SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
29 mars 2012 29 maart 2012
________________
Question écrite n° 5-5995 Schriftelijke vraag nr. 5-5995

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________________
Transactions B2B - Ventes à l'extérieur de l'entreprise B2B-transacties - Verkopen buiten de onderneming 
________________
profession indépendante
commerce indépendant
restriction à la concurrence
réglementation commerciale
protection du consommateur
vente
contrat commercial
zelfstandig beroep
zelfstandig winkelbedrijf
concurrentiebeperking
handelsregelingen
bescherming van de consument
verkoop
handelscontract
________ ________
29/3/2012Verzending vraag
2/5/2012Antwoord
29/3/2012Verzending vraag
2/5/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-5995 du 29 mars 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5995 d.d. 29 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les petits indépendants sont souvent confrontés à des pratiques de démarchage d'autres entreprises qui n'agissent pas toujours de manière honnête. Des représentants de commerce roublards surprennent l'indépendant à un moment où il est très occupé dans son entreprise en le baratinant avec une offre très séduisante à première vue. De cette manière, les indépendants les moins sûrs d'eux sont piégés et signent un contrat, ce qu'ils n'auraient pas fait s'ils avaient eu davantage de temps pour bien examiner l'ensemble, par exemple en disposant d'un temps de réflexion.

En matière de vente à l'extérieur des locaux de l'entreprise, les indépendants se trouvent dans une position similaire (de faiblesse) à celle du consommateur. Toutefois, ce dernier est déjà actuellement protégé par une réglementation, à savoir les articles 58 à 64 de la loi du 6 avril 2010 sur les pratiques du commerce et la protection du consommateur. Cette loi dispose entre autres qu'un contrat écrit doit comporter un nombre minimum de données obligatoires et prévoir un droit de rétractation.

Une réglementation B2B concernant la vente à l'extérieur des locaux de l'entreprise serait un fameux progrès pour la protection contractuelle de nombreux indépendants qui se trouvent dans une position quasi identique à celle d'un consommateur.

C'est pourquoi j'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) La réglementation européenne permet-elle que les dispositions légales sur les pratiques du commerce et la protection du consommateur en matière de vente à l'extérieur des locaux de l'entreprise soient élargies aux transactions B2B ?

2) Qu'en est-il de la directive relative aux droits des consommateurs par rapport à une telle modification ?

3) Le vice-premier ministre envisage-t-il de déposer un projet de loi afin de modifier dans ce sens la loi sur les pratiques du commerce et la protection du consommateur ou est-il disposé à soutenir une initiative parlementaire ?

 

Kleine zelfstandigen worden vaak geconfronteerd met ronselpraktijken van andere ondernemingen die niet altijd eerlijk te werk gaan. Gewiekste handelsvertegenwoordigers overrompelen de zelfstandige op een druk moment in zijn/haar zaak met een op het eerste gezicht onweerstaanbaar aanbod en een vlotte babbel. Op deze manier worden minder assertieve zelfstandigen in de val gelokt, waardoor ze een overeenkomst sluiten die ze eigenlijk niet zouden hebben gesloten indien ze meer tijd hadden gekregen om alles eens goed te bekijken, bijvoorbeeld wanneer ze over een bedenktijd hadden beschikt.

Wat verkopen buiten de lokalen van de onderneming betreft, bevinden de zelfstandigen zich in een gelijkaardige (zwakkere) positie als de consument. Echter, voor de consument bestaat momenteel reeds een beschermingsregeling via de artikelen 58 tot 64 van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, waarin onder andere wordt bepaald dat een geschreven overeenkomst met een minimaal aantal verplichte gegevens moet worden opgesteld en dat er een kosteloos herroepingsrecht bestaat.

Het zou voor de contractuele bescherming van veel zelfstandigen die zich in quasi dezelfde positie bevinden als een consument, een hele stap vooruit kunnen betekenen indien er ook voor hen een aangepaste B2B-regeling zou bestaan voor de verkopen buiten de lokalen van de onderneming.

Daarom had ik van de geachte vice-eersteminister graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Laat de Europese regelgeving toe dat de bepalingen in de wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming met betrekking tot de verkopen buiten de lokalen van de onderneming worden uitgebreid met de B2B transacties?

2) Hoe verhoudt de richtlijn consumentenrechten zich tot een dergelijke wijziging?

3) Overweegt de vice-eersteminister een wetsontwerp te nemen om de wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming in deze zin te wijzigen of is hij bereid een parlementair initiatief te steunen?

 
Réponse reçue le 2 mai 2012 : Antwoord ontvangen op 2 mei 2012 :

1) La réglementation européenne ne s’oppose pas à ce que les dispositions relatives aux contrats conclues en dehors des locaux de l’entreprise, visées dans la loi du 6 avril 2010 relative aux pratiques du marché et à la protection du consommateur, soient applicables aux relations « B2B ».

2) La directive 2011/83/UE du Parlement européen et de Conseil du 25 octobre 2011 relative aux droits des consommateurs ne s’applique qu’aux relations contractuelles entre un professionnel et un consommateur. Par conséquent, toute réglementation visant à régler les relations « B2B » tombe en dehors de son champ d’application.

3) Il n’entre pas dans mes intentions de modifier la loi précitée en vue d’étendre la protection en matière de ventes conclues en dehors des locaux de l’entreprise aux relations « B2B ». Selon moi, on peut attendre de l’entrepreneur moyen, même s’il s’agit d’un petit entrepreneur, qu’il fasse preuve de suffisamment d’attention lors de la conclusion de contrats. En outre, la préoccupation de l’honorable membre porte sur le petit indépendant. Abstraction faite de la difficulté de trouver une définition concluante de cette notion ou de délimiter le groupe d’entreprises que l’on souhaite protéger, il ne me semble pas évident pour l’entreprise qui offre des services de savoir en pratique si elle a affaire ou non à un petit indépendant ou à une entreprise qui jouirait d’une protection particulière. Une règle dans le sens proposé par l’honorable membre risque d’entraîner une insécurité juridique.

1) De Europese regelgeving verzet er zich niet tegen dat de bepalingen over de overeenkomsten gesloten buiten de lokalen van de onderneming, zoals bedoeld in de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, zouden worden toegepast op de “B2B” relatie.

2) De richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de consumentenrechten is slechts van toepassing op de contractuele relaties tussen een handelaar en een consument. Derhalve valt elke regelgeving die de “B2B” relatie beoogt, buiten haar toepassingsveld.

3) Ik ben niet van plan voornoemde wet te wijzigen om de bescherming inzake verkopen buiten de lokalen van de onderneming uit te breiden tot de “B2B”-relatie. Naar mijn oordeel mag van de gemiddelde ondernemer, ook al is dit een kleine ondernemer, worden verwacht dat hij voldoende zorgvuldigheid aan de dag legt bij het sluiten van overeenkomsten. Bovendien gaat de bezorgdheid van het geachte lid uit naar de kleine zelfstandige. Los van de moeilijkheid om een sluitende definitie van dit begrip te vinden of om de groep ondernemingen, die men zou willen beschermen, af te bakenen, lijkt het mij in de praktijk niet zo evident voor de onderneming die diensten aanbiedt te weten of zij al dan te maken heeft met een kleine zelfstandige of met een onderneming die bijzondere bescherming zou genieten. Een regel in de zin die het geachte lid voorstelt, dreigt tot juridische onzekerheid te leiden.