SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
31 mai 2012 31 mei 2012
________________
Question écrite n° 5-6353 Schriftelijke vraag nr. 5-6353

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Le vol d'objets trouvés à et par la police De diefstal van gevonden voorwerpen bij en door de politie 
________________
vol
police locale
déontologie professionnelle
diefstal
gemeentepolitie
beroepsdeontologie
________ ________
31/5/2012Verzending vraag
16/7/2012Antwoord
31/5/2012Verzending vraag
16/7/2012Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2244 Requalification de : demande d'explications 5-2244
________ ________
Question n° 5-6353 du 31 mai 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6353 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Un reportage de l'émission VOLT de la VRT a révélé des informations choquantes. On voyait dans ce reportage dix portefeuilles, soit-disant trouvés, contenant chacun 150 euros et toutes les données permettant d'identifier le propriétaire. Les portefeuilles ont été déposés comme objets trouvés dans dix bureaux de police différents. Trois des dix portefeuilles ont disparu dans le bureau de police. Les conclusions de l'expérience sont évidentes : 30 % des corps de police abritent des voleurs. L'anarchie semble même gangréner notre police qui doit pourtant jouer un rôle de gardien et de défenseur de la loi.

Toutes sortes de circonstances atténuantes peuvent probablement être avancées, mais le reportage porte définitivement atteinte à la réputation de la police tant sur le plan de l'éthique que de la morale. Le problème n'est pas tellement la disparition de 150 euros, mais bien l'absence de moralité dont font preuve les défenseurs de la loi, la police et la justice. Ces actes, même si la révélation en a été faite par des journalistes, ne peuvent certainement pas être considérés comme des faits divers.

Comment la ministre évalue-t-elle les récentes conclusions de l'expérience menée par VOLT, à savoir que des vols sont commis dans 30 % des corps de police choisis au hasard et que les coupables font partie de ces corps ? La ministre estime-t-elle que ces faits, constatés il est vrai dans un nombre limité de corps de police, révèlent un problème endémique d'estompement de la norme à la police ? Comment la ministre s'attaquera-t-elle à ce problème ? Partage-t-elle le point de vue selon lequel les constatations de l'émission VOLT ternissent de manière quasi irrémédiable l'image de la police et, par extension, de l'ensemble de l'appareil chargé du maintien de l'ordre ? La ministre n'estime-t-elle pas nécessaire de soumettre la moralité et l'éthique de notre police à un sérieux contrôle, tant à la lumière des vols que de l'augmentation des brutalités non appropriées à l'égard des citoyens ? Quelles sont, selon la ministre, les causes de cette situation ? Qu'est-ce qui ne tourne pas rond dans le recrutement, la formation, l'évaluation permanente, l'exemple que doivent donner les dirigeants, etc ?

 

Een reportage van het VRT-programma VOLT bracht schokkende informatie. In de reportage werden tien vondsten gesimuleerd van portefeuilles met daarin 150 euro en alle identificatiegegevens van de eigenaar. De portefeuilles werden bij tien verschillende politiekantoren als gevonden voorwerp afgegeven. In drie van de tien gevallen verdwenen de portefeuilles op het politiekantoor. De conclusies van het experiment liggen voor de hand: in 30% van de politiekorpsen bevinden zich dieven. Onze politie, bewaker en handhaver van de wet, blijkt zelf in belangrijke mate door wetteloosheid vergiftigd.

Er kunnen wellicht allerlei verzachtende omstandigheden worden aangevoerd, maar van welke aard of dimensie ook, de reportage werpt een onuitwisbare smet op het morele en ethische blazoen van de politie. Het gaat niet zozeer over het verdwijnen van 150 euro, maar wel over het gebrek aan de zo noodzakelijke intrinsieke moraliteit bij de handhavers van de wet, politie en justitie. De vaststellingen, ongeacht de journalistieke oorsprong ervan, mogen zeker niet als een fait divers worden geklasseerd.

