SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
22 novembre 2012 22 november 2012
________________
Question écrite n° 5-7284 Schriftelijke vraag nr. 5-7284

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Les avis du Conseil central de surveillance pénitentiaire et leur suivi De adviezen van de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen en de opvolging ervan 
________________
établissement pénitentiaire
régime pénitentiaire
instance de contrôle
Conseil central de surveillance pénitentiaire
strafgevangenis
strafstelsel
controleorgaan
Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen
________ ________
22/11/2012Verzending vraag
26/7/2013Antwoord
22/11/2012Verzending vraag
26/7/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2493 Requalification de : demande d'explications 5-2493
________ ________
Question n° 5-7284 du 22 novembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7284 d.d. 22 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le rapport du Conseil central de surveillance pénitentiaire pour 2008-2011 critique en des termes on ne peut plus clairs la manière dont la politique pénitentiaire belge est menée. Il s'agit en l'occurrence de l'application de la loi de principe du 12 janvier 2005 concernant l’administration des établissements pénitentiaires ainsi que le statut juridique des détenus.

À la suite de ce rapport, la ministre a promis une réflexion approfondie, entre autres sur la manière de concrétiser de façon acceptable le traitement et le statut juridique des internés.

Le rapport contient bon nombre de recommandations concrètes en vue d'une meilleure politique carcérale.

De quelle manière, avec quelles méthodes et à quel moment la ministre donnera-t-elle concrètement suite aux recommandations du Conseil central de surveillance pénitentiaire, particulièrement en ce qui concerne les aspects suivants.

1) Concernant le respect des droits de l'homme. Surpopulation, hygiène de base, soins, mais aussi attention pour la santé mentale, enfermements abusifs dans des cellules dépouillées, etc. trahissent une interprétation inacceptable des droits de l'homme et appellent des mesures urgentes et adéquates.

2) Une peine d'emprisonnement doit préparer à vivre à nouveau dans le monde extérieur. Selon le Conseil, cet objectif n'est pas du tout mis en évidence.

3) Favoriser la réinsertion mais les conditions carcérales aboutissent souvent à une plus grande désintégration des réseaux familiaux et humains des détenus. Cela est également lié à certains détails, comme le coût des communications téléphoniques et l'imprévisibilité d'éventuels contacts avec le monde extérieur.

4) Collaboration avec les services internes, la plupart des détenus n'ayant pas ou presque pas accès aux prestations des communautés dans ce domaine.

5) Préparation, entraînement et développement des compétences du personnel pénitentiaire, manière dont les règlements d'ordre intérieur sont interprétés et contrôlés, etc.

6) Inspections régulières des prisons. Les commissions compétentes se plaignent d'un manque de dynamisme, de sérieux et d'encadrement et se sentent isolées.

7) Accueil et information, avec d'abondants récits sur la façon boiteuse dont les détenus sont intégrés.

8) Qualité des espaces cellulaires, entre autres surpopulation, sanitaires, etc.

9) Hygiène de base, également en lien avec la surpopulation, des infrastructures sanitaires inadaptées mais aussi les cuisines.

10) Vêtements et linge de lit : trop peu, en mauvais état, trop peu de lessives, etc.

11) Alimentation : pas assez variée, manque d'infrastructure de cuisine, compétence du personnel de cuisine.

12) Avis juridiques, surtout dans des cas disciplinaires.

13) Contacts avec le monde extérieur : longs temps d'attente, coûts des communications téléphoniques.

14) Programmes d'activités : meilleur accès, plus de variété, plus de possibilités d'activités sportives et récréatives, infrastructures insuffisantes, offre insuffisante.

15) Possibilités de formations pendant le temps libre, surtout pour les prisons de Bruxelles et de la Région wallonne, et problèmes d'accès, entre autres en raison d'une mauvaise connaissance de la langue.

16) Possibilités de travailler au sein de la prison avec entre autres des cas de discrimination fondée sur la nationalité et la nature du délit commis, possibilités d'améliorer ses compétences professionnelles et aptitudes et donc de mieux se préparer au monde extérieur. Meilleure rémunération du travail en prison : travailleurs structurellement sous-payés et droit à un salaire.

