SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
31 mai 2012 31 mei 2012
________________
Question écrite n° 5-6373 Schriftelijke vraag nr. 5-6373

de Claudia Niessen (Ecolo)

van Claudia Niessen (Ecolo)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Afghanistan - Départ des forces militaires belges fin 2014 - Protection des collaborateurs civils afghans - Interprètes - Collaborateurs administratifs - Permis de séjour en Belgique Afghanistan - Vertrek van de Belgische strijdkrachten eind 2014 - Bescherming van het Afghaans civiel personeel - Administratieve medewerkers - Verblijfsvergunning in België 
________________
Afghanistan
force à l'étranger
droit de séjour
personnel civil
Afghanistan
strijdkrachten in het buitenland
verblijfsrecht
burgerpersoneel
________ ________
31/5/2012Verzending vraag
6/7/2012Antwoord
31/5/2012Verzending vraag
6/7/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-6373 du 31 mai 2012 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-6373 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Comme validé lors du sommet de l'OTAN à Chicago les 20 et 21 mai 2012, la force internationale d'assistance à la sécurité (FIAS) sera retirée d'Afghanistan d'ici à la fin de l'année 2014. Le Ministère belge de la Défense remplira ses engagements et effectuera le retrait de ses troupes de manière progressive.

À l'heure actuelle, 600 soldats belges assurent la présence de notre pays dans le cadre de cette mission internationale en Afghanistan. Pour 230 d'entre eux, le départ est programmé pour la période de septembre à novembre de l'année courante. Les forces militaires restantes poursuivront leur mission à Kunduz, Mazar-e Sharif et Kandahar, d'où l'escadron F-16 sera le dernier à être retiré à la fin de l'année 2014. Parallèlement, nos alliés, plus particulièrement les Etats-Unis et l'Allemagne, clôtureront le départ de leurs forces militaires. Dès lors, le gouvernement à Kaboul devra assumer seul la charge de la sécurité dans le pays.

Par ce départ, les forces internationales abandonneront un nombre important de collaborateurs civils qui ont offert leurs services dans le but de soutenir nos soldats. Je parle ici des interprètes ou des fonctionnaires administratifs. Durant des années, ces "collaborateurs" ont garanti la communication entre les forces internationales et la population autochtone. Par le départ des forces alliées, ces personnes perdent non seulement leur emploi, mais leur vie est également mise en danger, car les Talibans les considèrent comme des espions et les accusent de trahison.

Selon les médias belges, le Premier Ministre Elio Di Rupo a assuré que la Belgique contribuera à la reconstruction de l'Afghanistan à raison de 12 millions d'euros par an après 2014. Cependant, au-delà de cette aide financière, il est indispensable que la Défense belge se préoccupe du sort des collaborateurs afghans et de leurs familles.

Compte tenu que la protection contre les attaques des Talibans ne peut être garantie par l'armée afghane seule, je vous pose les questions suivantes :

1) Combien de collaborateurs civils ont été employés par la Défense belge lors de sa présence en Afghanistan et quelles mesures seront prises par le Ministère de la Défense afin de garantir la sécurité de ces civils suite au départ des forces belges ?

2) Afin de protéger au maximum la vie de ces collaborateurs et de leurs proches, serait-il envisageable de leur octroyer un permis de séjour pour la Belgique ?

 

Op de NAVO-top van 21 mei 2012 te Chicago werd de terugtrekking bekrachtigd van de International Security Assistance Force (ISAF) voor eind 2014 uit Afghanistan. Het Belgische ministerie van Defensie zal zijn engagementen nakomen en zal zijn troepen geleidelijk terugtrekken.

Op dit ogenblik zijn 600 Belgische soldaten in het kader van deze internationale missie aanwezig in Afghanistan. Voor 230 van hen is het vertrek gepland voor de periode van september tot november van dit jaar. De resterende strijdkrachten zullen hun missie voortzetten in Kunduz, Mazar-e Sharif en Kandahar, vanwaar het F-16-eskadron als laatste zal worden teruggetrokken eind 2014. Tegelijkertijd zullen onze geallieerden, in het bijzonder de Verenigde Staten en Duitsland, het vertrek van hun strijdkrachten afsluiten. Vanaf dan moet de regering in Kaboel de veiligheid in het land zelf verzekeren.

