SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
3 juillet 2012 3 juli 2012
________________
Question écrite n° 5-6651 Schriftelijke vraag nr. 5-6651

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken
________________
La façon dont Mme Annie Chebeya aurait été traitée par la diplomatie belge (Veuve d'un militant des droits de l'homme en RDC) De behandeling van mevrouw Annie Chebeya door de Belgische diplomatie (Weduwe van een vermoorde mensenrechtenactivist in de DRC) 
________________
République démocratique du Congo
droits de l'homme
admission des étrangers
profession diplomatique
relation diplomatique
Democratische Republiek Congo
rechten van de mens
toelating van vreemdelingen
personeel in diplomatieke dienst
diplomatieke betrekking
________ ________
3/7/2012Verzending vraag
23/10/2012Antwoord
3/7/2012Verzending vraag
23/10/2012Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2096 Requalification de : demande d'explications 5-2096
________ ________
Question n° 5-6651 du 3 juillet 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6651 d.d. 3 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La revue hebdomadaire Knack a publié un article du journaliste d'investigation Chris De Stoop dans lequel figure une interview de Mme Annie Chebeya, la veuve du militant des droits de l'homme Floribert Chebeya, assassiné en 2010. Dans cette interview, Mme Chebeya critique particulièrement le traitement que lui a réservé la diplomatie belge. Elle fait explicitement référence à l'intervention de l'ambassadeur belge qui lui a dit que, si elle pouvait partir au Canada, elle devait prendre soin de ses enfants, se taire et arrêter de protester. Elle indique que la diplomatie belge a fait pression sur elle pour qu'elle mette un terme à ses activités et à ses témoignages. Au journaliste qui lui demandait pourquoi elle se cachait au Canada et non en Belgique, Mme Chebeya a répondu que, naturellement, elle aurait préféré se rendre à Bruxelles où vit une communauté congolaise. Mais cela a été refusé par les autorités belges. Pourquoi ? Pour éviter de perturber les relations diplomatiques avec Kinshasa. Ils n'ont reçu aucun visa, même pas de transit.

Cette interview illustre comment la diplomatie belge a fait pression, de manière peu subtile et éthiquement inacceptable, sur la veuve d'un militant des droits de l'homme assassiné, par crainte de perturber les relations avec un régime dictatorial. Si ce récit est véridique, il déshonore notre diplomatie et en donne un image inacceptable.

Comment le ministre évalue-t-il les déclarations de Mme Annie Chebeya dans son interview réalisée par le journaliste Chris De Stoop ? Le ministre réfute-t-il ou confirme-t-il les accusations qu'elle porte contre la diplomatie belge, laquelle est accusée d'avoir fait pression sur elle de manière non éthique et inacceptable, entre autres en refusant d'octroyer des visas ? Si le ministre nie ces accusations, comment les réfute-t-il et informera-t-il le journaliste en question de ses contre-arguments ? Le ministre prévoit-il à ce sujet un entretien, personnel ou par l'intermédiaire de ses collaborateurs, avec Mme Chebeya ?

 

Het weekblad Knack publiceerde een artikel van onderzoeksjournalist Chris De Stoop, met daarin een interview met mevrouw Annie Chebeya, de weduwe van de in 2010 vermoorde mensenrechtenactivist Floribert Chebeya. In dat interview laat mevrouw Chebeya zich bijzonder kritisch uit over de wijze waarop de Belgische diplomatie haar behandelde. Zij verwijst daarbij expliciet naar het optreden van de Belgische ambassadeur die haar zegde - ik citeer uit het interview: "Als u naar Canada kunt vertrekken, moet u voor uw kinderen zorgen, uw mond houden en niet langer protesteren". Daarbij stelt mevrouw Chebeya dat de Belgische diplomatie haar onder druk zette om haar activiteiten en getuigenissen te stoppen. Op de vraag van de journalist waarom zij onderduikt in Canada en niet in België, antwoordt mevrouw Chebeya - ik citeer opnieuw uit het interview: "Natuurlijk was ik het liefst naar Brussel getrokken, waar een Congolese gemeenschap woont. Maar dat werd door de Belgische overheid geweigerd. Waarom? Om de diplomatieke relaties met Kinshasa niet te verstoren. We kregen geen visum, zelfs geen transitvisum.".

