SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
25 octobre 2012 25 oktober 2012
________________
Question écrite n° 5-7202 Schriftelijke vraag nr. 5-7202

de Karl Vanlouwe (N-VA)

van Karl Vanlouwe (N-VA)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
La Convention entre la Belgique et le Maroc sur l'assistance aux personnes détenues et le transfèrement des personnes condamnées De Overeenkomst tussen België en Marokko inzake bijstand aan gedetineerde personen en overbrenging van gevonniste personen 
________________
Maroc
transfèrement de détenus
exécution de la peine
détenu
statistique officielle
accord bilatéral
Marokko
overbrenging van gedetineerden
voltrekking van de straf
gedetineerde
officiële statistiek
bilaterale overeenkomst
________ ________
25/10/2012Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
25/10/2012Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2484 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2484
________ ________
Question n° 5-7202 du 25 octobre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7202 d.d. 25 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Je reviens sur la Convention entre la Belgique et le Maroc sur l'assistance aux personnes détenues et le transfèrement des personnes condamnées, signée à Bruxelles le 7 juillet 1997.

Je rappelle que vous avez répondu, fin juin, que six détenus avaient été renvoyés et que, pour le reste, on examinait constamment le cas de nouveaux détenus afin de vérifier si ces dispositions pouvaient leur être appliquées.

Je voudrais à nouveau m'enquérir de l'intention des autorités marocaines de collaborer à la mise en œuvre de cette convention de 1997.

Le Service Coopération internationale en matière pénale du SPF Justice a examiné

les 51 dossiers en coopération avec l’Office des étrangers et en a sélectionné treize qui, conformément au traité de renvoi, pouvaient être transmis au Maroc, où ils ont à nouveau fait

l’objet d’un contrôle, de sorte qu’en fin de compte, à peine six prisonniers pouvaient être renvoyés. Selon la ministre, les autorités marocaines doutaient de la nationalité de sept des treize prisonniers.

Je trouve cela particulièrement bizarre. Un jugement est passé en force de chose jugée pour tous les dossiers transférés. Ensuite, le service Coopération internationale en matière pénale a vérifié les dossiers en détail. Et les autorités

marocaines doutent de la nationalité de sept prisonniers ! La convention de renvoi et le protocole sont identiques pour

les deux pays. L’interprétation devrait donc l’être également, que ce soit en Belgique ou au Maroc.

Si la convention est correctement appliquée, nous pouvons remédier à la surpopulation qui sévit dans nos prisons, surtout si nous concluons un accord similaire avec d’autres pays que le Maroc, ainsi que la ministre l’avait annoncé lors

d’une précédente réunion de commission.

Mes questions sont donc les suivantes.

1) Quel est le nombre de détenus de nationalité marocaine qui sont actuellement incarcérés en Belgique ?

2) Quel est le nombre de détenus de nationalité belge qui sont actuellement incarcérés au Maroc ?

3) Combien de ces détenus peuvent-ils prétendre purger leur peine d'emprisonnement dans leur pays d'origine en vertu de la convention du 7 juin 1997 ?

4) Combien de dossiers le SPF Justice a-t-il transmis aux autorités marocaines et quand des détenus de nationalité marocaine devraient-ils à nouveau être remis aux autorités marocaines ?

 

Ik kom nogmaals terug op de Overeenkomst tussen België en Marokko inzake bijstand aan gedetineerde personen en overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Brussel op 7 juli 1997.

Ik herinner eraan dat u eind juni antwoordde dat er zes gevangenen zijn teruggestuurd en er voor de rest constant nieuwe gevangenen gescreend worden om te kijken of ze in aanmerking komen voor deze regeling.

Nu wens ik opnieuw in te gaan op de intentie van de Marokkaanse overheid om mee te werken aan de uitvoering van dit verdrag van 1997.

De dienst Internationale Samenwerking in strafzaken van de FOD Justitie heeft samen met de DVZ de 51 dossiers nagekeken en er dertien geselecteerd die konden worden overgezonden in uitvoering van het terugstuurverdrag. In Marokko worden die dossiers nog eens gecontroleerd, zodat uiteindelijk amper zes gevangenen in aanmerking kwamen om te worden teruggestuurd. Volgens de minister twijfelden de Marokkaanse overheden aan de nationaliteit van zeven van de dertien gevangenen.

Ik vind dat laatste bijzonder merkwaardig. In al de overgezonden dossiers was al een veroordeling uitgesproken, met kracht van gewijsde. Daarna heeft de dienst Internationale Samenwerking in strafzaken de dossiers grondig gecontroleerd. Vervolgens twijfelen de Marokkaanse overheden aan de nationaliteit van zeven gevangenen! Het terugstuurverdrag en het protocol zijn voor beide landen identiek. De interpretatie zou dus identiek moeten zijn, ongeacht of ze in België dan wel in Marokko gebeurt.

Indien het verdrag correct wordt toegepast, dan kan de overbevolking in onze gevangenissen worden aangepakt, vooral als naast Marokko ook met andere landen een gelijkaardig terugstuurverdrag zou worden gesloten, zoals de minister in een vorige commissievergadering aankondigde.

Mijn vragen zijn dan ook:

1) Hoeveel gevangenen met de Marokkaanse nationaliteit zitten op dit ogenblik in een Belgische cel?

2) Hoeveel gevangenen met de Belgische nationaliteit zitten op dit ogenblik in een Marokkaanse cel?

3) Hoeveel van deze gevangenen komen in aanmerking om op basis van het verdrag van 7 juni 1997 hun gevangenisstraf in hun thuisland uit te zitten?

4) Hoeveel dossiers zijn door de FOD Justitie overgemaakt aan de Marokkaanse autoriteiten en wanneer kan verwacht worden dat gevangenen met de Marokkaanse nationaliteit opnieuw worden overgedragen aan de Marokkaanse autoriteiten?