SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
12 juillet 2012 12 juli 2012
________________
Question écrite n° 5-6720 Schriftelijke vraag nr. 5-6720

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la ministre de l'Emploi

aan de minister van Werk
________________
Crédits-temps - Interruption de carrière - Évolution Tijdskrediet - Loopbaanonderbreking - Evolutie 
________________
interruption de carrière
répartition géographique
répartition par âge
statistique officielle
employé
ouvrier
entreprise privée
fonctionnaire
fonction publique
loopbaanonderbreking
geografische spreiding
leeftijdsverdeling
officiële statistiek
werknemer
arbeider
particuliere onderneming
ambtenaar
overheidsapparaat
________ ________
12/7/2012Verzending vraag
11/12/2012Antwoord
12/7/2012Verzending vraag
11/12/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-6720 du 12 juillet 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6720 d.d. 12 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ma question n° 5-3331 avait trait aux différentes formes de congés thématiques. Il est ressorti de la la réponse que le nombre total de bénéficiaires a augmenté de 50 % entre 2004 et 2010. Je voudrais savoir si les crédits-temps et l'interruption de carrière ont connu la même évolution.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Combien de citoyens ont-ils bénéficié de crédits-temps durant la période 2006-2011 ? Je souhaiterais obtenir ces chiffres ventilés par région, par statut (employé, ouvrier), par secteur (privé et public), par nature du crédit-temps (temps plein, temps partiel) et pour les différentes catégories d'âge : moins de 20 ans, entre 20 et 24 ans, entre 25 et 29 ans, entre 30 et 34 ans, entre 35 et 39 ans, entre 40 et 44 ans, entre 45 et 49 ans, entre 50 et 54 ans, entre 55 et 59 ans, entre 60 et 65 ans.

2) Quel était le nombre total d'heures de crédits-temps prises durant la période 2006-2011 ? Je souhaiterais obtenir ces chiffres ventilés par région, par statut (employé, ouvrier), par secteur (privé et public), par nature du crédit-temps (temps plein, temps partiel) et pour les différentes catégories d'âge : moins de 20 ans, entre 20 et 24 ans, entre 25 et 29 ans, entre 30 et 34 ans, entre 35 et 39 ans, entre 40 et 44 ans, entre 45 et 49 ans, entre 50 et 54 ans, entre 55 et 59 ans, entre 60 et 65 ans.

3) Quel était le coût total des crédits-temps pris durant la période 2006-2011? Je souhaiterais obtenir ces chiffres ventilés par région, par statut (employé, ouvrier), par secteur (privé et public), par nature du crédit-temps (temps plein, temps partiel) et pour les différentes catégories d'âge : moins de 20 ans, entre 20 et 24 ans, entre 25 et 29 ans, entre 30 et 34 ans, entre 35 et 39 ans, entre 40 et 44 ans, entre 45 et 49 ans, entre 50 et 54 ans, entre 55 et 59 ans, entre 60 et 65 ans.

4) Combien de citoyens ont-ils bénéficié d'une interruption de carrière durant la période 2006-2011 ? Je souhaiterais obtenir ces chiffres ventilés par région, par statut (employé, ouvrier), par secteur (privé et public), par nature du crédit-temps (temps plein, temps partiel) et pour les différentes catégories d'âge : moins de 20 ans, entre 20 et 24 ans, entre 25 et 29 ans, entre 30 et 34 ans, entre 35 et 39 ans, entre 40 et 44 ans, entre 45 et 49 ans, entre 50 et 54 ans, entre 55 et 59 ans, entre 60 et 65 ans.

5) Quel était le nombre total d'heures d'interruption de carrière prises durant la période 2006-2011 ? Je souhaiterais obtenir ces chiffres ventilés par région, par statut (employé, ouvrier), par secteur (privé et public), par nature du crédit-temps (temps plein, temps partiel) et pour les différentes catégories d'âge : moins de 20 ans, entre 20 et 24 ans, entre 25 et 29 ans, entre 30 et 34 ans, entre 35 et 39 ans, entre 40 et 44 ans, entre 45 et 49 ans, entre 50 et 54 ans, entre 55 et 59 ans, entre 60 et 65 ans.

6) Quel était le coût total des périodes d'interruption de carrière prises durant la période 2006-2011 ? Je souhaiterais obtenir ces chiffres ventilés par région, par statut (employé, ouvrier), par secteur (privé et public), par nature du crédit-temps (temps plein, temps partiel) et pour les différentes catégories d'âge : moins de 20 ans, entre 20 et 24 ans, entre 25 et 29 ans, entre 30 et 34 ans, entre 35 et 39 ans, entre 40 et 44 ans, entre 45 et 49 ans, entre 50 et 54 ans, entre 55 et 59 ans, entre 60 et 65 ans.

 

Mijn schriftelijke vraag 5-3331 ging over de diverse vormen van thematische verloven. Uit het antwoord bleek dat het totale aantal begunstigden tussen 2004 en 2010 met 50 % is toegenomen. Met deze vraag wil ik nagaan of er zich een soortgelijke evolutie heeft voortgedaan bij het tijdskrediet en de loopbaanonderbreking.

Graag had ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel burgers maakten tijdens de periode 2006-2011 gebruik van tijdskrediet? Graag deze cijfers opgesplitst per gewest, per statuut (bediende, arbeider), per sector (privé- en overheidssector), per aard van het tijdskrediet (voltijds, deeltijds) en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

2) Wat was tijdens de periode 2006-2011, het totaal aantal uren opgenomen tijdskrediet? Graag deze cijfers opgesplitst per gewest, per statuut (bediende, arbeider), per sector (privé- en overheidssector ), per aard van het tijdskrediet (voltijds, deeltijds) en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

3)Wat was tijdens de periode 2006-2011, de totale kostprijs van het opgenomen tijdskrediet? Graag deze cijfers opgesplitst per gewest, per statuut (bediende, arbeider), per sector (privé- en overheidssector), per aard van het tijdskrediet (voltijds, deeltijds) en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

4) Hoeveel burgers maakten tijdens de periode 2006-2011, gebruik van loopbaanonderbreking? Graag deze cijfers opgesplitst per gewest, per aard van loopbaanonderbreking (voltijds of deeltijds), per statuut (bediende, arbeider), per sector (privé- en overheidssector) en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

5) Wat was tijdens de periode 2006-2011, het totaal aantal uren opgenomen loopbaanonderbreking? Graag had ik deze cijfers opgesplitst per gewest, per aard van loopbaanonderbreking (voltijds of deeltijds), per statuut (bediende, arbeider), per sector (privé- en overheidssector) en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

6) Wat was tijdens de periode 2006-2011, de totale kostprijs van de opgenomen periodes loopbaanonderbreking? Graag had ik deze cijfers opgesplitst per gewest, per aard van loopbaanonderbreking (voltijds of deeltijds), per statuut (bediende, arbeider), per sector (privé- en overheidssector) en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

 
Réponse reçue le 11 décembre 2012 : Antwoord ontvangen op 11 december 2012 :

Vu le volume des informations demandées, celles-ci seront communiquées directement.

Une copie de la réponse pourra également être consultée au Greffe du Sénat.

Gelet op de omvang van de gevraagde inlichtingen zullen deze rechtstreeks worden meegedeeld.

Een kopie van het antwoord ligt eveneens ter inzage bij de Griffie van de Senaat.