17) Liberté d'opinion et de culte avec des possibilités faibles ou nulles de pratique collective de la religion.

18) Nombreux problèmes liés à l'accueil des détenus après leur libération.

19) Problèmes spécifiques des détenues, entre autres par rapport aux jeunes enfants.

20) Contacts avec les représentations diplomatiques.

Cette liste non exhaustive illustre la variété, l'ampleur et l'universalité des aspects mis en évidence par le Conseil central de surveillance pénitentiaire pour lesquels nous attendons de la ministre qu'elle mette en place une politique efficace.

Je souhaiterais connaître la réaction de la ministre sur chacun de ces points, ainsi que la suite qu'elle a donnée au rapport du Conseil central. Quelles sont les actions en chantier ? Quels projets a-t-on déjà élaborés ? Que fait-on pour mettre fin à ces situations inacceptables ? Comment le Conseil central a-t-il été informé des actions entreprises ? Combien de fois la ministre s'est-elle déjà concertée avec le Conseil central ? Quand les prochaines rencontres sont-elles prévues ? Quelle est la feuille de route de la ministre ?

 

Het verslag van de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen (CTRG) voor de periode 2008 - 2011 hekelt in de meest duidelijke bewoordingen de wijze waarop het Belgische gevangenisbeleid werd en wordt ingevuld. Het gaat hier over de toepassing van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden.

Naar aanleiding van dat verslag beloofde de minister een grondige denkoefening, ook over de manier waarop de behandeling en de rechtspositie van de gedetineerden en geïnterneerden op een aanvaardbare wijze kan worden geconcretiseerd.

Het verslag bevat heel wat concrete aanbevelingen voor een beter gevangenisbeleid.

Op welke wijze, met welke methodes en op welk moment zal de minister concreet werk maken van de aanbevelingen van de CTRG, meer bepaald over de volgende aspecten:

1) Met betrekking tot de naleving van de mensenrechten. Overbevolking, basishygiëne, verzorging, maar ook de aandacht voor de geestelijke gezondheid, de overdreven opsluitingen in naakte cellen enzovoort wijzen op een onaanvaardbare invulling van de mensenrechten en smeken om snelle en adequate maatregelen.

2) Een gevangenisstraf moet voorbereiden op een leven in de buitenwereld. Deze doelstelling blijft volgens de CTRG helemaal onderbelicht.

3) Integratie bevorderen, maar de omstandigheden in de gevangenissen leiden naar nog meer desintegratie van de familiale en menselijke netwerken van de gevangenen. Dat heeft ook te maken met details, zoals de kost van het telefoneren en de onberekenbaarheid van mogelijke contacten met de buitenwereld.

4) Samenwerking met interne diensten, waarbij de meeste gevangenen nauwelijks of geen toegang vinden tot onder andere de voorzieningen ter zake van de gemeenschappen.

5) Voorbereiding, training en competentieontwikkeling bij het gevangenispersoneel, de wijze waarop huishoudelijke reglementen worden ingevuld en gecontroleerd enzovoort.

6) Geregelde inspecties van de gevangenissen. De bevoegde commissies klagen over een gebrek aan slagkracht, ernst en omkadering en voelen zich geïsoleerd.

7) Onthaal en informatie, met veel verhalen over een krakkemikkige wijze waarop nieuwe gevangenen worden ingepast.

8) Kwaliteit van de celruimtes, onder andere de overbevolking, het sanitair enzovoort.

9) Basishygiëne, eveneens gekoppeld aan onder andere overbevolking, onaangepaste infrastructuur van sanitair, maar ook keukens.

10) Kledij en beddengoed: te weinig, slechte staat, te weinig wasbeurten enzovoort.

11) Voeding: te weinig variatie, gebrekkige keukeninfrastructuur, competentie van het keukenpersoneel.

12) Juridisch advies, zeker in het geval van tuchtrechtelijke gevallen.

13) Contacten met de buitenwereld: lange wachttijden, kostprijs telefoongesprekken.

