SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
21 juin 2012 21 juni 2012
________________
Question écrite n° 5-6538 Schriftelijke vraag nr. 5-6538

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Accident - Vitesse excessive - Enregistrement comme cause - Services de police Ongeval - Overdreven snelheid - Registratie als oorzaak - Politiediensten 
________________
sécurité routière
réglementation de la vitesse
accident de transport
police
verkeersveiligheid
snelheidsvoorschriften
ongeval bij het vervoer
politie
________ ________
21/6/2012Verzending vraag
28/9/2012Antwoord
21/6/2012Verzending vraag
28/9/2012Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-6537 Aussi posée à : question écrite 5-6537
________ ________
Question n° 5-6538 du 21 juin 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6538 d.d. 21 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans la rubrique Sécurité routière du portail fédéral, on lit qu'une vitesse excessive reste la cause principale d'accidents sur les routes belges. Je n'en doute nullement. Une vitesse élevée augmente le risque d'accident et la gravité des blessures.

Toutefois, la police n'enregistre pas la vitesse excessive comme cause des accidents de la circulation. On ne dispose pas de chiffres sur la relation entre vitesse excessive et accidents de la circulation. On peut et on doit se demander dans quelle mesure le problème est sous-estimé. Peut-être le phénomène de la vitesse excessive est-il pris à la légère. Une quantification claire de l'impact des excès de vitesse peut aider à prévenir les accidents.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) La ministre convient-elle que la vitesse excessive est trop souvent banalisée ?

2) Est-il exact que la ministre ne dispose pas de données concrètes relatives à l'excès de vitesse vitesse comme cause d'accidents de la circulation ? Admet-elle que l'absence de données conduit à une sous-évaluation de la gravité du problème ?

3) Pourquoi la police n'enregistre-t-elle pas la vitesse excessive comme cause d'accidents de la circulation ?

4) Envisage-t-on d'adapter le formulaire policier d'enregistrement, en vue de limiter l'incidence de la vitesse excessive sur les accidents de la circulation ?

 

Onder het thema Verkeersveiligheid van de federale portaalsite staat dat overdreven snelheid nog steeds de belangrijkste oorzaak is van ongevallen op de Belgische wegen. Ik trek dat zeker niet in twijfel. Hoe hoger de snelheid, hoe groter de kans op betrokkenheid bij een ongeval en hoe ernstiger de letsels.

Toch wordt overdreven snelheid door de politie niet geregistreerd als oorzaak van verkeersongevallen. Over de relatie overdreven snelheid en verkeersongevallen bestaan dus geen cijfers. De vraag kan en moet dan ook worden gesteld in hoeverre er daardoor sprake is van een onderschatting van de ernst van het probleem. Wellicht wordt er te banaal omgegaan met het fenomeen van overdreven snelheid. Een duidelijke becijfering van de impact van overdreven snelheid kan ongevallen helpen voorkomen.

Graag een antwoord op volgende vragen:

1) Gaat de minister ermee akkoord dat te hoge snelheid te vaak wordt gebanaIiseerd?

2) Klopt het dat de minister niet beschikt over concrete cijfers met betrekking tot overdreven snelheid als oorzaak van verkeersongevallen? Gaat zij ermee akkoord dat het ontbreken daarvan leidt tot een onderschatting van de ernst van het probleem?

3) Waarom wordt overdreven snelheid niet geregistreerd door de politie als oorzaak van verkeersongevallen?

4) Wordt een aanpassing overwogen van het registratieformulier van de politiediensten om de invloed van overdreven snelheid te beperken als oorzaak van verkeersongevallen?

 
Réponse reçue le 28 septembre 2012 : Antwoord ontvangen op 28 september 2012 :

J’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit :

  1. Les mesures de comportement et d’attitude réalisées par l’Institut belge pour la sécurité routière (IBSR) permettent de conclure que la conduite à vitesse (trop) élevée est encore trop souvent monnaie courante et qu'elle ne suscite que peu de réprobation sociale.

  2. La vitesse est une cause importante, si pas la plus importante, de l’insécurité routière. Elle joue un rôle dans tous les accidents. Plus on roule vite, plus il sera difficile, lors d’un incident, de réagir à temps pour éviter un accident. Par ailleurs, la vitesse de conduite exerce une influence sur la vitesse d’impact et donc sur les conséquences de l’accident. Plus la vitesse est élevée, plus l’impact sera grand en cas de collision avec un autre usager de la route ou un obstacle et plus les lésions pourront être graves.

