SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
29 juin 2012 29 juni 2012
________________
Question écrite n° 5-6597 Schriftelijke vraag nr. 5-6597

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
la libération anticipée de détenus De vervroegde invrijheidstelling van gedetineerden 
________________
libération conditionnelle
détenu
régime pénitentiaire
exécution de la peine
réinsertion sociale
voorwaardelijke invrijheidstelling
gedetineerde
strafstelsel
voltrekking van de straf
reclassering
________ ________
29/6/2012Verzending vraag
12/7/2012Antwoord
29/6/2012Verzending vraag
12/7/2012Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2355 Requalification de : demande d'explications 5-2355
________ ________
Question n° 5-6597 du 29 juin 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6597 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bien que contesté, le système de la libération anticipée reste un instrument important de notre politique d'exécution des peines. Les arguments en faveur de ces possibilités sont légion et sont à la fois d'ordre juridique, criminologique, social, psychologique et politique. Je ne doute pas du fondement de cette approche, à savoir offrir au détenu la possibilité de bénéficier d'une libération anticipée moyennant certaines conditions.

La manière dont ce principe est concrétisé tant légalement qu'en pratique pose toutefois de nombreuses questions. Force est de constater que, dans notre pays, c'est l'arbitraire qui prévaut et que cela sape les fondements de notre État de droit.

Je fais référence aux systèmes qui existent aux Pays-Bas et en Grande-Bretagne, qui offrent également ces possibilités mais en les traduisant dans un concept objectivé et systématique. À mesure qu'il purge sa peine et si son comportement et ses perspectives sont prometteurs, un détenu évolue ainsi d'un régime de détention strict vers des régimes plus libres pour finalement bénéficier - à des conditions bien précises - d'une libération anticipée. En Belgique, cette évolution systématique n'existe pas et tout semble être organisé de manière bien plus arbitraire. Tout commence par la (non-)constitution, au petit bonheur la chance, d'un dossier indispensable à transmettre au tribunal de l'exécution des peines. Actuellement, les procédures à suivre ne semblent pas clairement définies.

La ministre juge-t-elle comme moi que la libération anticipée est surtout le résultat d'une décision arbitraire, la (non-)constitution du dossier et la qualité du dossier indispensable ne reposant pas sur une procédure systématique et transparente ?

Comment la ministre évalue-t-elle l'approche suivie aux Pays-Bas et en Grande-Bretagne, par exemple, où la libération anticipée est le résultat d'un processus systématique qui fait passer le détenu par différents régimes de détention successifs ? Le détenu est également préparé peu à peu à sa réinsertion dans la société.

La ministre est-elle prête à soutenir et même à encourager des initiatives visant à substituer à l'arbitraire un système conforme aux principes d'un État de droit ou à prendre elle-même une initiative en ce sens ? Que pouvons-nous attendre de la ministre dans ce domaine ? La ministre fera-t-elle appel à l'expertise des nombreux acteurs de terrain ?

 

Hoewel omstreden, blijft het systeem van een vervroegde invrijheidstelling een belangrijk instrument van ons strafuitvoeringsbeleid. Argumenten pro deze mogelijkheden zijn legio, zowel juridisch, criminologisch als sociaal, psychologisch en politiek. Ik twijfel niet over de grond van deze aanpak, namelijk een kans voor gedetineerden, om mits voorwaarden zijn vervuld, vervroegd te kunnen vrijkomen.

Toch zijn er heel wat vragen rond de wijze waarop dit principe zowel wettelijk als in de praktijk wordt geconcretiseerd. Men moet vaststellen dat in ons land de willekeur regeert en dat daarmee de basis van onze rechtsstaat wordt ondergraven.