Hoe evalueert de minister de recente proefondervindelijke vaststellingen van het programma VOLT dat bij 30% van den willekeurig gekozen korpsen diefstallen worden gepleegd door daders van binnen het korps? Beaamt de minister dat die vaststellingen bij een weliswaar beperkt aantal korpsen een endemisch probleem van expliciete normvervaging bij de politie blootlegt? Hoe zal de minister dat probleem aanpakken? Deelt de minister mijn analyse dat de vaststellingen van het programma VOLT het imago van de politie en bij uitbreiding van heel het apparaat van ordehandhaving quasi onherstelbaar beschadigen? Vindt de minister het niet noodzakelijk om het morele en ethische niveau van onze politie aan een grondige doorlichting te onderwerpen, zowel in het licht van diefstallen als van de toename van ongeoorloofde geweldpleging tegen burgers? Welke oorzaken ziet de minister? Wat loopt er fout bij de rekrutering, de vorming, de permanente evaluatie, de voorbeeldfunctie van leidinggevenden enzovoorts?

 
Réponse reçue le 16 juillet 2012 : Antwoord ontvangen op 16 juli 2012 :

Le reportage « Volt » traitait de la remise de portefeuilles «soi-disant» retrouvés à l’accueil de dix différentes zones de police.

Selon le reportage, seules sept des dix zones de police auraient immédiatement remis les portefeuilles à leurs propriétaires.

Deux zones de police non précisées n’auraient, selon le reportage, pas réagi, et dans la zone de police de Gand, il s’est avéré que le portefeuille avait disparu au commissariat de police.

Le chef de corps de la zone de police de Gand a immédiatement, et d’initiative, lancé une enquête interne qui jusqu’à ce jour n’a pas encore mené à des résultats.

Dût-il s’avérer que le portefeuille fût volé par un membre du personnel de la zone de police de Gand, les mesures nécessaires seraient prises au niveau de la justice pénale et au niveau disciplinaire.

Dût-il s’avérer de l’enquête interne qu’une erreur administrative eût été commise, on en tirerait également les conclusions qui s’imposent.

En ce qui concerne les deux autres zone de police non encore identifiées, mes services se sont informés auprès des réalisateurs du programme, mais ces derniers refusent de dévoiler ces zones de police.

En tout état de cause, je renforcerai les mécanismes de contrôle interne auprès de la police.

La nouvelle commissaire générale continuera à développer des « moments de contrôle » lors de divers procédures ainsi qu’elle continuera à ajuster la circulaire « CP 3 » relative à l’organisation du contrôle interne à la police.

De “Volt”-reportage handelde over het afgeven van “zogezegd” teruggevonden portefeuilles aan het onthaal van tien verschillende politiezones.

Volgens de reportage zouden slechts zeven van de tien politiezones de portefeuilles onmiddellijk hebben terugbezorgd aan de eigenaars.

Twee niet nader geïdentificeerde politiezones zouden volgens de reportage niet gereageerd hebben, en in de politiezone Gent bleek dat de portefeuille in het politiecommissariaat verdwenen was.

De korpschef van de politiezone Gent is onmiddellijk, op eigen initiatief, met een intern onderzoek gestart, dat tot heden nog geen resultaat heeft opgeleverd.

Indien zou blijken dat de portefeuille door een personeelslid van de politiezone Gent werd gestolen, zullen de nodige maatregelen getroffen worden op strafrechterlijk en tuchtrechterlijk vlak.

Indien uit het intern onderzoek zou blijken dat er een administratieve fout werd gepleegd, zullen ook daaruit de nodige conclusies getrokken worden.

Wat betreft de overige twee politiezones, nog niet geïdentificeerde politiezones betreft, hebben mijn diensten bij de programmamakers geïnformeerd, maar zij weigeren deze politiezones kenbaar te maken.

In elk geval zal ik de mechanismen van interne controle bij de politie versterken.

De nieuwe commissaris-generaal zal verder gaan met het ontwikkelen van “controlemomenten” tijdens diverse procedures, evenals het verder op punt stellen van de omzendbrief “CP 3” betreffende de organisatie van de interne controle bij de politie.