SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
30 mars 2012 30 maart 2012
________________
Question écrite n° 5-6006 Schriftelijke vraag nr. 5-6006

de Marleen Temmerman (sp.a)

van Marleen Temmerman (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
La tuberculose multirésistante Multiresistente tuberculose 
________________
maladie infectieuse
pauvreté
prévention des maladies
infectieziekte
armoede
voorkoming van ziekten
________ ________
30/3/2012Verzending vraag
9/11/2012Dossier gesloten
30/3/2012Verzending vraag
9/11/2012Dossier gesloten
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2000 Requalification de : demande d'explications 5-2000
________ ________
Question n° 5-6006 du 30 mars 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6006 d.d. 30 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Actuellement, les médias parlent beaucoup d'un cas de tuberculose multirésistante à Gand. La tuberculose est dite multirésistante lorsque la bactérie résiste à plusieurs antibiotiques du premier échelon et que l'on doit passer à des antibiotiques du deuxième échelon. Ce problème a déjà été abordé par notre collègue Louis Ide en séance plénière. Vous aviez alors fait savoir que la problématique urgente de ce patient avait déjà été résolue. Cependant, j'ai encore quelques préoccupations après le débat en séance plénière.

En Belgique, il n'existe pas vraiment de département adapté où les patients peuvent être admis pour une longue durée dans le respect de la dignité humaine, voire éventuellement isolés pour une plus longue période, ou admis à la demande du médecin. La loi admet l'hospitalisation sous la contrainte sous escorte policière. Concrètement, c'est difficilement réalisable et rarement nécessaire.

Bien qu'il s'agisse d'une compétence des communautés, l'INAMI et votre cabinet ont soutenu un projet spécifique sur des cas de tuberculose multirésistante. Les patients concernés bénéficient d'un accompagnement infirmier et social supplémentaire afin que leur traitement de très longue durée puisse être mené à bien. Il peut parfois durer 24 mois. En 2010, le projet pilote BELTA-TBnet (Belgian Lung and Tuberculosis Association) a été transformé en une politique régulière en raison de son grand succès. Ce projet finance également le diagnostic et le traitement de personnes qui n'ont pas d'assurance maladie ou de sécurité sociale.

La nouvelle répartition des compétences datant des années 1980 a séparé le traitement et la prévention. La prévention est devenue une compétence régionale, de telle sorte que six ministères doivent parvenir à un accord afin de dessiner une politique coordonnée. La non-décision est due au fait que tout le monde se renvoie la balle pour savoir qui va payer et s'il s'agit de traitement ou de prévention.

En ce qui concerne la tuberculose et la migration : selon l'ECDC (European Centre for Disease prevention and Control), le facteur pauvreté joue beaucoup plus que le pays d'origine dans l'apparition de la maladie active. L'ECDC affirme dès lors que la migration ne représente aucune menace pour la Santé publique.

J'aimerais poser à la ministre les questions suivantes :

1) Quel est le lien entre le projet de l'INAMI et de votre cabinet concernant des cas de tuberculose multirésistante et le groupe de travail de la conférence interministérielle dont vous avez parlé lors du débat en séance plénière ?

2) Selon vous, un département adapté pour les patients souffrant de la tuberculose est-il nécessaire et comment peut-il être financé ?

3) Selon vous, est-il nécessaire d'harmoniser davantage les soins et la prévention pour certaines affections, et ce en concertation avec les ministres régionaux ?

4) Partagez-vous l'opinion de l'ECDC et pouvez-vous davantage axer l'approche de la tuberculose sur le facteur pauvreté ?

 

Er is in het nieuws momenteel heel wat te doen omtrent een geval van multidrugresistente tuberculose in Gent. Multidrugresistente tuberculose wil zeggen dat de TBC-bacterie resistent is aan meerdere eerstelijnsantibiotica en dat er moet worden overgeschakeld naar tweedelijnsantibiotica. Dat probleem werd door collega Ide al aangekaart in de plenaire vergadering. U gaf toen ook te kennen dat de urgente problematiek van die ene patiënt al werd ondervangen. Toch resten mij na het debat in plenaire zitting nog enkele bekommernissen.

In België is er niet echt een aangepaste afdeling waar mensen op humane wijze langdurig kunnen worden opgenomen, of eventueel zelfs geïsoleerd kunnen worden voor langere tijd, of op aandringen van de arts opgenomen kunnen worden. De wet laat wel toe iemand onder dwang op te nemen onder politiebegeleiding. In de praktijk is dat moeilijk uitvoerbaar en zelden nodig.

Niettegenstaande het een gemeenschapsbevoegdheid is, hebben het RIZIV en uw kabinet een specifiek project over multiresistente gevallen ondersteund. De betrokken patiënten krijgen extra verpleegkundige en sociale begeleiding om hun zeer lange behandeling tot een goed einde te brengen. Soms loopt de behandeling op tot 24 maanden. In 2010 werd het BELTA (Belgian Lung and Tuberculosis Association ) TBnet- proefproject wegens groot succes omgezet in een regulier beleid. Dat project financiert ook de diagnostiek en behandeling van mensen die geen ziekteverzekering of sociale dekking hebben.

De bevoegdheidsherverdeling van de jaren 80 heeft ervoor gezorgd dat de behandeling en de preventie uiteen werden getrokken. Preventie werd een bevoegdheid van de gewesten, zodat er met een zestal ministeries tot een overeenkomst moet worden gekomen om een gecoördineerd beleid uit te tekenen. De non-beslissing komt er omdat iedereen de bal naar elkaar toespeelt over wie het zal betalen en over de vraag of het om behandeling of preventie gaat.

Voor wat tuberculose en migratie betreft: het ECDC (European Centre for Disease prevention and Control) stelt dat de factor armoede veel sterker doorweegt in het ontstaan van de actieve ziekte dan de factor land van herkomst. Het ECDC stelt dan ook dat migratie geen bedreiging vormt voor de Volksgezondheid.

Ik heb de volgende vragen voor de geachte minister:

1) Hoe verhoudt het project van het RIZIV en uw kabinet omtrent multiresistente gevallen zich tot de werkgroep van de Interministeriële conferentie waarvan u sprak tijdens het plenaire debat?

2) Ziet u de nood aan een aangepaste afdeling voor mensen met TBC en hoe kan dat gefinancierd worden?

3) Ziet u de noodzaak om voor bepaalde aandoeningen zorg en preventie beter op elkaar af te stemmen in overleg met de gewestelijke collega-ministers?

4) Kan u de stelling van het ECDC bijtreden en in de aanpak van TBC meer focussen op de factor armoede?