SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
15 juin 2012 15 juni 2012
________________
Question écrite n° 5-6502 Schriftelijke vraag nr. 5-6502

de Cécile Thibaut (Ecolo)

van Cécile Thibaut (Ecolo)

à la ministre de l'Emploi

aan de minister van Werk
________________
Activité de volontaire - Absence de permis de travail - Personnes en séjour illégal - Mesure proposée par le gouvernement - État d'avancement Vrijwilligersactiviteit - Ontbreken van arbeidsvergunning - Personen die illegaal verblijven - Maatregel voorgesteld door de regering - Stand van zaken 
________________
bénévolat
travail non rémunéré
droit de séjour
migration illégale
profession diplomatique
accès à l'emploi
vrijwilligerswerk
onbetaald werk
verblijfsrecht
illegale migratie
personeel in diplomatieke dienst
toegang tot het arbeidsproces
________ ________
15/6/2012Verzending vraag
11/12/2012Antwoord
15/6/2012Verzending vraag
11/12/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-6502 du 15 juin 2012 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-6502 d.d. 15 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

La loi du 3 juillet 2005 régit le volontariat exercé sur le territoire belge. Plus d'un million et demi de belges exercent une activité de volontaire, ceux-ci prestent dans ce cadre en moyenne sept heures par semaine tout au long de l'année.

Selon Jacques Defourny, directeur du Centre d'économie sociale (CES) de l'Université de Liège (ULg), le travail produit par les activités volontaires, correspond à deux cent mille équivalents temps plein. Aujourd'hui en Belgique, près de 5 % du produit intérieur brut (PIB) est obtenu grâce au travail des volontaires.

Le volontariat joue un rôle important dans notre société d'un point de vue économique mais également social. De nombreux services ne pourraient être mis à disposition de la collectivité sans l'implication gratuite de nombreux citoyens.

Cependant, malgré l'importance de cette forme d'activité, il est actuellement interdit d'être volontaire pour une personne n'ayant pas de permis de travail. Cette situation est d'autant plus déplorable que le volontariat peut servir de levier d'intégration dans notre société.

L'accord de gouvernement prévoit de rectifier la législation à ce sujet. En effet, on peut lire dans celui-ci que " le volontariat sera rendu possible pour toute personne disposant d'un titre de séjour légal ainsi que pour tous les bénéficiaires de l'accueil ".

1) Pouvez-vous m'indiquer si cette mesure est en cours de concrétisation ?

2) Dans l'affirmative, pouvez-vous me préciser quand celle-ci sera effective ?

3) Quels sont les mesures que vous envisagez prendre à ce sujet ? Une solution est-elle intégrée dans ces mesures pour les personnes ayant un statut diplomatique ?

 

De wet van 3 juli 2005 regelt het vrijwilligerswerk uitgeoefend op Belgisch grondgebied. Meer dan anderhalf miljoen Belgen oefenen een vrijwilligersactiviteit uit. Ze presteren gemiddeld zeven uur per week tijdens het jaar.

Volgens Jacques Defourny, directeur van het Centre d'économie sociale (CES) van de Universiteit van Luik, vertegenwoordigt het werk uitgevoerd door vrijwillige activiteiten ongeveer honderdduizend voltijdsequivalenten. Vandaag vertegenwoordigt vrijwilligers in België bijna 5% van het bruto binnenlands product.

Vrijwilligerswerk speelt vanuit economisch, maar ook vanuit sociaal oogpunt dus een belangrijke rol in onze maatschappij. Talrijke diensten zouden niet ter beschikking van de bevolking kunnen worden gesteld zonder de gratis inbreng van veel burgers.

Ondanks het belang van die activiteit mag een persoon zonder arbeidsvergunning op dit ogenblik evenwel geen vrijwilliger zijn. Die situatie is betreurenswaardig omdat vrijwilligerswerk de integratie in onze samenleving kan bevorderen.

