| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2012-2013 | Zitting 2012-2013 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 22 novembre 2012 | 22 november 2012 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-7276 | Schriftelijke vraag nr. 5-7276 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
à la ministre de la Justice |
aan de minister van Justitie |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Les rapports de la police et de la justice avec des délinquants de plus en plus jeunes | De omgang binnen politie en justitie met steeds jongere mensen die een misdrijf plegen | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| délinquance juvénile juridiction pour mineurs lutte contre le crime |
jeugdcriminaliteit rechtspraak voor minderjarigen misdaadbestrijding |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Requalification de : demande d'explications 5-2442 | Requalification de : demande d'explications 5-2442 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-7276 du 22 novembre 2012 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-7276 d.d. 22 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Actualité À Courtrai, quatre jeunes âgés de 11 à 14 ans ont été interpellés pour quarante cambriolages. La semaine dernière, un véhicule a été pris en chasse de la frontière française à Bruxelles ; c'est un jeune de 15 ans qui était au volant. Ce ne sont là que quelques illustrations récentes, des récits quotidiens des exploits de délinquants de plus en plus jeunes. Problématique Il s'agit de plus en plus souvent de jeunes qui ne sont pas vraiment proches de la majorité. Il s'agit souvent d'enfants ou de jeunes adolescents qui sont encore en pleine croissance sur le chemin vers l'âge adulte. Dans quelle mesure nos services de police, notre droit de la jeunesse, nos magistrats de la jeunesse et nos possibilités d'accueil sont-ils adaptés à ce groupe de plus en plus nombreux ? Ces jeunes ont plus que quiconque vraiment besoin d'être encadrés et de recevoir l'aide indispensable. Une préoccupation pédagogique est la plus indiquée mais va à contre-courant du discours social de plus en plus sévère et répressif. Les médias et les ténors politiques condamnent de fait ces jeunes en les considérant comme la lie de l'humanité. C'est précisément pour ces raisons qu'une réaction s'impose. La société et les jeunes concernés demandent avant tout des perspectives d'avenir. Question Quelle est la vision de la ministre sur le groupe de plus en plus nombreux de jeunes et de très jeunes qui ont affaire à la justice à cause de délits ? Peut-elle garantir que ces jeunes, quelles que soient la gravité de leur délit et la pertinence et nécessité d'une peine, peuvent quand même compter sur un accompagnement, faire l'objet d' attention et même de préoccupation pour leur croissance et leur épanouissement ? La ministre a-t-elle l'audace de continuer à œuvrer avec conviction et à contre-courant de la société, à des approche et traitement humains et pédagogiques de ces jeunes ? |
Actualiteit In Kortrijk snapte men vier jongeren tussen 11 en 14 jaar voor veertig inbraken. Vorige week was er een achtervolging van de Franse grens tot Brussel met een 15 jarige aan het stuur. Dit zijn maar enkele recente illustraties, dagelijkse verhalen van steeds jongere misdadigers. Problematiek Het gaat steeds meer over jonge mensen die niet echt balanceren op de leeftijdsgrens van de meerderjarigheid. Vaak zijn het kinderen of prille tieners, nog volop in hun ontwikkeling en groei naar volwassenheid. In welke mate zijn zowel onze politiediensten, ons jeugdrecht, onze jeugdmagistraten en onze opvangmogelijkheden voorzien op deze uitdijende populatie? Deze jonge mensen hebben - meer dan wie ook - hoge nood aan begeleiding en de broodnodige hulp. Hier past vooral een pedagogische bekommernis, maar die staat haaks op een alsmaar strenger en repressiever maatschappelijk discours. De media, maar ook politieke tenoren schrijven deze jonge mensen de facto af, klasseren hen als menselijk gevaarlijk afval. Juist daarom is weerwerk nodig. De samenleving en de betrokken jongeren vragen vooral een toekomstperspectief Vraag Met welke visie kijkt de minister naar de alsmaar groeiende groep van jonge - zeer jonge - mensen die wegens misdrijven binnen Justitie belanden? Kan zij waarborgen dat deze jonge mensen, ongeacht de ernst van hun misdrijf en de relevantie en noodzaak van een straf, toch nog kunnen rekenen op begeleiding, aandacht en zelfs bekommernis voor hun verdere groei en ontwikkeling? Brengt de minister de durf op om met overtuiging en tegen de maatschappelijke stroom in, te blijven ijveren voor een pedagogische, menselijke benadering en behandeling van deze jongeren? |
||||||||
| Réponse reçue le 19 décembre 2012 : | Antwoord ontvangen op 19 december 2012 : | ||||||||
Vu les chiffres relatifs au flux entrant des « affaires faits qualifiés infraction » (affaires FQI) dans les parquets de la jeunesse entre le 1er janvier 2006 et le 31 décembre 2010, une augmentation de 5 % est enregistrée pour les 24 parquets.