14) Programma's met activiteiten: meer toegang, meer variatie, meer kansen op sport en recreatie: te weinig infrastructuur, te weinig aanbod.

15) Opleidingskansen in de vrije tijd, vooral voor gevangenissen in Brussel en het Waalse Gewest en problemen met toegankelijkheid, onder andere door talenkennis.

16) Kansen op werk binnen de gevangenis, met onder andere gevallen van discriminatie op basis van nationaliteit en aard van begane misdaad, met hierbij een kans op verbetering van de beroepsbekwaamheid, de mogelijkheden om zich door meer vaardigheden beter op de buitenwereld voor te bereiden. Betere beloningen voor gevangenisarbeid: een structurele onderbetaling en recht op salaris.

17) Vrijheid van denken en godsdienst, met te weinig of geen kansen op gemeenschappelijke godsdienstbeleving.

18) Veel problemen met de opvang van gevangenen na hun vrijlating.

19) Specifieke problemen met vrouwelijke gevangenen, onder andere in relatie tot de jonge kinderen.

20) Contacten met de diplomatieke vertegenwoordigingen.

Deze al ingekorte lijst illustreert de breedte, de omvang, maar ook de alomvattendheid van de aspecten waar de CTRG op wijst en waarvoor een doeltreffend beleid van de minister wordt verwacht.

Graag had ik punt per punt een reactie en opvolging gekregen van de minister. Wat werd reeds ondernomen? Welke acties staan op stapel? Welke plannen werden reeds gemaakt? Wat wordt gedaan aan deze onaanvaardbare toestanden? Hoe werd de CTRG op de hoogte gebracht van de ondernomen acties? Hoe vaak heeft de minister reeds overleg gepleegd met de CTRG? Wanneer staan de volgende ontmoetingen op de agenda? Wat is het stappenplan van de minister?

 
Réponse reçue le 26 juillet 2013 : Antwoord ontvangen op 26 juli 2013 :

Le rapport du Conseil central de surveillance pénitentiaire couvre la période 2008-2011. Certaines des critiques qu’il fait sur la manière dont la politique pénitentiaire belge est menée sont donc devenues obsolètes.  

De nombreux aspects problématiques ont été résolus par l’entrée en vigueur, le 1er septembre 2011, d’une majorité des articles de la loi de principe du 12 janvier 2005 concernant l'administration des établissements pénitentiaires ainsi que le statut juridique des détenus. 

De plus, la plupart des recommandations faites par le Conseil central de surveillance pénitentiaire avait trait à la surpopulation carcérale. À ce niveau, la réalisation du Masterplan pour une infrastructure pénitentiaire dans des meilleures conditions est en cours d’exécution et a connu des avancées importantes ces dernier mois. Les avancées suivantes sont à constater : 

  • Le chantier du Centre de Psychiatrie Légale de Gand a été inauguré le 3 octobre 2011 et la fin des travaux est prévue pour mars/avril 2014 tandis que le dossier relatif au Centre de Psychiatrie Légale d’Anvers est en cours, les travaux sont en cours d’adjudication et devraient s’achever mi-2015 ; 

  • Il a été décidé que les quatre nouvelles prisons de Dendermonde, Leuze-en-Hainaut, Beveren et Marche-en-Famenne seront construites en partenariat avec le privé selon le système DBFM (Design, Build, Finance, Maintenance). Le Conseil des Ministres a choisi les Consortium pour la construction de ces prisons le 16 juin 2011. La Belgique espère pouvoir mettre ces établissements en service fin 2013. Les travaux de construction de la prison de Marche-en-Famenne ont été inaugurés le 20 octobre 2011, ceux de la prison de Leuze-en-Hainaut, le 13 septembre 2012 et ceux de la prison de Beveren, le 12 mars 2012. La mise en service de la prison de Marche-en-Famenne est prévue pour novembre 2013, celle de Beveren et de Leuze-en-Hainaut pour début 2014.  

  • En ce qui concerne une nouvelle prison à Anvers, des négociations sont en cours avec les autorités communales pour trouver un emplacement adéquat. 

  • Des travaux importants ont été réalisés pour rénover les prisons de Saint – Gilles , Wortel et Turnhout. 

