SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
22 novembre 2012 22 november 2012
________________
Question écrite n° 5-7327 Schriftelijke vraag nr. 5-7327

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Incapacités de travail de longue durée - Invalides - Prime de rattrapage - Saisie Langdurig arbeidsongeschikten - Invaliden - Inhaalpremie - Beslag 
________________
incapacité de travail
pauvreté
assurance d'invalidité
saisie de biens
arbeidsongeschiktheid
armoede
invaliditeitsverzekering
beslag op bezittingen
________ ________
22/11/2012Verzending vraag
4/2/2013Antwoord
22/11/2012Verzending vraag
4/2/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-7327 du 22 novembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7327 d.d. 22 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La ministre de la Santé publique me renvoie au secrétaire d'État pour la réponse à cette question écrite (voir question écrite 5-4534).

Les personnes qui sont en incapacité de travail depuis une longue période ne perçoivent plus qu'une allocation nettement moins élevée alors qu'elles ont à faire face à des frais de santé supplémentaires. L'autorité fédérale tente de remédier quelque peu à cette situation par des mesures d'accompagnement. Une prime de rattrapage de 75 euros par an est ainsi accordée depuis 2010. Dans sa proposition de budget, le gouvernement fédéral porte cette prime pour les invalides de 75 à 200 euros. Il s'agit d'une très bonne initiative puisque de plus en plus de personnes vivent au seuil de la pauvreté et sont confrontées à une hausse continuelle du coût de la vie.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Pourquoi a-t-on choisi de rendre cette prime saisissable ? Pourquoi a-t-on choisi de priver de la sorte certaines personnes vivant dans une extrême précarité de cette prime ? Le secrétaire d'État reconnaît-il que cette prime a, à l'origine, été conçue comme une mesure complémentaire destinée à garantir à nos concitoyens invalides une vie davantage conforme à la dignité humaine et non comme un revenu supplémentaire pour les créanciers ?

2) Peut-il m'informer sur le nombre de cas où cette prime a été saisie ? Comment évalue-t-il et explique-t-il ce chiffre ?

3) Est-il prêt à revoir la mesure pour rendre cette prime insaisissable ?

 

Voor het antwoord op deze vraag verwees de minister van Volksgezondheid door naar de staatssecretaris (zie schriftelijke vraag 5-4534).

Langdurig arbeidsongeschikten ontvangen een gevoelig lagere uitkering. Heel wat mensen hebben daarbij ook extra kosten voor hun gezondheid. De federale overheid probeert hier via flankerende maatregelen een mouw aan te passen. Zo bestaat er sinds 2010 de inhaalpremie van 75 euro per jaar. In het begrotingsvoorstel van de federale regering wordt deze premie voor invaliden opgetrokken van 75 tot 200 euro. Een zeer goed initiatief, want steeds meer mensen flirten met de armoedegrens, terwijl ondertussen de levenskosten gestaag toenemen.

Ik heb hierover de volgende vragen:

1) Waarom werd ervoor gekozen om die premie vatbaar te maken voor beslag? Waarom zorgt deze keuze ervoor dat mensen in de grootste nood deze premie wordt ontzegd? Deelt de geachte staatssecretaris mijn analyse dat deze premie primair wordt bedoeld als een aanvullende maatregel om invalide medeburgers een meer menswaardig bestaan te verzekeren en niet als een extra inkomen voor schuldeisers?

2) Kan hij mij informeren over het aantal gevallen waarbij er beslag wordt gelegd op de premie? Hoe evalueert en duidt de staatssecretaris dit cijfer?

3) Is hij bereid om deze maatregel te herzien zodat de premie niet vatbaar is voor beslag?

 
Réponse reçue le 4 février 2013 : Antwoord ontvangen op 4 februari 2013 :

Je peux communiquer que la prime de rattrapage, comme les indemnités d’invalidité, peut faire l’objet d’une saisie (en application de l’article 1410, paragraphe 1,4°, du Code Judiciaire). 

L’octroi d’une prime de rattrapage est une mesure de revalorisation qui a été prise dans le cadre de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre les générations et introduite dans l’assurance indemnités des travailleurs salariés depuis le 1er mai 2010. Depuis le 1ermai 2011, cette mesure est également d’application dans l’assurance indemnités des travailleurs indépendants. 

Il s’agit d’une prime annuelle qui s’élève à 208,09 euros (montant indexé) pour l’année 2013 et qui est octroyée dans le courant du mois de mai aux invalides qui ont au moins un an d’incapacité de travail au 31 décembre de l’année qui précède.  

Étant donné qu’il s’agit d’une prime forfaitaire qui est payée une fois par an (chaque fois dans le courant du mois de mai), il a été décidé, par analogie au pécule de vacances qui est octroyé annuellement aux pensionnés au mois de mai que, pour l’exécution de la saisie, le montant total de la prime de rattrapage soit ajouté aux éventuels autres revenus saisissables du mois de mai (dont les indemnités d’invalidité). Le même principe vaut pour les autres avantages annuels comme, par exemple, la prime de fin d’année ou le treizième mois. 

Je ne dispose pas à l’heure actuelle des chiffres demandés. J’ai demandé au Collège intermutualiste national de me communiquer ces données.

Ik kan meedelen dat de inhaalpremie, net zoals de invaliditeitsuitkeringen, vatbaar is voor beslag (met toepassing van artikel 1410, paragraaf 1,4°, van het Gerechtelijk Wetboek). 

De toekenning van de inhaalpremie is een herwaarderingsmaatregel die werd genomen in het kader van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact en in de uitkeringsverzekering voor werknemers werd ingevoerd sedert 1 mei 2010. Vanaf 1 mei 2011 geldt deze maatregel ook in het kader van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen. 

Het betreft een jaarlijkse premie die voor het jaar 2013 208,09 euro bedraagt (geïndexeerd bedrag) en die in de loop van de maand mei wordt verleend aan de invalide gerechtigden die op 31 december van het voorgaande jaar ten minste 1 jaar arbeidsongeschikt zijn erkend. 

Vermits het om een forfaitaire premie gaat die één maal per jaar wordt uitbetaald (telkens in de loop van de maand mei), werd beslist dat, naar analogie van het vakantiegeld dat jaarlijks aan gepensioneerden wordt uitbetaald in de loop van de maand mei, voor de uitvoering van het beslag het bedrag van de inhaalpremie in zijn geheel moet worden bijgeteld bij de eventuele andere beslagbare inkomsten van de maand mei (waaronder de invaliditeitsuitkeringen). Hetzelfde principe geldt tevens voor andere jaarlijkse voordelen, bijvoorbeeld, de eindejaarspremie of de dertiende maand. 

Ik beschik momenteel niet over de gevraagde cijfers. Ik heb het Nationaal Intermutualistisch College gevraagd om me deze gegevens mee te delen.