Dat interview illustreert hoe de Belgische diplomatie op een weinig subtiele en ethisch onaanvaardbare wijze druk uitoefende op de weduwe van een vermoorde mensenrechtenactivist, ingegeven door angst om relaties met een dictatoriaal regime te verstoren. Als dit verhaal waar is, dan schetst het een ontluisterend, maar ook onaanvaardbaar beeld van onze diplomatie.

Hoe evalueert de minister de uitspraken van mevrouw Annie Chebeya in haar interview met journalist Chris De Stoop? Ontkent of beaamt de minister haar aantijgingen, waarbij de Belgische diplomatie wordt verweten op onethische en onaanvaardbare wijze druk te hebben uitgeoefend, onder meer door visa te weigeren? Indien de minister de beschuldigingen niet aanvaardt, hoe weerlegt hij ze en zal hij de journalist in kwestie over zijn tegenargumenten informeren? Plant de minister hierover een onderhoud, persoonlijk of via zijn medewerkers, met mevrouw Chebeya?

 
Réponse reçue le 23 octobre 2012 : Antwoord ontvangen op 23 oktober 2012 :
  1. Je souhaite éclaircir certains points suite aux déclarations faites par Mme Chebeya dans l’interview qu’elle a donnée à l’hebdomadaire Knack, et à laquelle vous faites référence. Tout d’abord, nous n’avons pas refusé de visa à Mme Chebeya. Le fait est qu’avant même qu’une procédure ne soit lancée en Belgique, Mme Chebaya s’est vue reconnaître le statut de réfugiée politique et qu’elle a également obtenu un visa pour elle et sa famille de la part des autorités canadiennes.

    Si tout s’était déroulé comme prévu, Mme Chebeya aurait quitté le Congo à bord d’un vol de Brussels Airlines. Ce dernier aurait fait escale à Bruxelles où elle aurait facilement pu obtenir un visa de passage. Au lieu de cela, Mme Chebeya a pris un vol Air France pour Paris. La Belgique n’a donc obtenu aucune demande de visa de passage ni même d’asile politique.

  2. Mes services ont eu l’occasion de rencontrer Mme Chebeya lors de sa visite en Belgique au mois de mars.

    Je souhaite rappeler que nous continuons à fournir de l’aide financière à l’Assocation La Voix des Sans Voix, dont Floribert Chebeya était le président. Comme nos partenaires européens, nous souhaitons que le procès en appel des meurtriers de Floribert Chebeya se déroule d’une façon transparente, juste et selon les règles, afin que ce crime ne reste pas impuni.

  1. Ik wens een aantal punten te verduidelijken met betrekking tot de uitlatingen die mevrouw Chebeya deed in het interview met het weekblad Knack, waarnaar u verwijst. Wij hebben mevrouw Chebeya in de eerste plaats geen visum geweigerd. Het is zo dat mevrouw Chebeya van de Canadese autoriteiten de status van politiek vluchteling alsmede een visum voor haar en haar familie heeft verkregen, nog voor een procedure in België werd ingezet.

    Als alles volgens planning was verlopen, had mevrouw Chebeya Congo verlaten met een vlucht Brussels Airlines die in Brussel een tussenlanding zou maken en had ze probleemloos een doorreisvisum kunnen verkrijgen. Maar mevrouw Chebeya nam uiteindelijk een vlucht Air France die Parijs aandeed. België ontving dus geen aanvraag voor een doorreisvisum of voor politiek asiel.

  2. Mijn diensten hebben de gelegenheid gehad om een ontmoeting te hebben met mevrouw Chebeya, toen ze in de maand maart een bezoek bracht aan België.

    Ik wens er trouwens aan te herinneren dat we de vereniging La Voix des Sans Voix waarvan Floribert Chebeya voorzitter was, nog steeds financieel steunen. Net zoals onze EU-partners willen we dat het beroep in het proces van de moordenaars van Floribert Chebeya op transparante, rechtvaardige wijze en volgens de regels wordt behandeld, opdat deze misdaad niet ongestraft zou blijven.