    L’impact du comportement en matière de vitesse sur les accidents corporels en Belgique ne peut pas être déduit des statistiques d’accidents. Il est admis qu'en Belgique aussi, une vitesse inadaptée et/ou excessive était à l’origine de 30 % des accidents mortels.

  3. La vitesse excessive ou inadaptée ne figure pas comme cause d'accident corporel sur le formulaire d'analyse des accidents, qui est à la base des statistiques d'accidents. La raison en est que ce formulaire est complété à partir des constatations faites sur place par la police après l'accident. Dans la plupart des cas, ces constatations ne permettent pas d'établir dans l'immédiat si la vitesse excessive était à l'origine de l'accident. Le ministère public peut envoyer un expert judiciaire sur place qui déterminera la vitesse à laquelle l'accident s'est produit en se basant sur les traces observées et une reconstitution de l'accident. Dans ce cas, cette donnée figurera bel et bien dans le dossier judiciaire. Depuis plusieurs années, l'IBSR mène une étude approfondie sur les accidents corporels à partir des dossiers judiciaires et a ainsi accès à ce type d'information.

  4. Le groupe de travail fédéral « Statistiques », qui est présidé par l'IBSR, se penche actuellement sur la nécessité d'élaborer un nouveau système d'enregistrement des accidents. L'enregistrement actuel repose sur un formulaire d'accident datant de 1990. Une actualisation et une modernisation de l'enregistrement s'avèrent nécessaires. Compte tenu des éléments indiqués au point 3, il semble improbable que la vitesse y figurera comme cause de l'accident. Une extension de l'étude approfondie réalisée par l'IBSR est en revanche souhaitable.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden:

  1. Op basis van de gedrags- en attitudemetingen van het Belgisch Instituut voor Verkeers Veiligheid (BIVV) kan gesteld worden dat (te) snel rijden nog steeds veel te vaak voorkomt en onvoldoende voorwerp uitmaakt van sociale afkeuring.

  2. Snelheid is een belangrijke, zo niet de belangrijkste oorzaak, van de verkeersonveiligheid. In alle ongevallen speelt snelheid een rol. Hoe sneller men rijdt, hoe moeilijker het wordt om bij een incident nog tijdig te kunnen reageren om een ongeval te voorkomen. Ten tweede heeft het snelheidgedrag een impact op de botsingssnelheid en dus op de gevolgen van het ongeval. Hoe hoger de snelheid hoe groter de impact zal zijn bij een botsing met een andere weggebruiker of een obstakel en hoe ernstiger de letsels kunnen zijn.

    De impact van het snelheidsgedrag op de letselongevallen in België kan niet uit de ongevallenstatistieken afgeleid worden. Aangenomen wordt dat ook in België een onaangepaste en/of overdreven snelheid de oorzaak was in 30 % van de dodelijke ongevallen.

  3. Overdreven of onaangepaste snelheid als oorzaak van een letselongeval is niet opgenomen in het verkeersongevallenformulier dat aan de basis ligt van de ongevallenstatistieken. De reden daarvoor is dat dit formulier wordt ingevuld op basis van de vaststelling die de politie ter plaatse heeft gedaan na een ongeval. Het is in de meeste gevallen niet mogelijk voor de politie om onmiddellijk vast te stellen of overdreven snelheid aan de basis lag of de oorzaak was van het ongeval. Het openbaar ministerie kan een gerechtelijk deskundige ter plaatse sturen op om basis van de vastgestelde sporen en een reconstructie van het ongeval na te gaan hoe snel er gereden werd op het moment van het ongeval. In deze gevallen bevindt de informatie zich dan wel in de gerechtelijke dossiers. Het BIVV voert sinds enkele jaren diepteonderzoek van letselongevallen uit door inzake in de gerechtelijke dossiers en kan op die manier toegang hebben tot de informatie.

  4. De federale werkgroep “Statistiek” die voorgezeten wordt door het BIVV buigt zich momenteel over de noodzaak om een nieuwe ongevallenregistratie op te stellen. De registratie die tot op heden gebeurt, is gebaseerd op een ongevallenformulier dat dateert van 1990. Een actualisering en modernisering van de registratie is nodig. Gelet op de elementen aangehaald in punt 3 lijkt het onwaarschijnlijk dat snelheid als oorzaak van een ongeval opgenomen zal worden. Een verdere uitbreiding van het diepteonderzoek dat uitgevoerd wordt door het BIVV is daarentegen wel wenselijk.