Het regeringsakkoord voorziet in de rechtzetting van de wetgeving op dat vlak. Er staat immers: “Voor al wie een geldige verblijfsvergunning heeft en voor al wie opvang geniet, zal vrijwilligerswerk mogelijk worden gemaakt.“

1) Kunt u me meedelen of de concretisering van die maatregel aan de gang is?

2) Zo ja, wanneer zal hij van kracht zijn?

3) Welke maatregelen denkt u in dit verband te nemen? Zullen de maatregelen ook van toepassing zijn op personen met een diplomatiek statuut?

 
Réponse reçue le 11 décembre 2012 : Antwoord ontvangen op 11 december 2012 :
  1. L’article 9, §1er, de la loi du 3 juillet 2005 prévoit que : « Dans les conditions fixées par le Roi, par arrêté délibéré en conseil des ministres, la loi du 30 avril 1999 relative à l’occupation des travailleurs étrangers et ses arrêtés d’exécution ne s’appliquent pas au volontariat ».

    Autrement dit, seuls les étrangers dispensés de l’obligation d’obtenir un permis de travail, peuvent exercer des activités de volontariat.

    Quant aux autres étrangers, ils sont tenus, conformément à la loi du 30 avril 1999 relative à l’occupation des travailleurs étrangers, d’être en possession d’un permis de travail pour pouvoir exercer de telles activités. Toutefois, un permis de travail ne peut pas être octroyé à cet effet étant donné que celui-ci ne vaut que pour un travail salarié.

  2. L’accord de Gouvernement prévoit que : « le volontariat sera rendu possible pour toute personne disposant d’un titre de séjour légal ainsi que pour tous les bénéficiaires de l’accueil ».

  3. Les mesures à adopter, en vue de la mise en œuvre de cette me-sure, sont examinées par mon administration. Un avant-projet de loi vi-sant la modification de l’article 9, §1er, de la loi du 3 juillet 2005 devra recevoir l’approbation du conseil des ministres. En vue d’éviter tout abus en matière d’accès au séjour, il sera précisé explicitement que l’exercice du volontariat ne confère aucun droit en matière d’accès au séjour. De même, des dispositions visant à lutter de manière plus adéquate contre tout usage abusif du régime de volontariat seront prévues. Dans ce même cadre, une attention particulière sera portée aux personnes ayant un statut diplomatique.

  1. Artikel 9, §1 van de wet van 3 juli 2005 bepaalt dat: “Onder de voorwaarden die de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad bepaalt, zijn de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers en de uitvoeringsbesluiten ervan niet van toepassing op het vrijwilligerswerk.”

    Anders gesteld, enkel de buitenlandse onderdanen die vrijgesteld zijn van de verplichting een arbeidskaart te bekomen, kunnen activiteiten van vrijwilligerswerk uitoefenen.

    De andere buitenlandse onderdanen zijn ertoe gehouden, overeenkomstig de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, in het bezit te zijn van een arbeidskaart om dergelijke activiteiten te kunnen uitoefenen. Een arbeidskaart kan evenwel hiervoor niet worden toegekend aangezien deze enkel geldt voor arbeid in loondienst.

  2. Het Regeringsakkoord bepaalt dat: “Voor al wie een geldige verblijfsvergunning heeft en voor al wie opvang geniet zal vrijwilligerswerk mogelijk worden gemaakt”.

  3. De goed te keuren maatregelen, met het oog op de uitvoering van bedoelde maatregel, worden door mijn administratie onderzocht. Een voorontwerp van wet tot wijziging van artikel 9, §1 van de wet van 3 juli 2005 zal de goedkeuring van de ministerraad moeten krijgen. Om elk misbruik inzake de toelating tot verblijf te vermijden, zal uitdrukkelijk worden verduidelijkt dat de uitoefening van vrijwilligerswerk geen enkel recht inzake de toelating tot verblijf verleent. Bepalingen die tot doel hebben om op een meer adequate wijze elk onrechtmatig gebruik van het vrijwilligersstelsel te bestrijden zullen eveneens worden voorzien. In dit zelfde kader zal bijzondere aandacht worden besteed aan de personen die een diplomatieke status hebben.