Dans un indicateur international de performance concernant le climat entrepreneurial, notre pays obtient un mauvais résultat en ce qui concerne le délai nécessaire pour faire enregistrer les biens immobiliers, ainsi que le coût de cet enregistrement. Voici mes questions : 1) Pour quels aspects (notamment fiscaux) l'échelon fédéral est-il toujours impliqué dans l'enregistrement des biens immobiliers ? 2) Le ministre reconnaît-il que des problèmes se posent quant au délai et au coût de l'enregistrement de ces biens, surtout lorsqu'on compare notre situation à celle des autres pays ? 3) Quelles mesures envisage-t-il pour remédier à ce mauvais résultat ? |
In een internationaal benchmark over het ondernemersklimaat scoort ons land slecht met betrekking tot de termijn die nodig is om vastgoed te registreren en tot de kostprijs van deze registratie. Hierover de volgende vragen: 1) Voor welke aspecten (o.a. fiscaliteit) is het federaal niveau nog betrokken bij de registratie van vastgoed? 2) Beaamt de minister dat zich hierbij, qua duurtijd en kostprijs, bijzondere problemen stellen, zeker in verhouding tot de praxis hieromtrent in het buitenland? 3) Welke maatregelen plant/overweegt hij om deze zwakke score te verhelpen? |
Tout d’abord, je tiens à faire remarquer que dans
l’étude comparative à laquelle l’estimé
sénateur se réfère, le concept « enregistrement
de bien immeuble » est défini comme « la
période à partir de l’obtention des
renseignements requis jusqu’à l’opposabilité
aux tiers et la disponibilité pour revente ou affectation
hypothécaire ». Ce concept est beaucoup plus large
que la formalité de l’enregistrement « stricto
sensu ».
La plupart des formalités qui sont visées par ce
concept étendu d’ « enregistrement de la vente »
ont pour but d’informer l’acquéreur et de lui
procurer la sécurité juridique. Un grand nombre de ces
formalités relèvent de la compétence des
Régions. En ce qui concerne les formalités fédérales,
je peux uniquement répondre pour celles qui concernent le
Service public fédéral (SPF) Finances.
le SPF Finances est concerné à l’occasion
de « l’enregistrement de bien immeuble »,
au sens de l’étude comparative, lors de :
la délivrance d’extraits des documentations
cadastrale, de l’enregistrement et des hypothèques pour
les besoins du monde des professionnels de l’immobilier, afin
de permettre à ceux-ci d’identifier correctement les
biens à transférer, de rédiger un titre
assurant la sécurité juridique et d’offrir un
aperçu des privilèges et des hypothèques qui
grèvent le bien.
l’obligation de communication au fisc de la transaction
envisagée, afin de permettre à celui-ci de recouvrer
les impôts encore dus à charge du cédant. Cette
obligation vaut également en ce qui concerne le secteur de la
sécurité sociale.
la mention effective de la transaction dans la documentation
immobilière patrimoniale (enregistrement, hypothèques
et cadastre). La mention dans la documentation hypothécaire
assure l’opposabilité aux tiers.
Je doute que tous les pays offrent à l’acquéreur
la même information et la même sécurité
que dans le nôtre. C’est un fait que notre système
de traitement et de délivrance de la documentation
patrimoniale nécessite une modernisation. Nombre de projets
de modernisation sont en cours au SPF Finances à cet effet.
A cet égard, il est plus simple pour les pays dans
lesquels il n’existe pas encore de système adéquat
de documentation patrimoniale, de créer un nouveau système
moderne, plutôt que de transformer un système
historique existant, fut-il de haute qualité.
Concernant le coût de « l’enregistrement d’un
bien immeuble », les droits levés sur la transaction
immobilière elle-même sont de la compétence des
Régions.
Le SPF Finances travaille via les projets STIPAD et DER à
une présentation, un traitement et une délivrance
intégrée et électronique de la documentation
patrimoniale.
Ces projets doivent conduire à une simplification
administrative et une accélération des procédures,
entre autres par l’application du principe « only
once » en ce qui concerne la présentation
électronique (simultanée) à l’enregistrement
et aux hypothèques. L’implémentation du deuxième
volet de STIPAD (délivrance de documentation patrimoniale) et
du projet DER (possibilité de présentation
électronique pour les actes notariés) est prévue
pour la mi- 2013.
Afin de garantir la sécurité juridique et d’octroi
de crédit, des recherches sur une période de trente
ans sont exigées pour ce qui concerne la délivrance de
la documentation patrimoniale.
Cela a pour conséquence que même après
l’installation des systèmes intégrés
susmentionnés, les recherches dans les back offices, pour la
période antérieure à 2003, devront encore
s’effectuer manuellement pendant un certain temps.