  • Le projet relatif à la nouvelle prison de Haren (Bruxelles) évolue de manière significative. 

  • La convention entre la Belgique et les Pays-Bas en vue d'héberger 650 détenus belges dans l'établissement pénitentiaire de Tilburg a pris fin le 31 décembre 2012. Vu la surpopulation actuelle dans nos prisons et le timing prévu pour les quatre nouvelles prisons, la convention avec Tilburg a été prolongée de 1 an. De ce fait, des détenus belges pourront séjourner dans cette prison néerlandaise en 2013 également. 

  • Plusieurs modalités de mise en surveillance électronique sont en cours (condamnés à des peines n’excédant pas trois ans d’emprisonnement) ou en préparation (prévenus).  

Pour le surplus, je vous renvoie à la compétence des communautés en matière de réintégration des détenus.

Het verslag van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen heeft betrekking op de periode 2008-2011. Intussen is de kritiek die in dat verslag op de invulling van het Belgische gevangenisbeleid wordt geuit, dus voor een deel achterhaald.  

Tal van problematische aspecten werden opgelost toen op 1 september 2011 de meeste artikelen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden in werking traden. 

Bovendien hadden de meeste aanbevelingen van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen betrekking op de overbevolking in de gevangenissen. Er moet worden onderstreept dat het Masterplan voor een gevangenisinfrastructuur in betere omstandigheden thans wordt uitgevoerd en dat de voorbije maanden aanzienlijke vooruitgang werd geboekt. Hierna volgt een overzicht van de gemaakte vorderingen : 

  • De werkzaamheden voor het forensisch psychiatrisch centrum te Gent werden gestart op 3 oktober 2011 en zouden in maart/april 2014 voltooid moeten zijn; het dossier betreffende het forensisch psychiatrisch centrum te Antwerpen is evenwel nog hangende. Er loopt een gunningsprocedure voor de werkzaamheden, die midden 2015 voltooid zouden moeten zijn. 

  • Er werd beslist de vier nieuwe gevangenissen te Dendermonde, Leuze-en-Hainaut, Beveren en Marche-en-Famenne te bouwen in het kader van een partnerschap met de private sector volgens het DBFM-systeem (Design, Build, Finance, Maintenance). De ministerraad heeft op 16 juni 2011 de consortia voor de bouw van die gevangenissen gekozen. België hoopt die inrichtingen eind 2013 in gebruik te kunnen nemen. De bouwwerkzaamheden voor de gevangenis te Marche-en-Famenne zijn op 20 oktober 2011 gestart, die voor de gevangenis te Leuze-en-Hainaut op 13 september 2012 en die voor de gevangenis te Beveren op 12 maart 2012. De ingebruikname van de gevangenis te Marche-en-Famenne is gepland voor november 2013. De gevangenissen te Beveren en Leuze-en-Hainaut zouden begin 2014 in gebruik moeten worden genomen.  

  • Thans wordt met de gemeentelijke overheid onderhandeld over een passende locatie voor de nieuwe gevangenis te Antwerpen. 

  • Er werden aanzienlijke renovatiewerkzaamheden verricht in de  gevangenissen te Sint-Gillis, Wortel en Turnhout. 

  • Het project inzake de nieuwe gevangenis te Haren (Brussel) maakt duidelijk vorderingen. 

  • De overeenkomst tussen België en Nederland om 650 Belgische gedetineerden onder te brengen in de penitentiaire inrichting Tilburg liep op 31 december 2012 ten einde. Gelet op de huidige overbevolking in onze gevangenissen en de timing voor de vier nieuwe gevangenissen werd de overeenkomst met Tilburg met een jaar verlengd. Daardoor kunnen de Belgische gedetineerden ook in 2013 in die Nederlandse gevangenis verblijven. 

  • Thans zijn verscheidene modaliteiten van elektronische toezicht aan de gang (veroordeelden met straffen die drie jaar niet te boven gaan) of in voorbereiding (beklaagden). 

Verder verwijs ik ook graag naar de bevoegdheid van de gemeenschappen inzake de re-integratie van gedetineerden.