SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
27 novembre 2012 27 november 2012
________________
Question écrite n° 5-7430 Schriftelijke vraag nr. 5-7430

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique

aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken
________________
Bruxelles - Gouvernement bruxellois - Suppression de places de parking de bureaux - Impact sur les autorités fédérales Brussel - Brusselse regering - Schrapping kantoorparkeerplaatsen - Impact op de federale overheid 
________________
Région de Bruxelles-Capitale
aire de stationnement
migration alternante
fonction publique
ministère
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
parkeerterrein
pendel
overheidsapparaat
ministerie
________ ________
27/11/2012Verzending vraag
18/1/2013Antwoord
27/11/2012Verzending vraag
18/1/2013Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-7429 Aussi posée à : question écrite 5-7429
________ ________
Question n° 5-7430 du 27 novembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7430 d.d. 27 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Lors d'une conférence de presse, la ministre bruxelloise de l'environnement, Evelyne Huytebroeck, a fourni plus d'explications quant à son projet de suppression de 55 000 places de parking destinées aux bureaux. Après l'application d'une série d'exceptions, le nombre de places de parking à supprimer se situerait toujours entre 20 000 etou 25 000.

Les entreprises disposant de places de parking excédentaires ont trois options : ouvrir leurs places au public, payer une taxe environnementale ou simplement supprimer ces places.

A en croire la ministre, la mesure aurait surtout un impact et des conséquences pour les autorités fédérales qui disposent souvent d'une surcapacité de places de parking.

Mes questions sont les suivantes :

1) Le secrétaire d'État est-il informé de la mesure envisagée par la Région bruxelloise ? Qu 'en pense-t-il ?

2) A-t-il une idée de son impact sur les autorités fédérales ? Une concertation a-t-elle eu lieu à ce sujet avec la Région bruxelloise ? Dans la négative, prendra-t-il contact rapidement avec la ministre Huytebroeck ?

3) Combien de fonctionnaires utilisent-ils quotidiennement la voiture pour se rendre au travail dans la Région de Bruxelles-Capitale ? Cette mesure aura-t-elle un impact important sur ce chiffre ?

4) De combien de places de parking les autorités fédérales disposent-elles dans la Région de Bruxelles-Capitale ? Combien de ces places les appartiennent-elles aux autorités fédérales et combien d'entre elles sont-elles louées ? Quel est le taux d'occupation de ces places de parking ?

5) Combien de places de parking appartenant aux autorités fédérales devront-elles disparaître ? Quelle option a-t-elle la préférence du secrétaire d'État : l'ouverture au public, le paiement d'une taxe environnementale ou la suppression pure et simple ?

 

Brussels minister voor Milieu Evelyne Huytebroeck heeft op een persconferentie meer uitleg gegeven bij haar oorspronkelijk plan om 55 000 kantoorparkeerplaatsen te schrappen. Na het toepassen van een aantal uitzonderingsregels zou het totale aantal geschrapte parkeerplaatsen nog 20 000 à 25 000 bedragen.

Bedrijven met overtollige parkeerplaatsen hebben drie opties: de plaatsen openstellen voor het publiek, een milieuheffing betalen of de plaatsen gewoon schrappen.

De maatregel zal volgens de minister vooral gevolgen en impact hebben voor de federale overheid, die vaak een overcapaciteit aan parkeerplaatsen heeft.

Hierover de volgende vragen:

1) Is de geachte staatssecretaris op de hoogte van deze geplande maatregel van het Brusselse Gewest? Hoe beoordeelt hij deze maatregel?

2) Heeft hij zicht op de impact van deze maatregel op de federale overheid? Werd hieromtrent overleg gepleegd met het Brusselse Gewest? Zo neen, zal hij spoedig contact opnemen met Minister Huytebroeck?

3) Hoeveel federale ambtenaren komen dagelijks met de auto naar het werk in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest? Zal deze maatregel een grote impact hebben op dit aantal?

4) Over hoeveel parkeerplaatsen beschikt de federale overheid over het hele Hoofdstedelijke Gewest? Hoeveel hiervan zijn in eigendom van de overheid en hoeveel hiervan worden gehuurd? Wat is de bezettingsgraad van deze parkeerplaatsen?

5) Hoeveel parkeerplaatsen in eigendom van de federale overheid zullen moeten verdwijnen? Welke optie verkiest de geachte staatssecretaris: openstellen voor publiek, een milieuheffing betalen of gewoon schrappen?

 
Réponse reçue le 18 janvier 2013 : Antwoord ontvangen op 18 januari 2013 :

En réponse à sa question, j’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit : 

Nous ne disposons que des informations relatives au Service public fédéral (SPF) P&O.  