Ik verwijs naar systemen in Nederland en Groot-Brittannië, waar deze mogelijkheden eveneens bestaan, maar in een geobjectiveerd en systematisch concept zijn vertaald. Zo evolueert een gedetineerde naarmate zijn straf vordert en zijn gedrag en perspectieven hoopvol zijn, van een strak naar meer vrije regimes om uiteindelijk - onder welbepaalde omstandigheden - vervroegd te kunnen vrijkomen. In België bestaat deze systematiek niet en lijkt alles veel willekeuriger gearrangeerd. Het begint al bij het toeval voor het al dan niet opmaken van een dossier dat noodzakelijk is voor de behandeling door de strafuitvoeringsrechtbank. Het lijkt momenteel totaal onduidelijk welke procedures hier gelden.

Deelt de minister mijn evaluatie dat de vervroegde invrijheidstelling vooral het resultaat is van willekeur, waarbij het al dan niet opmaken van het dossier en de kwaliteit van het noodzakelijke dossier niet gebaseerd is op een systematiek of een doorzichtige procedure?

Hoe apprecieert de minister de aanpak in bijvoorbeeld Nederland en Groot-Brittannië, waar een vervroegde invrijheidstelling het resultaat is van een systematisch proces van achtereenvolgende regimes. De gedetineerde wordt ook geleidelijk voorbereid op zijn herintrede in de maatschappij.

Is de minister bereid om initiatieven, die deze willekeur kunnen omzetten in een systeem dat tegemoet komt aan de principes van de rechtsstaat, te ondersteunen of zelfs te stimuleren of hieromtrent zelf initiatief te nemen? Wat mogen en zullen we hieromtrent van de minister verwachten? Zal de minister de knowhow van vele actoren op het veld inschakelen?

 
Réponse reçue le 12 juillet 2012 : Antwoord ontvangen op 12 juli 2012 :

La libération conditionnelle est réglée par la loi et peut être octroyée sur la base de critères définis par la loi qui s'appliquent ainsi à tous. En outre, la décision est prise par un tribunal indépendant, à savoir le tribunal de l’application des peines. Il va de soi que chaque dossier fait l'objet d'un suivi individuel et d'une évaluation individuelle, mais cela résulte du choix du législateur belge concernant la procédure.

Je ne comprends donc pas bien la critique selon laquelle les décisions de libération conditionnelle seraient arbitraires.

Il est vrai que nous devons faire davantage d'efforts afin d'améliorer la préparation à la réinsertion sociale. J'aimerais par contre immédiatement faire remarquer que la réinsertion sociale relève de la compétence des Communautés.

Nous pouvons en revanche travailler à une meilleure différenciation des détenus. Ceci n'est pas vraiment possible pour l’instant à cause de la surpopulation et des infrastructures existantes, mais je veux au moins donner une impulsion afin de mettre en place davantage de régimes et d'établissements ouverts, à l'instar de pays tels que la Norvège. Je pense par exemple à la prison de Haren qui prévoit une section ouverte pour femmes.

De voorwaardelijke invrijheidstelling is bij wet geregeld en kan toegekend worden op basis van wettelijk bepaalde criteria die aldus voor iedereen gelden. Bovendien wordt de beslissing door een onafhankelijke rechtbank genomen, zijnde de strafuitvoeringsrechtbank. Uiteraard wordt elk dossier individueel opgevolgd en beoordeeld, maar dit is het gevolg van de keuze van de Belgische wetgever inzake de procedure.

Ik begrijp de kritiek dus niet goed dat er willekeur zou bestaan bij de beslissingen tot voorwaardelijke vrijlating.

Het is wel zo dat wij verdere inspanningen moeten doen om de voorbereiding tot sociale re-integratie te verbeteren. Ik maak hier wel onmiddellijk een kanttekening bij: sociale re-integratie is de bevoegdheid van de Gemeenschappen.

Wij kunnen wel werken aan een betere differentiatie van gedetineerden. Op dit ogenblik is dit niet echt mogelijk wegens de overbevolking en de bestaande infrastructuren, maar ik wil wel tenminste een aanzet geven om, naar het voorbeeld van landen zoals Noorwegen, meer open regimes en inrichtingen op te starten. Ik denk bijvoorbeeld aan de gevangenis van Haren, waar een open sectie voor vrouwen voorzien is.