| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2012-2013 | Zitting 2012-2013 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 18 octobre 2012 | 18 oktober 2012 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-7175 | Schriftelijke vraag nr. 5-7175 | ||||||||
de Cécile Thibaut (Ecolo) |
van Cécile Thibaut (Ecolo) |
||||||||
au ministre de la Défense |
aan de minister van Landsverdediging |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Défense - Vols de F-16 - Zones de vol à basse altitude - Chiffres - Atténuation des nuisances sonores pour les riverains | Landsverdediging - Vluchten met F-16's - Laagvliegzones - Cijfers - Vermindering van de geluidshinder voor de omwonenden | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| avion de combat bruit aviation militaire |
gevechtsvliegtuig lawaai militaire luchtvloot |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-7175 du 18 octobre 2012 : (Question posée en français) | Vraag nr. 5-7175 d.d. 18 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Frans) | ||||||||
La Belgique dispose de plus de cinquante F-16 pour près de cent vingt pilotes. De nombreux vols d'entraînement sont réalisés à la fois en Belgique et à l'étranger, par exemple en Corse ou dans le désert marocain. En Belgique, des zones de vols sont définies en plusieurs catégories. On retrouve dans ces zones les cinq LLFA (Low Level Flying Area), ou zones de vols à basse altitude de Havelange, Bastogne, Arlon, Saint-Vith et Elsenborn. Ces zones sont choisies en dehors de pôles urbains dans le but d'éviter au maximum les nuisances sonores. Pourtant, il me revient que trop souvent, les riverains des zones de vols à basse altitude souffrent des nuisances sonores liées à ces vols à basse altitude. 1) Pouvez-vous me préciser le nombre de vols de F-16 dans chacune des zones de vols à basse altitude pendant l'année 2011? 2) Quelles sont les périodes de la journée où ces vols sont effectués ? 3) Pouvez-vous distinguer la proportion de vols réalisés dans les LLFA belges, dans d'autres zones de vol en Belgique et à l'étranger ? Quelle est l'évolution de cette répartition sur les dix dernières années ? 4) Enfin, l'armée ayant conscience des nuisances sonores pour les habitants des zones concernées, tient-elle compte d'éléments physiques (comme la météo) ou autres qui pourraient atténuer le bruit pour ces habitants ? |
België beschikt over meer dan vijftig F-16's voor ongeveer honderdtwintig piloten. Tal van oefenvluchten worden tegelijkertijd in België en in het buitenland uitgevoerd, ondermeer in Corsica of in de Marokkaanse woestijn. In België zijn de vliegzones onderverdeeld in verschillende categorieën. In die zones bevinden zich de vijf LLFA (Low Level Flying Area), of laagvliegzones van Havelange, Bastogne, Aarlen, Sankt Vith en Elsenborn. Die zones worden buiten de stadscentra gekozen om geluidshinder zo veel mogelijk te voorkomen. Toch verneem ik dat de omwonenden van de laagvliegzones te vaak geluidshinder ondervinden van die vluchten op lage hoogte. 1) Hoeveel vluchten met F-16's werden in 2011 uitgevoerd in elk van de laagvliegzones? 2) Gedurende welke periodes van de dag worden die vluchten uitgevoerd? 3) Kunt u een onderscheid maken tussen het aantal vluchten in de Belgische LLFA, in andere vliegzones in België en in het buitenland? Hoe evolueert die onderverdeling de jongste tien jaar? 4) Houdt het leger, dat zich toch bewust is van de geluidshinder voor de bewoners van de betrokken zones, rekening met natuurfenomenen zoals het weer of andere elementen die de geluidshinder voor die bewoners zouden kunnen verminderen? |
||||||||
| Réponse reçue le 20 novembre 2012 : | Antwoord ontvangen op 20 november 2012 : | ||||||||