Bien qu'on indique toujours que le nombre de jeunes qui commettent des infractions connaît une énorme augmentation, c'est toutefois le flux entrant d'affaires « mineurs en danger » (affaires MD) qui augmente. Il est question d'une augmentation de 16,65 % au cours de la période précitée. En outre, la catégorie des 16-18 ans est encore toujours la catégorie la plus importante dans les affaires MD. Il n'est donc pas véritablement question d'une forte augmentation et il est également faux de dire qu'il s'agirait de plus en plus fréquemment d'enfants de plus en plus jeunes. Toutefois, de jeunes adolescents commettent effectivement des infractions. Pour ce qui regarde l'approche, les réformes de 2006 de la législation existante ont introduit un certain nombre de nouveautés dans la loi, mais le système de protection existant a été conservé. Les mesures possibles sont à la fois protectrices et éducatives et peuvent revêtir un caractère contraignant. La modernisation en 2006 était axée sur l'exclusion de tout sentiment d'impunité, ce qui est atteint en donnant aux magistrats un plus large éventail légal de mesures qui proposent une réponse adéquate sur mesure à la délinquance juvénile et où une attention est toujours prêtée aux soins pédagogiques. Il appartient toutefois aux Communautés de veiller à l'exécution de ces mesures. Elles doivent non seulement proposer une offre, mais également des places ou des possibilités suffisantes. Je remarque qu'il y a toujours au sein des Communautés une attention permanente pour proposer des projets novateurs afin de fournir une réponse adéquate à cette problématique. Concernant les jeunes adolescents qui commettent des infractions, la loi est très claire : au plus l'auteur est jeune, au plus la loi met l'accent sur les mesures éducatives. Les magistrats de la jeunesse et les juges de la jeunesse sont quotidiennement confrontés à des situations dramatiques auxquelles ils doivent apporter une réponse. Toute une variété de mesures éducatives et d'accompagnement a été intégrée dans la loi. Il appartient toutefois aux Communautés de créer une offre appropriée et suffisante en exécution de ces mesures. |
Gelet op de cijfers betreffende de instroom van het aantal “als misdrijf omschreven zaken” (MOF-zaken) bij de jeugdparketten tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010 is er een stijging waar te nemen van 5 % voor vierentwintig parketten.
Hoewel er steeds gesteld wordt dat het aantal jongeren dat misdrijven pleegt, enorm toeneemt, is het echter vooral de instroom vanzaken betreffende “problematische opvoedingssituaties” (POS-zaken) dat stijgt. Het gaat om een stijging van 16,65 % in de voormelde periode. Bovendien blijkt de categorie van de 16 tot 18 jarigen bij de MOF zaken nog steeds de grootste categorie te zijn. Van een sterke toename is er dus niet echt sprake en dat het steeds meer zou gaan om steeds jongere kinderen evenmin. Niettemin zijn er inderdaad jonge tieners die misdrijven plegen. Wat de aanpak betreft; de hervormingen van 2006 van de bestaande wetgeving hebben een aantal vernieuwingen opgenomen in de wet, maar het bestaande beschermingssysteem werd behouden. De mogelijke maatregelen zijn tegelijkertijd beschermend en opvoedkundig en kunnen een dwingend karakter hebben. De modernisering in 2006 was erop gericht elk gevoel van straffeloosheid uit te sluiten, hetgeen wordt bereikt door de magistraten een ruimer wettelijk panel aan te reiken van maatregelen die een adequaat antwoord op maat op jeugddelinquentie bieden en waarbij de pedagogische zorg steeds in het oog wordt gehouden. Het zijn echter de Gemeenschappen die dienen in te staan voor het uitvoeren van deze maatregelen. Niet alleen moeten zij zorgen voor een aanbod, maar ook voor voldoende plaatsen of mogelijkheden. Ik merk dat binnen de Gemeenschappen er een blijvende aandacht is om vernieuwende projecten aan te bieden om op een adequate manier een antwoord te bieden op deze problematiek. Wat betreft de jonge tieners die misdrijven plegen, is de wet zeer duidelijk: hoe jonger, hoe meer nadruk er wordt gelegd op opvoedkundige maatregelen in de wet. De jeugdmagistraten en de jeugdrechters worden dagelijks geconfronteerd met schrijnende situaties waar ze een antwoord dienen op te bieden. Een diversiteit aan opvoedkundige en begeleidende maatregelen werd in de wet opgenomen. Het is echter aan de Gemeenschappen om in uitvoering hiervan een gepast en voldoende aanbod te creëren. |