SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
4 juillet 2012 4 juli 2012
________________
Question écrite n° 5-6681 Schriftelijke vraag nr. 5-6681

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Horeca - Interdiction de fumer - Suivi des dossiers des contrevenants - Citations à comparaître Horeca - Rookverbod - Opvolging overtreders - Dagvaardingen 
________________
poursuite judiciaire
industrie de la restauration
tabagisme
amende
tabac
gerechtelijke vervolging
horecabedrijf
nicotineverslaving
geldboete
tabak
________ ________
4/7/2012Verzending vraag
13/12/2013Herkwalificatie
16/1/2014Antwoord
4/7/2012Verzending vraag
13/12/2013Herkwalificatie
16/1/2014Antwoord
________ ________
Requalifiée en : demande d'explications 5-4519 Requalifiée en : demande d'explications 5-4519
________ ________
Question n° 5-6681 du 4 juillet 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6681 d.d. 4 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En 2011, les inspecteurs fédéraux ont effectué plus de dix mille contrôles en matière de respect de l'interdiction de fumer dans l'horeca et établi près de mille procès-verbaux (PV) à l'encontre des quelque 1250 exploitants qui ne respectaient pas la loi. Deux cents de ces exploitants environ ont payé leur amende. Le Service public fédéral (SPF) Santé publique a transmis une centaine de dossiers au parquet. Il semblerait qu'aucun contrevenant n'ait encore reçu de citation à comparaître pour ces dossiers.

D'où les questions suivantes :

1) Comment la ministre explique-t-elle qu'aucun des contrevenants dont le dossier a été transmis au parquet n'ait encore reçu une citation à comparaître ?

2) La ministre insistera-t-elle pour que les poursuites contre ceux ayant enfreint l'interdiction de fumer dans l'horeca deviennent prioritaires ? Dans l'affirmative, comment et quand ? Dans la négative, comment explique-t-elle l'inertie en la matière ?

3) La ministre nous tiendra-t-elle systématiquement informés du suivi de ces dossiers par la Justice ?

 

In 2011 stelden federale inspecteurs bij ruim 10.000 controles op het naleven van het rookverbod in de horeca zo een 1000 processen-verbaal (PV's) op bij ongeveer 1.250 uitbaters die de wet niet correct naleefden. Van die groep betaalden er zo een 200 uitbaters hun boete. De Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid maakte een honderdtal van deze dossiers over aan de parketten. Blijkbaar ontving geen enkele overtreder al een dagvaarding betreffende die dossiers.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe verklaart de geachte minister dat nog geen enkele van de overtreders wiens zaak bij een parket werd neergelegd al een dagvaarding ontving?

2) Zal zij erop aandringen om van de vervolging van overtreders van het rookverbod in de horeca een prioriteit te maken? Zo ja, hoe en wanneer? Zo niet, hoe verklaart zij de inertie daaromtrent?

3) Zal zij ons systematisch op de hoogte houden van de verder afhandeling van deze dossiers door Justitie?

 
Réponse reçue le 16 janvier 2014 : Antwoord ontvangen op 16 januari 2014 :

La situation décrite à ladite question est un phénomène de fraude qui n'est pas repris dans les statistiques de condamnation. Ce phénomène de fraude n'est repris dans aucun code de prévention utilisé actuellement. Il n’est donc pas possible de déterminer combien de citations directes ont pu être adressé aux contrevenants dans cette matière en 2011.

Par ailleurs, le parquet a toujours la possibilité de proposer une transaction auxdits contrevenants ; il s’agit d’une alternative aux poursuites par le biais d’une citation directe. 

Toutefois, il est utile de signaler l’existence de la circulaire n° 8/2011 du Procureur général de la Cour d’appel de gand qui traite des matières traitées par ladite question parlementaire et qui démontre que cette matière bénécie de l’intérêt des instances judiciaires. 

Au surplus, il sera utile de joindre à cette réponse celle relative à ladite question à la vice-premier ministre et ministre des affaires sociales et de la santé publique, chargée de BELIRIS et des institutions culturelles Fédérales à la question parlementaire référence 5-7334 du 22 novembre 2012.

De in deze vraag beschreven situatie betreft een fraudefenomeen dat niet in de veroordelingsstatistieken is opgenomen. Dat fraudefenomeen is niet opgenomen in de thans gebruikte tenlasteleggingscodes. Het is dan ook niet mogelijk om te bepalen hoeveel rechtstreekse dagvaardingen ter zake in 2011 naar de overtreders konden worden verstuurd.

Bovendien heeft het parket steeds de mogelijkheid om een compromis voor te stellen aan de overtreders; het betreft een alternatief voor vervolging via een rechtstreekse dagvaarding.

Het is echter nuttig om te wijzen op het bestaan van omzendbrief nr. 8/2011 van de procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent die handelt over de aangelegenheden die in deze parlementaire vraag worden aangehaald en die aantoont dat de gerechtelijke instanties interesse vertonen in deze aangelegenheid.

Bovendien zou het nuttig zijn om het antwoord van de vice-eerste minister en de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met BELIRIS en de federale culturele instellingen, op parlementaire vraag nr. 5-7334 van 22 november 2012 aan dit antwoord toe te voegen.