En ce qui concerne les avis et notifications fiscales et
sociales, le travail se poursuit en collaboration avec FedICT pour
arriver à un échange de données intégré
et automatisé. On veut ainsi impliquer également les
acteurs fiscaux régionaux et locaux, ce qui devrait conduire
à une simplification administrative à tous les niveaux
de pouvoir.
|
Voorafgaandelijk wil ik opmerken dat in de benchmarkstudie
waarnaar de geachte senator verwijst het begrip “registratie
van vastgoed” gedefinieerd wordt als “de periode vanaf
het inwinnen van vereiste inlichtingen tot de tegenstelbaarheid aan
derden en de beschikbaarheid voor vervreemding of hypothecaire
aanwending “. Dit begrip is veel ruimer dan de
registratieformaliteit “sensu stricto”.
De meeste formaliteiten die onder dit ruime begrip van
“registratie van de verkoop” vallen, zijn bedoeld om de
verwerver voor te lichten en hem rechtszekerheid te bieden. Heel wat
van deze formaliteiten behoren tot de bevoegdheid van de gewesten.
Wat de federale formaliteiten betreft, kan ik enkel antwoorden voor
deze die betrekking hebben op de Federale Overheidsdienst (FOD)
Financiën.
De FOD Financiën is bij de “registratie van
vastgoed”, zoals bedoeld in de benchmarkstudie, betrokken bij:
het afleveren van uittreksels uit de kadastrale, registratie-
en hypothecaire documentatie ten behoeve van de wereld van de
immobiliënberoepen, ten einde deze toe te laten de over te
dragen goederen juist te identificeren en een rechtszekere titel op
te stellen en een overzicht te bieden van de op het goed wegende
hypotheken en voorrechten.
de verplichting tot kennisgeving van de voorgenomen
transactie aan de fiscus, teneinde deze toe te laten de lastens de
vervreemder nog verschuldigde belastingen te kunnen innen. Deze
verplichting geldt tevens ten aanzien van de sector van de sociale
zekerheid.
De eigenlijke opname van de transactie in de patrimoniale
vastgoeddocumentatie (registratie, hypotheken en kadaster). De
opname in de hypothecaire documentatie zorgt voor tegenstelbaarheid
aan derden.
Ik betwijfel of in alle landen dezelfde voorlichting en
zekerheid aan de verwerver wordt geboden als in ons land. Het is
inderdaad zo dat ons systeem van verwerking en aflevering van
patrimoniale documentatie aan modernisering toe is. Hiertoe lopen er
bij de FOD Financiën tal van moderniseringsprojekten.
Hierbij is het eenvoudiger voor landen waar nog geen degelijk
systeem van patrimoniale documentatie bestond om een nieuw modern
systeem in te voeren, dan een historisch bestaand en kwalitatief
hoogstaand, systeem om te vormen.
Wat de kostprijs voor de “registratie van vastgoed”
betreft, behoren de op de onroerende transactie zelf geheven rechten
tot de bevoegdheid van de Gewesten.
Binnen de FOD Financiën wordt o.a. via het STIPAD- en
DER-project gewerkt aan de geïntegreerde en elektronische
aanbieding, verwerking, en aflevering van de
patrimoniumdocumentatie.
Deze projecten moeten leiden tot administratieve vereenvoudiging
en versnelling van de procedures onder andere door toepassing van
het “only once” principe voor wat betreft de
(gelijktijdige) elektronische aanbieding ter registratie en
hypotheken. De implementatie van het tweede luik van STIPAD
(aflevering van patrimoniumdocumentatie) en het DER-project
(mogelijkheid tot elektronische aanbieding voor notariële
akten) is gepland voor medio 2013.
Teneinde de rechtszekerheid en de kredietverlening te waarborgen,
zijn voor wat betreft de aflevering van patrimoniale documentatie,
opzoekingen vereist die betrekking hebben op een periode van dertig
jaar.
Dit heeft tot gevolg dat ook na de installatie van voormelde
geïntegreerde systemen, de opzoekingen in de back offices die
betrekking hebben op de periode vóór het jaar 2003,
nog een geruime tijd op manuele wijze zullen dienen te gebeuren.
Inzake de fiscale en sociale kennisgevingen en notificaties,
wordt, in samenwerking met FedICT, verder gewerkt aan een
geïntegreerde en geautomatiseerde gegevensuitwisseling. Hierbij
is het de bedoeling om ook de gewestelijke en lokale fiscale actoren
te betrekken, hetgeen tot administratieve vereenvoudiging op alle
beleidsniveaus zou moeten leiden.
|