Door dat vertrek zullen de internationale troepen een groot aantal civiele medewerkers achterlaten, die onze soldaten hebben gesteund. Ik heb het over vertalers of administratieve ambtenaren. Gedurende jaren hebben die “medewerkers” ingestaan voor de communicatie tussen de internationale troepen en de autochtone bevolking. Door het vertrek van de geallieerde krachten verliezen die mensen niet alleen hun werk, maar is hun leven ook in gevaar, want de taliban beschouwen hen als spionnen en beschuldigen hen van verraad.

Volgens de Belgische media heeft eerste minister Di Rupo verzekerd dat België zal bijdragen aan de heropbouw van Afghanistan voor een bedrag van 12 miljoen euro per jaar na 2014. Naast die hulp is het evenwel onontbeerlijk dat de Belgische Defensie zich bekommert om het lot van de Afghaanse medewerkers en hun familie.

Rekening houdend met het feit dat het Afghaanse leger de bescherming tegen de aanvallen van de taliban niet alleen kan garanderen, heb ik de volgende vragen:

1) Hoeveel civiele medewerkers werden tewerkgesteld door de Belgische Defensie tijdens haar aanwezigheid in Afghanistan? Welke maatregelen zal het ministerie van Defensie nemen om de veiligheid van die burgers te verzekeren na het vertrek van de Belgische strijdkrachten?

2) Kan worden overwogen om hun een verblijfsvergunning voor België te verlenen, om het leven van die medewerkers zo goed mogelijk te beschermen?

 
Réponse reçue le 6 juillet 2012 : Antwoord ontvangen op 6 juli 2012 :

L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

  1. Il faut distinguer les civils afghans qui travaillent pour le International Security Assistance Force (ISAF) de ceux qui fournissent leurs services au profit de la Défense belge avec laquelle ils sont liés contractuellement. Ces derniers occupent des fonctions particulières au sein du détachement de KAIA (douze interprètes et sept personnes en charge de l’entretien).

    La plupart des collaborateurs afghans appartiennent à des firmes qui travaillent pour l’ISAF. Il s’agit de personnel d’entretien, de personnel de cuisine et de spécialistes d’infrastructure. A côté de ces deux catégories, on trouve également des civils afghans embauchés par nos partenaires de l’ISAF et mis partiellement à la disposition de nos détachements belges : ainsi, 23 interprètes travaillent au sein des différents ANA-mentors teams et 21 dans les détachements à Kunduz.

  2. Du point de vue strictement juridique, le contrat de service conclu entre la Défense belge et les civils afghans ne prévoit pas que l’État belge protège les collaborateurs afghans en-dehors de leurs prestations de service ou qu’un permis de séjour en Belgique leur soit octroyé. Pour ce dernier point, la Défense n’est pas compétente. Elle peut éventuellement témoigner que certains civils afghans ont fourni de bons services au profit des détachements belges.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

  1. Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de Afghaanse burgers die ten voordele van het International Security Assistance Force (ISAF) werken en deze die hun diensten verlenen ten voordele van de Belgische Defensie waarmee ze contractueel verbonden zijn. Deze laatste bezetten welbepaalde functies binnen het detachement van KAIA (twaalf tolken en zeven onderhoudsmedewerkers).

    De meerderheid van de Afghaanse medewerkers behoren tot firma’s die voor ISAF werken. Het gaat om onderhoudspersoneel, keukenpersoneel en infrastructuur-specialisten. Naast deze twee categorieën vindt men Afghaanse burgers die door andere ISAF partners gecontracteerd worden en deels ter beschikking gesteld worden van de Belgische detachementen: zo werken 23 tolken in de schoot van de ANA-mentor detachementen en 21 ten voordele van de Belgische detachementen in Kunduz.

  2. Vanuit strikt juridisch oogpunt voorzien de dienstencontracten die gesloten werden tussen de Belgische Defensie en deze Afghaanse burgers niet dat de Belgische Staat zou instaan voor hun veiligheid buiten dienstverband noch de toekenning van een verblijfsvergunning in België. Voor dit laatste is Defensie niet bevoegd. Ze kan eventueel getuigen dat sommige Afghaanse burgers goede diensten ten voordele van de Belgische detachementen geleverd hebben.