L’ensemble des services du SPF P&O est réparti au sein de deux bâtiments ; l’IFA et le Selor sont situés au « Centre Étoile » 15, Boulevard Bischoffsheim, les autres entités au 51, rue de la Loi.

Ces trois entités disposent de leur propre plan de déplacement d’entreprise, donc de mesures qui leur sont propres.  

1) J’ai pris connaissance de la mesure du ministre bruxellois. Bien évidemment je suis partisan de l’ usage du transport en commun par les fonctionnaires fédéraux. 

Cependant pour certains entre eux ceci n’est pas possible du point de vue pratique. Ils doivent donc pouvoir disposer des places de parking nécessaires. 

2) Ce serait utile d’entrer en contact avec le ministre bruxellois afin de pouvoir déterminer l’impact précis pour les fonctionnaires fédéraux. 

3) Au total 61 personnes du SPF P&O qui utilisent quotidiennement leur véhicule personnel pour se rendre au travail et disposent d’une place de parking ; 25 collaborateurs de « P&O 51 », 14 de l’IFA et 26 du Selor. 

Il peut arriver que certains membres du personnel aient occasionnellement recours à leur véhicule pour se rendre sur leur lieu de travail pour une mission ou l’autre.

Nous manquons de données objectives pour pouvoir nous prononcer de façon fondée sur l’impact de cette réglementation.  

4) Le SPF P&O n’est propriétaire d’aucun emplacement de parking, dans aucun des 2 bâtiments susmentionnés.

Il loue, au propriétaire du bâtiment situé rue de la Loi 25 places de parking dans « l’inter parking ». P&O 51 a volontairement abandonné 50 % de ses places de parking dans le cadre du plan d’actions de Développement durable.

L’IFA et le Selor louent respectivement 37 et 45 emplacements sous l’immeuble « Centre Etoile ». Ces places sont à la disposition des voitures de service, des membres du personnel et pour l’essentiel des intervenants extérieurs (formateurs, membres de jury, visiteurs, etc.).

Il n’existe pas de relevé systématique d’occupation des différentes places de parking. 

5) Le SPF Personnel et Organisation ne dispose pas de ces informations.

In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen :  

We beschikken slechts over de gegevens met betrekking tot de Federale Overheidsdienst (FOD) P&O.  

De diensten van de FOD P&O zijn verspreid over twee gebouwen : het OFO en Selor zijn gehuisvest in het Stergebouw in de Bischoffsheimlaan 15, de andere diensten van de FOD zijn gehuisvest in de Wetstraat 51.

Deze drie entiteiten beschikken over hun eigen bedrijfsvervoerplan en dus over maatregelen die specifiek zijn voor hen.  

1) Ik heb de maatregel van de Brusselse minister vernomen. Uiteraard ben ik er voorstander van dat de federale ambtenaren van het openbaar vervoer gebruik maken.

Voor sommigen is dit echter praktisch niet haalbaar. Zij moeten dan ook over de nodige parkeerplaatsen kunnen beschikken. 

2) Een contact met de Brusselse minister omtrent deze maatregel kan nuttig zijn om de precieze impact voor de federale overheid te kunnen bepalen. 

3) Bij de FOD P&O gebruiken in totaal 61 personen hun eigen wagen om naar het werk te komen. Zij beschikken over een parkeerplaats: 25 medewerkers van "P&O 51", 14 van het OFO en 26 van Selor.

Het kan voorvallen dat sommige personeelsleden af en toe van hun wagen gebruik maken om tot op hun werkplaats te geraken voor een bepaalde opdracht.

Het ontbreekt ons aan objectieve gegevens om een gegronde uitspraak te kunnen doen over de impact van deze reglementering.  

4) De FOD P&O is van geen enkele parkeerplaats eigenaar in de twee voormelde gebouwen.

Die FOD huurt van de eigenaar van het gebouw in de Wetstraat 25 parkeerplaatsen bij Inter-parking. P&O heeft uit eigen beweging 50 % van zijn parkeerplaatsen opgegeven in het kader van het actieplan Duurzame Ontwikkeling.

Het OFO en Selor huren respectievelijk 37 en 45 parkeerplaatsen in het Stergebouw. Die plaatsen staan ter beschikking van de dienstwagens, de personeelsleden en hoofdzakelijk van externen (opleiders, leden van examencommissies, bezoekers, enz.).

Er is geen systematisch overzicht van het gebruik van de verschillende parkeerplaatsen.  

5) De FOD Personeel en Organisatie beschikt niet over deze gegevens.