SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
22 juin 2012 22 juni 2012
________________
Question écrite n° 5-6563 Schriftelijke vraag nr. 5-6563

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie
________________
Demandeurs d'asile - Implantation de structures d'accueil - Réactions des riverains - Conséquences - Analyse Asielzoekers - Inplanting van opvanginitiatieven - Reacties omwonenden - Gevolgen - Analyse 
________________
asile politique
migration illégale
équipement social
demandeur d'asile
politiek asiel
illegale migratie
sociale voorzieningen
asielzoeker
________ ________
22/6/2012Verzending vraag
24/7/2012Antwoord
22/6/2012Verzending vraag
24/7/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-6563 du 22 juin 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6563 d.d. 22 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Chaque fois qu'une nouvelle structure d'accueil de demandeurs d'asile est installée quelque part, cela suscite un réflexe Nimby (not in my backyard) chez les riverains. Ce fut aussi le cas récemment à Borlo, dans la commune de Gingelom. Les riverains ont mené des actions contre l'implantation et certaines vitres du bâtiment destiné à recevoir le centre d'accueil ont même été brisées.

Ces actions de protestation sont inspirées par la peur et l'aversion. La peur d'une aggravation prévue de la criminalité et certainement d'une dépréciation des habitations et commerces dans l'environnement immédiat. L'aversion – souvent du racisme – face à l'arrivée d'inconnus au sein de communautés existantes.

Mes questions sont les suivantes.

1) Quelles conséquences les précédentes implantations de structures d'accueil de demandeurs d'asile ont-elles entraînées ? Peut-on établir un lien avec une aggravation de la criminalité, comme les vols, la violence et d'autres actes négatifs ?

2) Existe-t-il des preuves d'une dépréciation des biens immobiliers dans l'environnement immédiat de ces structures d'accueil ?

3) Comment les relations entre les riverains et les demandeurs d'asile évoluent-elles une fois que ces centres sont opérationnels ? Peut-on en tirer des conclusions générales ?

 

Telkens ergens een nieuw opvanginitiatief voor asielzoekers wordt gevestigd, lokt dat een NIMBY-reflex – not in my backyard – uit bij de omwonenden. Zo ook recent in Borlo, deelgemeente van Gingelom. Buurtbewoners voerden acties tegen de vestiging en er werden zelfs een aantal ruiten van het toegewezen gebouw ingegooid.

De redenen voor die tegenacties zijn angst en afkeer. Angst voor voorspelde criminaliteit en zeker ook voor een waardevermindering van de woningen en handelszaken in de onmiddellijke omgeving. Afkeer – vaak racisme – omdat nieuwe, onbekende mensen in bestaande gemeenschappen terechtkomen.

Hierover de volgende vragen:

1) Wat hadden eerdere vestigingen van opvanginitiatieven voor asielzoekers tot gevolg? Kan men die correleren aan verhoogde criminaliteit, zoals diefstallen, geweld en andere negatieve daden?

2) Zijn er bewijzen voor een waardevermindering van het onroerend goed in de onmiddellijke omgeving van die opvanginitiatieven?

3) Hoe evolueren de relaties tussen de omwonenden en de asielzoekers, eens die centra operationeel zijn? Kunnen hieruit algemene conclusies worden getrokken?

 
Réponse reçue le 24 juillet 2012 : Antwoord ontvangen op 24 juli 2012 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

  1. Fedasil a déjà six Initiatives Fédérale d’Accueil (IFA). Borlo constitue une septième, devenue récemment opérationnelle. A ma connaissance, nulle part ces IFA ont provoqué une augmentation de la criminalité, des cambriolages ou de la violence. Nous n’avons pas reçu des plaintes non plus concernant le fonctionnement de ces IFA. A Arendonk, il y a juste eu une communication selon laquelle un sac poubelle n’a pas été présenté correctement lors de la collecte des déchets ménagers. Les résidents des IFA ont déjà tous vécu dans des centres fédéraux auparavant et font preuve de suffisamment d’autonomie et de sens des responsabilités.

  2. Je ne connais pas l’existence d’une étude à ce sujet, mais comme lors de chaque ouverture d’un centre d’accueil, il existe initialement une crainte de dépréciation de la valeur des maisons dans le quartier. Cette crainte toutefois disparaît par la suite quand rien ne confirme ces indications. Par exemple, à Kapellen un nouveau lotissement a été créé à côté du centre d’accueil.

  3. Les relations avec les riverains évoluent généralement bien. Au départ il y une certaine peur de l’inconnu. Mais, en donnant des réponses aux questions, en étant disponible pour les voisins et en organisant des activités de temps en temps auxquelles le voisinage est invité, le « vivre ensemble » dans un même quartier n’est plus considéré comme problématique.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

  1. Fedasil had reeds zes Federale Opvanginitiatieven (FOI)en met Borlo werd een zevende operationeel. Voor zover ik kan vaststellen leidden deze FOI’s nergens tot verhoogde criminaliteit, diefstallen of geweld. Er werden ook geen klachten ingediend met betrekking tot het functioneren van de FOI’s. In Arendonk was er één melding van een huisvuilzak dat niet correct werd aangeboden voor huisvuilophaling. De bewoners van een FOI hebben voordien reeds in een opvangcentrum gewoond en gaven blijk van voldoende zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

  2. Een studie hierover is bij mij onbekend, maar net als bij de opening van een opvangcentrum is er aanvankelijk de vrees voor waardevermindering van huizen in de buurt, Deze vrees zal echter wegebben als daar geen indicaties voor blijken te zijn. Zo kwam er bijvoorbeeld naast het opvangcentrum in Kapellen een nieuwe verkaveling en werden bijgevolg nieuwe woningen gebouwd naast het centrum.

  3. De relaties met omwonenden evolueren doorgaans goed. Aanvankelijk is er de vrees voor het onbekende. Door vragen te beantwoorden, bereikbaar te zijn voor omwonenden en af en toe activiteiten te organiseren waarop de buurt wordt uitgenodigd, wordt het samen leven in de buurt niet langer als problematisch beschouwd.