SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
26 juillet 2012 26 juli 2012
________________
Question écrite n° 5-6799 Schriftelijke vraag nr. 5-6799

de Danny Pieters (N-VA)

van Danny Pieters (N-VA)

au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Trafic aérien - Trafic ferroviaire - Réglementation relative à la protection des passagers - Problème technique - Cause - Compression des coûts Luchtverkeer - Treinverkeer - Regelgeving ter bescherming van passagiers - Technisch defect - Oorzaak - Kostendrukking 
________________
circulation aérienne
transport ferroviaire
transport de voyageurs
protection du consommateur
durée du transport
Société nationale des chemins de fer belges
luchtverkeer
vervoer per spoor
reizigersvervoer
bescherming van de consument
vervoersduur
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
________ ________
26/7/2012Verzending vraag
28/9/2012Antwoord
26/7/2012Verzending vraag
28/9/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-6799 du 26 juillet 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6799 d.d. 26 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La réglementation relative à la protection des passagers du trafic aérien et du trafic ferroviaire prévoit la possibilité de retard, voire de suppression, à la suite d'un problème technique.

De quelle manière l'autorité veille-t-elle à ce que l'on n'invoque pas un problème technique lorsque la société est elle même responsable du retard ou de la suppression pour des raisons de compression des coûts ?

 

De regelgeving ter bescherming van passagiers in het luchtverkeer en van passagiers in het treinverkeer, voorziet in de mogelijkheid van vertraging of zelfs afgelasting ten gevolge van een technisch defect.

Op welke wijze ziet de overheid erop toe dat geen technisch defect wordt ingeroepen, ingeval de maatschappij zelf aan de oorzaak ligt van de vertraging of afgelasting, bijvoorbeeld om redenen van kostendrukking?

 
Réponse reçue le 28 septembre 2012 : Antwoord ontvangen op 28 september 2012 :

En réponse à la question de l’honorable membre, je signale que la protection des passagers aériens est incluse dans le Règlement (CE) N° 261/2004 du Parlement Européen et du Conseil du 11 février 2004 établissant des règles communes en matière d'indemnisation et d'assistance des passagers en cas de refus d'embarquement et d'annulation ou de retard important d'un vol, et abrogeant le règlement (CEE) no 295/91. 

La Direction générale de Transport Aérien (DGTA) est désignée en tant qu’organisme chargé de l’application du Règlement (CE) N° 261/2004. 

La protection des voyageurs ferroviaires est incluse dans le Règlement (CE) No 1371/2007 du parlement Européen et du Conseil du 23 octobre 2007 sur les droits et obligations des voyageurs ferroviaires. 

La Direction générale Transport Terrestre (DGTT) est désignée en tant qu’organisme chargé de l’application du Règlement (CE) N° 1371/2007. 

Les deux services examinent, dans leur domaine,  chaque dossier individuellement. En cas de problème technique pour lequel la compagnie aérienne ou ferroviaire invoque des circonstances extraordinaires, ce service demande à la compagnie son rapport technique et tous les justificatifs qui fondent ces circonstances extraordinaires. 

Après analyse de ce rapport technique, des éventuels éléments supplémentaires, et tenant compte également du Règlement (CE) N° 261/2004 et du Règlement (CE) N° 1371/2007 et de la jurisprudence de la Cour de Justice Européenne, le service donne un avis non contraignant. 

Le passager et la compagnie aérienne ou ferroviaire sont informés de l’avis du service Droits des Passagers. 

En ce qui concerne le transport ferroviaire, le Service Entreprises publiques et Politique ferroviaire suit les incidents attribués aux circonstances exceptionnelles (force majeure) sur base quotidienne. Il s'agit essentiellement de causes externes, comme des vols de câbles et des accidents, et seulement exceptionnellement de défectuosités techniques.

In antwoord op de vraag van het geachte lid wijs ik erop dat de bescherming van luchtreizigers is opgenomen in de Verordening (EG) nr.261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr.295/91.

Het Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV) werd aangesteld als instantie bevoegd voor de toepassing van deze Verordening (EG) nr.261/2004. 

De bescherming van treinreizigers is opgenomen in Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer.

Het Directoraat-generaal Vervoer te Land werd aangesteld als instantie bevoegd voor de toepassing van deze Verordening (EG) nr. 1371/2007. 

Beide diensten onderzoeken binnen hun vakgebied elk dossier individueel. In geval van een technisch defect waarbij de spoor- of luchtvaartmaatschappij buitengewone omstandigheden inroept, vraagt deze dienst aan de maatschappij haar het technisch rapport en alle bijkomende bewijsstukken over te maken waarmee de maatschappij deze buitengewone omstandigheid staaft.

Na analyse van dat technisch rapport, de eventuele bijkomende stukken en tevens rekening houdend met de Verordening (EG) nr. 261/2004 en Verordening (EG) nr. 1371/2007 en de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie brengt de dienst een niet bindend advies uit. 

Zowel passagier als spoor- of luchtvaartmaatschappij worden op de hoogte gesteld van het advies van de dienst Passagiersrechten.

Voor wat betreft het spoorvervoer worden de incidenten die worden toegeschreven aan buitengewone omstandigheden (overmacht) op dagelijkse basis opgevolgd door de Dienst Overheidsbedrijven en Spoorbeleid. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om externe oorzaken, zoals kabeldiefstallen en ongevallen, en slechts uitzonderlijk om technische defecten.