SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
22 aôut 2012 22 augustus 2012
________________
Question écrite n° 5-6890 Schriftelijke vraag nr. 5-6890

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Utilisation du système AEG-Prescom - Plateforme CAD Gebruik van het AEG-Prescom-systeem - CAD-platform 
________________
téléphone mobile
transport de malades
premiers secours
télédétection
médecine d'urgence
ASTRID
communication mobile
mobiele telefoon
ziekentransport
eerste hulp
teledetectie
geneeskundige noodhulp
ASTRID
mobiele communicatie
________ ________
22/8/2012Verzending vraag
11/2/2013Antwoord
22/8/2012Verzending vraag
11/2/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-6890 du 22 aôut 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6890 d.d. 22 augustus 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans ma demande d'explications n° 5-2095 sur l'utilisation du système AEG-Prescom, je vous interrogeais sur le calendrier d'une généralisation de la plateforme CAD. À l'époque, huit centres d'appel 100/112 n'utilisaient toujours pas cette plateforme, indispensable pour pouvoir localiser l'appel. Selon votre réponse, vos services préparaient cette migration mais il manquait encore certains éléments pour pouvoir fixer une date spécifique à laquelle tous les centres de secours seraient connectés au CAD.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Pouvez-vous déjà communiquer une date spécifique à laquelle tous les centres de secours seront connectés à la plateforme CAD ?

2) Si vous n'êtes pas en mesure de communiquer une date, quels éléments manquent-ils encore pour pouvoir le faire ?

3) Où en sont le recrutement et la formation des opérateurs et quel est le budget prévu à cet effet ?

 

In mijn eerdere vraag om uitleg 5-2095 betreffende het gebruik van het AEG-Prescom- systeem vroeg ik u naar de planning voor een veralgemeende invoering van het CAD-platform. Op dat moment werkte men in acht hulpcentra 100/112 nog niet met dit platform, hetwelk noodzakelijk is om de locatie van de beller te kunnen traceren. Uit uw antwoord bleek dat uw diensten weliswaar bezig waren met het opstarten van de voorbereidingen van deze migratie, maar dat er nog een 'aantal elementen ontbraken' om een specifieke datum te kunnen vastleggen waarop alle hulpcentra met CAD zullen werken.

Graag had ik aan de minister de volgende vragen gesteld :

1) Kunt u ondertussen al een specifieke datum meedelen waarop het CAD-platform in alle hulpcentra zal worden ingevoerd?

2) Indien u op dit moment nog geen datum kan meedelen, welke zijn dan de elementen die ontbreken om dit te kunnen doen?

3) Hoever staat het met de aanwerving en opleiding van de operatoren en in welk budget is hiervoor voorzien?

 
Réponse reçue le 11 février 2013 : Antwoord ontvangen op 11 februari 2013 :

1. Actuellement, les Centres de Secours (CS) 100/112 des provinces de Flandre orientale, du Brabant flamand et de Namur ont suivi le trajet de migration vers le Centre d’information et de Communication de la police intégrée (CIC) 101. Le travail de préparation des autres provinces est en cours. Pour les centres les plus avancés en matière de préparation technique, citons les CS 100/112 de Flandre occidentale et du Limbourg qui ont entamé le trajet depuis le second trimestre 2012. En effet, des opérateurs ont été dégagés et formés afin de constituer une équipe qui travaille actuellement sur les plateformes CAD d’ASTRID en service dans ces centres.

2. Le trajet de migration d’un CS 100/112 est subordonné à un ensemble d’éléments qui relèvent essentiellement des ressources humaines et de l’infrastructure. Dans les autres provinces (Anvers, Brabant wallon, Flandre orientale, Liège, Luxembourg), un ou plusieurs de ces éléments font actuellement défauts. Mes services travaillent activement à l’accélération du processus de migration dans les provinces concernées, tant avec les partenaires externes qu’en interne.

3. Des efforts considérables ont été consentis en 2012. D’une part, en assurant les remplacements nécessaires et l’exécution du plan du personnel 2012, avec le recrutement de 35 opérateurs et de 21 calltakers pour respectivement les centres 100/112 et pour les CIC. D’autre part, le Conseil des ministres du 20 juillet 2012 a donné son autorisation pour le recrutement de 51 calltakers supplémentaires (25 calltakers et 26 opérateurs).

Enfin, dans le cadre de l’élaboration du budget 2013, une réponse sans précédent a été apportée au déficit structurel en personnel constaté dans plusieurs centres d’appels 100/112 et CIC. En effet, les crédits nécessaires à l’engagement, dès 2013, de 44 opérateurs et de 72 calltakers ont été libérés.

1. Momenteel hebben de Hulpcentra (HC) 100/112 van de provincies Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Namen het migratietraject naar het Communicatie- en Informatiecentrum van de geïntegreerde politie (CIC) 101 gevolgd. Het voorbereidend werk in de andere provincies is nog aan de gang. De centra die het verst gevorderd zijn wat technische voorbereiding betreft, zijn de HC 100/112 van West-Vlaanderen en Limburg, die het traject opgestart hebben in het tweede trimester 2012. Daar werden immers operatoren ingezet en opgeleid teneinde een team te vormen dat momenteel op de platformen CAD ASTRID werkt, die in die centra reeds functioneren.

2. Het migratietraject van een HC 100/112 is ondergeschikt aan een aantal elementen, voornamelijk op het vlak van human resources en infrastructuur. In de andere provincies (Antwerpen, Waals-Brabant, Oost-Vlaanderen, Luik, Luxemburg) vormen één of meerdere van die elementen momenteel een probleem. Mijn diensten zijn actief bezig met de versnelling van het migratieproces in de betrokken provincies, zowel in samenwerking met de externe partners als intern.

3. Er werden in 2012 belangrijke inspanningen geleverd. Enerzijds door het zorgen voor de nodige vervangingen en de uitvoering van het personeelsplan 2012, waardoor er 35 operatoren en 21 calltakers voor respectievelijk de centra 100-112 en voor de CIC’s konden worden aangeworven. Anderzijds verleende de ministerraad van 20 juli 2012 de toelating om nog eens bijkomend 51 calltakers (25 calltakers en 26 operatoren) aan te werven.

Ten slotte, in het kader van de uitwerking van de begroting 2013, werd er een antwoord zonder voorgaande gegeven op het structureel tekort inzake personeel dat vastgesteld is in meerdere oproepcentra 100/112 en CIC. Inderdaad, de kredieten die nodig zijn voor de aanwerving, vanaf 2013, van 44 operatoren en 72 calltakers werden vrijgemaakt.