SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 mars 2012 23 maart 2012
________________
Question écrite n° 5-5977 Schriftelijke vraag nr. 5-5977

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Armée belge - Désertions - Nombre - Évolution - Étranger Belgisch leger - Deserties - Aantal - Evolutie - Buitenland 
________________
armée
personnel militaire
discipline militaire
krijgsmacht
militair personeel
militaire discipline
________ ________
23/3/2012Verzending vraag
30/3/2012Antwoord
23/3/2012Verzending vraag
30/3/2012Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-5976 Aussi posée à : question écrite 5-5976
________ ________
Question n° 5-5977 du 23 mars 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5977 d.d. 23 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Un (ex-)militaire a récemment écopé d'une peine de travail de cinquante heures pour avoir quitté sa base sans prévenir ses supérieurs. Il n'était revenu que près d'un mois plus tard. Il a déclaré avoir déserté parce qu'il s'ennuyait à mourir.

En Belgique, on distingue le temps de guerre et le temps de paix. Le grade du militaire a également son importance. Un officier qui s'absente trois jours en temps de guerre ou quinze jours en temps de paix est réputé déserteur. Pour les militaires d'un grade moins élevé, une absence de trois jours en temps de guerre ou de huit jours en temps de guerre est considérée comme désertion. Si le militaire était en congé, les délais sont respectivement de trois et quinze jours.

Voici mes questions :

1) Chaque année de 2006 à 2011, combien de cas de désertion en temps de paix l'armée a-t-elle connus ? Combien de ces cas se sont-ils produits respectivement durant le service et durant un congé ? Quelles constatations peut-on faire, notamment en ce qui concerne (a) le grade, (b) l'âge, le sexe et l'origine, (c) le corps, (d) le cantonnement et (e) la fonction ? Quelles ont été les suites données à ces cas de désertion ?

2) Ces cinq dernières années, des désertions sont-elles survenues lors d'une mission à l'étranger des forces belges ? Si oui, de quels cas s'agit-il ? Peut-on alors parler de désertion en temps de guerre ? Quelles ont été les suites données à ces cas de désertion ?

3) Quelles raisons les déserteurs invoquent-ils ? L'ennui et le manque de travail quotidien utile sont-ils fréquemment cités ?

 

Onlangs kreeg een (ex-)militair een werkstraf van vijftig uur omdat hij de militaire basis verliet zonder zijn oversten te verwittigen. Hij keerde pas een kleine maand later terug. De reden van desertie was volgens de man een dodelijk verveling.

In België wordt een onderscheid gemaakt tussen oorlogstijd en vredestijd. Ook wordt bij de behandeling de rang van de betrokken militair in aanmerking genomen. Zodra een officier drie dagen in oorlogstijd en vijftien dagen in vredestijd wegblijft, wordt hij beschouwd als een deserteur. Voor de militairen met een lagere rang, wordt een afwezigheid van drie dagen in oorlogstijd en acht dagen in vredestijd beschouwd als desertie. Als de militair in verlof was, gelden termijnen van respectievelijk drie en vijftien dagen.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoeveel gevallen van desertie in vredestijd kende de krijgsmacht jaarlijks in de periode 2006-2011? In hoeveel gevallen gebeurde dit tijdens de dienst en in hoeveel gevallen tijdens het verlof? Welke eigenschappen vertonen deze vaststellingen, o.a. met betrekking tot (1) rang, (2) leeftijd/geslacht/afkomst, (3) onderdeel van de krijgsmacht, (4) tewerkstellingsplaats en (5) de functie? Welke gevolgen werden gegeven aan deze gevallen van desertie?

2) Hebben er zich gevallen van desertie voorgedaan op één van de buitenlandse missies van het Belgische leger gedurende de afgelopen vijf jaar? Zo ja, over welke gevallen gaat het hier? Is er hier dan sprake van desertie in oorlogstijd? Welke gevolgen werden gegeven aan deze gevallen van desertie?

3) Welke redenen geven de deserteurs op om hun desertie te verklaren? Komen verveling en het ontbreken van een nuttige dagtaak hierbij vaak voor als reden?

 
Réponse reçue le 30 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 30 maart 2012 :

Cette question parlementaire ne relève pas de ma compétence mais bien de celle de mon collègue le ministre de la Défense.

Deze parlementaire vraag valt niet onder mijn bevoegdheid maar wel onder de bevoegdheid van de minister van Landsverdediging.