SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
4 juillet 2012 4 juli 2012
________________
Question écrite n° 5-6689 Schriftelijke vraag nr. 5-6689

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
L'augmentation du nombre de cartes de stationnement pour personnes handicapées De stijging van het aantal parkeerkaarten voor personen met een handicap 
________________
handicapé
aire de stationnement
facilités pour handicapés
fraude
gehandicapte
parkeerterrein
faciliteiten voor gehandicapten
fraude
________ ________
4/7/2012Verzending vraag
27/7/2012Antwoord
4/7/2012Verzending vraag
27/7/2012Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2342 Requalification de : demande d'explications 5-2342
________ ________
Question n° 5-6689 du 4 juillet 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6689 d.d. 4 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De la réponse qu'a donnée le secrétaire d'État à ma question écrite 5-4918, je tire quelques constatations étonnantes.

- Le nombre de cartes de stationnement valables a augmenté de près de 25 % (de 264.660 à 329.102) au cours des cinq dernières années ;

- Le nombre annuel de demandes a progressé de 22,5 % dans la période 2006-2011 (de 55.389 à 67.895) ;

- Le nombre annuel de refus a néanmoins enregistré une forte diminution de 27 % (de 5438 à 3967) ;

À lire sa réponse, le secrétaire d'État n'était pas en mesure de communiquer le nombre de retraits de cartes de stationnement. Cela relèverait de la compétence exclusive de la police.

Ces informations m'amènent à poser les questions complémentaires suivantes :

Comment le secrétaire d'État explique-t-il l'augmentation énorme du nombre de cartes de stationnement ces cinq dernières années ?Comment explique-t-il la forte augmentation du nombre de demandes, d'une part, et la forte diminution du nombre de refus, d'autre part ? Cela serait-il dû à un assouplissement des conditions d'octroi des cartes de stationnement ?

Il est étonnant que le secrétaire d'État ne puisse fournir de données relatives aux retraits de carte. N'y-a-t-il aucun échange d'information à ce sujet entre la Direction générale Personnes handicapées et la police ? Une collaboration entre ces deux services n'est-elle pas importante voire indispensable pour détecter les fraudes et utilisations illicites et mener une politique efficace en cette matière ?

 

Uit het antwoord van de staatssecretaris om mijn schriftelijke vraag 5-4918 leid ik een aantal opmerkelijke zaken af:

- Het aantal geldige parkeerkaarten in omloop steeg de jongste vijf jaar met bijna 25 % (van 264.660 tot 329.102);

- Het aantal jaarlijkse aanvragen steeg in de periode 2006-2011 met 22,5 % (van 55.389 tot 67.895);

- Het aantal jaarlijkse weigeringen nam desondanks sterk af met 27 % (van 5438 tot 3967).

De staatssecretaris kon - blijkens dit antwoord - mij ook geen informatie bezorgen over het aantal intrekkingen van parkeerkaarten. Dit zou uitsluitend tot de bevoegdheid van de politie behoren.

Deze informatie vormt aanleiding voor bijkomende vragen.

Hoe verklaart de staatssecretaris de enorme stijging van het aantal parkeerkaarten de afgelopen vijf jaar? Over welke argumenten beschikt hij om te verklaren dat enerzijds het aantal aanvragen sterk stijgt, terwijl het aantal weigeringen sterk daalt? Komt dit omdat men de voorwaarden om een parkeerkaart te krijgen heeft versoepeld?

Het bevreemdt dat de staatssecretaris niet kan antwoorden op de toch eenvoudige vraag naar het aantal kaarten dat jaarlijks wordt ingetrokken. Bestaat er met betrekking tot het intrekken van deze kaarten geen gegevensuitwisseling tussen het Directie-generaal Personen met een Handicap en de politiediensten? Is een samenwerking tussen deze twee diensten dan niet belangrijk en zelfs onontbeerlijk om gevallen van fraude en onrechtmatige aanwending op te sporen en hieromtrent een doeltreffend beleid te voeren?

 
Réponse reçue le 27 juillet 2012 : Antwoord ontvangen op 27 juli 2012 :

La croissance du nombre de personnes titulaires d’une carte de stationnement pour personnes handicapées n’est à vrai dire pas quelque chose de surprenant. Vu, d’une part, l’importance croissante du nombre de nos citoyens éprouvant des problèmes de mobilité, et, d’autre part, la difficulté, également croissante, de pouvoir trouver un stationnement.

Ainsi, selon l’enquête santé 2008 faite par le Service public fédéral (SPF) Santé Publique, 3,8 % de la population éprouvent des difficultés importantes de mobilité en raison d’un handicap ou d’une maladie de longue durée. Cela concerne plus de 400 000 personnes.

Par ailleurs, en raison du vieillissement, ce nombre a tendance à croitre. Il faut notamment remarquer que près d’un tiers des titulaires d’une carte de stationnement ont plus de 80 ans.

Il n’y a donc aucune raison objective qui permette de supposer que le nombre croissant de cartes serait attribuable à une modification, voire à un laxisme, dans leurs conditions de délivrance.

Le contrôle de l’usage correct de la carte de stationnement est une mission qui incombe aux services de police. Le SPF Sécurité sociale a déjà noué plusieurs contacts avec ces derniers et collabore actuellement à un projet pilote avec la Province de Flandre orientale en vue de mettre en place un système d’échanges de données qui puisse permettre aux services de police d’effectuer des contrôles de manière plus efficace. Il est certain qu’une solution sur le plan national est à terme à privilégier. A cette fin, Handiflux, un projet visant à développer l’échange électronique de données entre le SPF Sécurité Sociale et d’autres institutions, pourrait constituer une plate forme adéquate.

De toename van het aantal personen dat een parkeerkaart voor personen met een handicap bezit is niet echt verwonderlijk. Enerzijds groeit het aantal personen met mobiliteitsproblemen in belangrijke mate aan. Anderzijds, nemen de parkeerproblemen toe.

Zo heeft, volgens het onderzoek dat de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid in 2008 heeft uitgevoerd, 3,8 % van de bevolking grote moeilijkheden op het vlak van mobiliteit omwille van een handicap of langdurige ziekte. Het betreft meer dan 400 000 personen.

Daarenboven vertoont dit aantal, omwille van de vergrijzing, een toenemende tendens. In het bijzonder zien we dat bijna een derde van de bezitters van een parkeerkaart meer dan 80 jaar oud is.

Er is dus geen enkele objectieve reden om het toenemende aantal kaarten toe te schrijven aan een wijziging, of zelfs laksheid, met betrekking tot de toekenningsvoorwaarden.

De controle op het correct gebruik van de parkeerkaart behoort tot de bevoegdheid van de politiediensten. De FOD Sociale Zekerheid heeft al contacten gehad met deze diensten en werkt nu aan een testproject met de provincie Oost-Vlaanderen. Het gaat om een uitwisseling van gegevens die het de politiediensten mogelijk moet maken efficiënte controles uit te voeren. Het is evident dat een oplossing op nationaal niveau de voorkeur verdient met het oog op een maximale efficiëntie. Handiflux, het project rond het verder uitbouwen van digitale gegevensuitwisseling tussen de FOD Sociale Zekerheid en andere instellingen, kan hiervoor een nuttig platform zijn.