SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Session 2011-2012 | Zitting 2011-2012 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
12 juillet 2012 | 12 juli 2012 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Question écrite n° 5-6740 | Schriftelijke vraag nr. 5-6740 | ||||||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||||||
à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales |
aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen |
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Groupe de bactéries nosocomiales CPE - Contaminations - Décès - Prophylaxie | Ziekenhuisbacteriegroep CPE - Besmettingen - Overlijdens - Bestrijding | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
prévention des maladies maladie infectieuse établissement hospitalier programme d'action infection nosocomiale |
voorkoming van ziekten infectieziekte ziekenhuis actieprogramma ziekenhuisinfectie |
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
|
|
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Requalifiée en : demande d'explications 5-4416 | Requalifiée en : demande d'explications 5-4416 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Question n° 5-6740 du 12 juillet 2012 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-6740 d.d. 12 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||||||
Depuis le début de cette année, soit en moins de huit mois, 206 patients ont été contaminés par l'agressive bactérie CPE en Flandre. Une infection a en outre été constatée dans un tiers des cas. Dans 27 cas, le décès a pu être mis en relation avec ce groupe de bactéries. La propagation de ces bactéries pose des problèmes, entre autres vu la difficulté de dépister et de prévenir la contamination, y compris en dehors de l'hôpital. Les personnes de santé fragile seraient particulièrement vulnérables à ces contaminations. Mes questions sont les suivantes. 1) Comment le nombre de contaminations par les bactéries CPE a-t-il évolué en Belgique par rapport aux années antérieures ? 2) Dans combien de cas cette forme d'infection a-t-elle provoqué le décès durant les années antérieures et durant l'année en cours ? 3) Quelle politique notre pays mène-t-il pour lutter contre les contaminations et traiter les infections ? La ministre juge-t-elle cette politique suffisamment énergique et efficace ? |
Sinds begin dit jaar, dus in nog geen acht maanden tijd, werden in Vlaanderen al 206 patiënten besmet met de agressieve CPE-bacterie. In een derde van de gevallen was er ook een infectie. Bij 27 sterfgevallen kon het oorzakelijk verband met deze bacteriegroep worden gelegd. Het probleem bij de verspreiding van deze bacteriën is onder andere de moeilijke opspoorbaarheid en het voorkomen van de besmetting, ook buiten de ziekenhuizen. Vooral personen met een zwakke gezondheid zouden voor deze besmettingen erg kwetsbaar zijn. Hierover de volgende vragen: 1) Hoe evolueert het aantal besmettingen met de CPE-bacterie in België, dit in verhouding tot de voorbije jaren? 2) In hoeveel gevallen, zowel voor de voorbije jaren als voor het lopende jaar, leidde deze vorm van infectie tot een overlijden? 3) Welk beleid voert ons land met betrekking tot het bestrijden van besmettingen en het genezen van infecties? Evalueert de minister dit beleid als voldoende krachtig en doeltreffend? |
||||||||||||
Réponse reçue le 24 janvier 2014 : | Antwoord ontvangen op 24 januari 2014 : | ||||||||||||
1. Du 1er janvier 2012 à fin juin 2013, 656 cas de Carbapenemase Producing Enterobacteriaceae (CPE) ont été recensés dans le pays. Pour les années précédentes, les chiffres sont les suivants : un cas en 2007, six en 2008, sept en 2009 et dix-huit en 2010 et soixante cas en 2011. Le nombre de souches rapportées par semestre sont les suivants: 220 au premier semestre de 2012, 260 le deuxième semestre de 2012 et 222 au premier semestre de 2013. Dans 61,2 % des cas, il s’agissait de patients porteurs ; il n’était question d’infection au CPE que pour 38,8 % des patients CPE. Dans la plupart des cas, il s’agit de Klebsiella pneumoniae (69,2 %) et le gène résistant le plus fréquemment rencontré est le gène OXA-48 (82 %). 2. Quelques patients chez qui un CPE a été détecté sont décédés. Certains d’entre eux n’avaient pas développé d’infection au CPE mais étaient uniquement porteurs. Leur décès n’a donc certainement pas été causé par le CPE. Pour le petit groupe des patients infectés par le CPE au moment de leur décès, il n’est absolument pas certain que l’infection soit la cause de la mort. En effet, il s’agissait généralement de patients gravement malades, qui sont probablement décédés des suites de leurs autres pathologie(s). 3. Toutes les autorités compétentes ont travaillé activement, sur très peu de temps, à l’élaboration d’une politique très efficiente :
|
1. Sinds 1 januari 2012 tot en met eind juni 2013 zijn 656 bevestigde gevallen van Carbapenemase Producing Enterobacteriaceae (CPE) gerapporteerd in gans België. Voor de voorgaande jaren zijn de cijfers als volgt: één geval in 2007, zes in 2008, zeven in 2009, achttien in 2010 en zestig gevallen in 2011. Het aantal stammen dat per semester gerapporteerd werd, is als volgt: 220 in het eerste semester van 2012, 260 het tweede semester van 2012 en 222 in het eerste semester van 2013. In 61,2 % van de gevallen ging het om dragerschap, slechts bij 38,8 % van de patiënten was er sprake van een infectie met CPE. Het gaat in de meerderheid van de gevallen om Klebsiella pneumoniae (69 2 %) en het meest frequent aangetroffen resistentiegen is OXA-48 (82 %). 2. Enkele patiënten waarbij CPE werd aangetoond zijn overleden. Sommige van deze patiënten hadden geen infectie met CPE maar waren enkel drager. Hun overlijden werd dus met zekerheid niet veroorzaakt door CPE. Voor de kleine groep andere patiënten die een CPE-infectie hadden op het moment van overlijden is het absoluut niet zeker dat de infectie de doodsoorzaak was omdat het steevast ging om zwaar zieke patiënten die waarschijnlijk overleden zijn aan hun andere pathologie(ën). 3. Alle bevoegde instanties hebben actief samengewerkt om op zeer korte tijd een doeltreffend beleid uit te werken:
|