients incurables doivent parfois attendre des semaines avant d'être admis, surtout dans des contextes urbains. L'étude attire l'attention sur un manque structurel dans la capacité d'admission. Une solution éventuelle consisterait à durcir les critères d'admission. Mes questions à ce sujet sont les suivantes. 1) La ministre peut-elle confirmer que les centres de soins palliatifs sont confrontés à un manque structurel quant à la capacité d'admission ? Dans l'affirmative, y a-t-il des différences entre les régions ? 2) Pense-t-elle qu'un durcissement des critères d'admission soit une bonne solution ? |
Uit een onderzoek van een student van de KU Leuven in samenwerking met de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen, blijkt dat er een toenemend tekort is aan bedden in de palliatieve centra. Ongeneeslijk zieke patiënten moeten soms weken lang wachten alvorens opgenomen te worden, vooral in stedelijke contexten. Het onderzoek wijst op een structureel tekort in de opnamecapaciteit. Een mogelijke oplossing ligt in het verstrengen van de opnamecriteria. Hierover de volgende vragen: 1) Kan de geachte minister bevestigen dat palliatieve centra kampen met een structureel tekort qua opnamecapaciteit? Zo ja, zijn er verschillen tussen de gewesten? 2) Vindt ze de oplossing om de opnamecriteria te verstrengen een goede keuze? |
Réponse reçue le 16 avril 2013 : |
Antwoord ontvangen op 16 april 2013 : |
D'après les données nationales les plus
récentes (2009), le taux moyen d'occupation dans les services
Sp de soins palliatifs est de 87,6 %. Ce chiffre est élevé,
mais indique cependant qu'une certaine marge, certes limitée,
existe encore globalement. Ces chiffres, ainsi que les chiffres par
région, ne permettent toutefois pas de se prononcer sur les
besoins au niveau local. Notre pays ne dispose pas de données
chiffrées sur l'existence de listes d'attente par hôpital
ou en matière de besoins régionaux (en milieu urbain
ou non). En principe, les communautés et les régions
qui sont compétentes pour l'agrément de ces lits sont
les mieux placées pour répondre à cette
question, étant donné qu'elles tiennent compte des
besoins dans la région lors de la délivrance des
agréments. Toutefois, je tiens à souligner que même
en cas d'accessibilité (temporaire) limitée d'un
service Sp de soins palliatifs, des alternatives sont disponibles
dans la région. Il existe dans les hôpitaux des équipes
mobiles de soins palliatifs qui peuvent prêter main-forte à
l'équipe de soins. Des structures ont également été
développées en dehors de l'hôpital pour que
chaque patient palliatif puisse recevoir les soins de qualité
dont il a besoin.
Un resserrement des critères d'admission pourrait
libérer des places dans les lits de soins palliatifs, mais ce
ne peut être un but en soi. Une adaptation des critères
d'admission doit s'inscrire dans le cadre d'une réflexion
globale concernant l'offre de soins palliatifs à des patients
en milieu hospitalier et en dehors de celui-ci, en fonction des
besoins du patient.
Les lits de soins palliatifs programmes au niveau fédéral
sont tous agréés et financés. Une extension
éventuelle du nombre de lits de soins palliatifs exige bien
évidemment le budget nécessaire, mais je pense par
ailleurs qu'il convient d'abord de mener à nouveau une
discussion fondamentale sur la place de ces lits dans l'offre
globale de soins palliatifs. Dans le modèle belge
d'organisation des soins palliatifs, des lits palliatifs spécifiques
existent dans un nombre limité d'hôpitaux, mais, à
côté de cela, il y a aussi dans tous les hôpitaux
généraux les équipes mobiles de soutien en
soins palliatifs. Ces deux formes de soins à l'hôpital
collaborent du reste dans la plupart des pays d'Europe de l'Ouest.