L'honorable membre est priée de trouver ci-après la réponse à ses questions. 1. Le nombre de vols de F-16 dans les zones de vols à basse altitude en 2011 est quantifiable, mais une subdivision dans les différentes zones « Low Flying Area Ardennes » (LFAA) est cependant impossible car ces zones font toujours l’objet d’une réservation globalisée. Elles sont réservées au profit des vols de navigation à basse altitude ou des vols d’entraînement « Close Air Support » en appui de la Composante Terre. En 2011, le nombre de vols de F-16 belges dans la LFAA s’élevait à 241. Cela correspond à 4 % du total des vols exécutés. 2. La Défense a choisi depuis des années de ne pas effectuer de vols à basse altitude en Belgique entre le 1er juin et le 15 septembre. De plus, ces vols à basse altitude n’ont pas lieu entre 12h00 et 13h30 ni les samedis, dimanches et jours fériés. La majorité des vols à basse altitude se situe entre 9h30 et 12h00 et entre 13h30 et 17h00. Ces vols ont principalement lieu durant les mois d’avril, mai, septembre et octobre. 3. L’entraînement à basse altitude en Belgique a été réduit de plus de 25 % ces dernières années. La priorité est mise aujourd’hui sur l’entraînement à moyenne altitude (au-dessus de 10 000 pieds) tel qu’exigé par les opérations récentes ou en cours. En plus, une partie des vols à basse altitude s’effectue au Canada, au Maroc et en Norvège mais une répartition détaillée n’est toutefois pas disponible. 4. La Défense s’efforce de réduire au maximum les nuisances sonores qui pourraient être engendrées par ces vols à basse altitude. Ceux-ci sont déjà minimisés dans la phase de planification (soit moins de 5 % des vols dans la LFAA). Le survol de zones habitables est évité au maximum tout comme leur survol à répétition. Les éléments physiques, tels que les conditions météorologiques, sont pris en compte non pas pour une réduction éventuelle de la nuisance sonore mais bien pour la sécurité aérienne dans le cadre des critères de vol à vue. |
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen. 1. Het aantal F-16 vluchten in 2011 in de zones voorzien voor vluchten op lage hoogte is kwantificeerbaar maar een onderverdeling binnen de verschillende zones van de “Low Flying Area Ardennes” (LFAA) is echter onmogelijk gezien deze zones altijd in hun geheel gereserveerd worden. Ze worden gereserveerd voor navigatievluchten op lage hoogte of voor trainingsvluchten “Close Air Support” ter ondersteuning van de Land Component. In 2011 liep het aantal vluchten van Belgische F-16’s in de LFAA op tot 241. Dit komt overeen met 4 % van het totaal aantal uitgevoerde vluchten. 2. Defensie heeft sinds jaren gekozen geen vluchten op lage hoogte in België uit te voeren tussen 1 juni en 15 september. Bovendien vinden deze vluchten niet plaats tussen 12u00 en 13u30, noch op zaterdagen, zon- en feestdagen. De meerderheid van de vluchten op lage hoogte vindt plaats tussen 9u30 en 12u00 en tussen 13u30 en 17u00. Deze vluchten vinden hoofdzakelijk plaats tijdens de maanden april, mei, september en oktober. 3. De training op lage hoogte in België werd met meer dan 25 % verminderd gedurende de voorbije jaren. De prioriteit ligt vandaag bij het trainen op middelgrote hoogte (boven 10 000 voet), zoals vereist in de recente en actuele operaties. Bovendien wordt een deel van de vluchten op lage hoogte uitgevoerd in Canada, Marokko en Noorwegen maar er bestaat hiervan geen gedetailleerde opdeling. 4. Defensie stelt alles in het werk om geluidsoverlast van de vluchten op lage hoogte maximaal te beperken. Deze worden reeds beperkt tijdens de planningsfase (minder dan 5 % van de vluchten in de LFAA). Het overvliegen van bewoond gebied alsook het herhaaldelijk overvliegen wordt maximaal vermeden. De fysieke elementen zoals de weersomstandigheden worden niet in rekening gebracht voor een eventuele vermindering van de geluidsoverlast maar deze factoren worden in rekening gebracht voor het vliegveiligheidsaspect in het kader van de criteria om op zicht te mogen vliegen. |