Dans le contexte d'une telle discussion, il faudra également
remettre en question les critères spécifiques
d'admission pour les lits palliatifs spécialisés. Pas
nécessairement un resserrement, mais en tout cas une
meilleure définition des critères d'admission peut
être judicieuse pour mettre en œuvre les moyens
disponibles pour ces patients qui en ont le plus besoin. Mais, les
soins palliatifs nécessaires doivent aussi rester garantis
pour les autres patients palliatifs à l'hôpital, qui
n'entrent pas en considération pour ces lits. Avant d'adapter
les critères d'admission, il est donc indiqué de mieux
identifier les besoins spécifiques des patients palliatifs à
l'hôpital.
|
Volgens de meest recente nationale gegevens (2009) bedraagt
de gemiddelde bezettingsgraad in de Sp-diensten voor palliatieve
zorg 87,6 %. Dit cijfer is hoog, maar wijst er toch op dat er
globaal nog een zekere, weliswaar beperkte marge bestaat. Deze
cijfers, of zelfs de cijfers per regio, laten echter niet toe om
uitspraken over de behoeften op lokaal niveau te doen. Over het
bestaan van wachtlijsten per ziekenhuis of de regionale behoeften
(al dan niet in stedelijke gebieden) zijn voor ons land geen cijfers
bekend. In principe zijn de gemeenschappen en gewesten, die voor de
erkenning van die bedden bevoegd zijn, beter geplaatst om op deze
vraag te antwoorden, aangezien zij bij de aflevering van de
erkenningen rekening houden met de behoeften binnen de regio. Ik wil
echter benadrukken dat zelfs bij een (tijdelijk) verminderde
toegankelijkheid tot een Sp-dienst voor palliatieve zorg er ook
alternatieven binnen de regio beschikbaar zijn. In de ziekenhuizen
bestaan mobiele teams voor palliatieve zorg die het behandelend team
kunnen ondersteunen. Ook buiten het ziekenhuis zijn er structuren en
voorzieningen uitgebouwd die moeten toelaten om iedere palliatieve
patiënt de nodige zorgen op een kwaliteitsvolle manier te
bieden.
Een verstrenging van de opnamecriteria kan mogelijks plaatsen
vrijmaken in de bedden voor palliatieve zorg, maar dit mag geen doel
op zich zijn. Een aanpassing van de opnamecriteria moet in een
globale reflectie met betrekking tot het palliatieve zorgaanbod voor
patiënten in en buiten het ziekenhuis passen, en rekening
houden met de behoeften van de patiënt.
De op federaal vlak vastgelegde bedden voor palliatieve zorg zijn
allemaal erkend en gefinancierd. Voor een eventuele uitbreiding van
het aantal bedden voor palliatieve zorg is er uiteraard het nodige
budget vereist, maar bovendien moet naar mijn mening eerst opnieuw
een fundamentele discussie gevoerd worden met betrekking tot de
plaats van deze bedden in het globale palliatieve zorgaanbod. In het
Belgisch organisatiemodel van palliatieve zorg zijn er specifieke
bedden voor palliatieve zorg in een beperkt aantal ziekenhuizen,
maar daarnaast zijn er in alle algemene ziekenhuizen ook de mobiele
ondersteunende teams voor palliatieve zorg. In de meeste andere
West-Europese landen komen deze twee zorgvormen in het ziekenhuis
trouwens samen voor.
In het kader van een dergelijke discussie dienen ook de
specifieke opnamecriteria voor de gespecialiseerde bedden voor
palliatieve zorg in vraag gesteld te worden. Niet noodzakelijk een
verstrenging, maar in ieder geval een betere definiëring van de
opnamecriteria kan zinvol zijn om de beschikbare middelen in te
zetten voor die patiënten die hier het meeste nood aan hebben.
Maar ook voor de andere palliatieve patiënten in het
ziekenhuis, die niet voor deze bedden in aanmerking komen, moet de
nodige palliatieve verzorging gegarandeerd blijven. Alvorens de
opnamecriteria aan te passen is het dus aangewezen om de specifieke
behoeften van de palliatieve patiënten in het ziekenhuis beter
in kaart te brengen.
|