SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 mars 2012 23 maart 2012
________________
Question écrite n° 5-5963 Schriftelijke vraag nr. 5-5963

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken
________________
Le transfert du bonus logement vers les régions (Accord papillon) Het overhevelen van de woonbonus naar de gewesten (Vlinderakkoord) 
________________
réforme institutionnelle
crédit immobilier
déduction fiscale
transfert de compétence
régionalisation
institutionele hervorming
krediet op onroerende goederen
belastingaftrek
bevoegdheidsoverdracht
gewestvorming
________ ________
23/3/2012Verzending vraag
24/9/2013Antwoord
23/3/2012Verzending vraag
24/9/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-1791 Requalification de : demande d'explications 5-1791
________ ________
Question n° 5-5963 du 23 mars 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5963 d.d. 23 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La politique du logement est une compétence régionale depuis trente ans déjà. La nouvelle réforme de l'État transférera bientôt les deux dernières compétences restées fédérales, la loi sur les baux à loyer et le bonus logement, c'est-à-dire la déduction fiscale de l'emprunt contracté pour l'habitation principale. Les régions hésitent toutefois à prolonger ce système. Dans l'attente d'une décision, le ministre bruxellois des Finances, Guy Vanhengel, recommande aux citoyens de concrétiser leurs projets immobiliers avant 2013.

Il paraît indispensable et loyal d'informer la population à ce sujet. L'achat d'une habitation est un jalon dans la vie des gens. Cette décision est mûrement réfléchie et planifiée. Les citoyens sont en droit d'attendre la plus grande clarté de la part des pouvoirs publics ; cette attente grandit encore en période d'incertitude. De nombreuses personnes, surtout jeunes, ont de moins en moins confiance en l'avenir et il est en outre de plus en plus difficile d'acquérir une habitation. Une politique publique qui crée une incertitude plus grande encore mérite certainement une évaluation critique.

Le ministre admet-il qu'il faut rapidement faire la clarté à ce sujet ? A-t-il déjà une idée de la date à laquelle ces compétences seront réellement transférées ? La population sera-t-elle informée de ce processus à temps, en toute clarté, entre autres quant à l'ensemble de ses conséquences ? Le contenu et la forme de ce processus seront-ils le fruit d'une concertation approfondie et d'une étroite collaboration avec les régions ? Ce transfert est-il sans condition ou des mesures transitoires ont-elles été convenues avec les régions en vue d'une prolongation de ce bonus logement ? Cette transition s'accompagne-t-elle d'un transfert de moyens, afin que les régions soient au moins en mesure de prolonger le système ou de mettre en place leur propre système d'aide offrant au moins un soutien aussi important ? De quels budgets concrets s'agit-il alors ?

 

Het woonbeleid is al dertig jaar een bevoegdheid van de gewesten. De nieuwe staatshervorming zal straks ook de twee nog overgebleven federale bevoegdheden overhevelen, meer bepaald de huurwet en de woonbonus, zijnde de fiscale aftrek van de lening voor een eigen woning. Bij de gewesten bestaat er echter grote onduidelijkheid over de continuïteit van dit systeem. In afwachting adviseert de Brusselse minister van Financiën Guy Vanhengel de mensen hun plannen om een woning aan te schaffen te realiseren vóór 2013.

Het lijkt noodzakelijk en fair hieromtrent aan de bevolking duidelijkheid te scheppen. Het kopen van een woning is een mijlpaal in het leven van mensen. Grondig afwegen en plannen gaat hieraan vooraf. De burgers mogen van de overheid de grootst mogelijke duidelijkheid verwachten; deze hoop vergroot in onzekere tijden. Veel, vooral jonge mensen, kijken met steeds minder vertrouwen naar de toekomst. Het aankopen van een eigen woning wordt ook alsmaar moeilijker. Een overheidsbeleid dat hieromtrent nog meer onduidelijkheid creëert mag terecht kritisch worden geëvalueerd.

Is de minister het ermee eens dat hieromtrent snel duidelijkheid moet komen? Heeft hij al enig zicht op de datum waarop deze bevoegdheden daadwerkelijk zullen worden overgeheveld? Zal dit proces tijdig en in alle duidelijkheid en met alle consequenties worden gecommuniceerd aan de bevolking? Krijgt deze aanpak inhoud en vorm na grondig overleg met en in hechte coördinatie met de gewesten? Is deze overheveling onvoorwaardelijk of werden overgangsmaatregelen afgesproken met de gewesten over een continuering van deze woonbonus? Gaat deze overgang gepaard met de overheveling van alle middelen, zodat de gewesten op zijn minst in staat zullen zijn de maatregel verder te zetten of een eigen steunsysteem uit te werken dat minstens een even relevante ondersteuning kan bieden? Over welke concrete budgetten gaat het dan?

 
Réponse reçue le 24 septembre 2013 : Antwoord ontvangen op 24 september 2013 :

L'accord sur la 6ème réforme de l'État et la réforme de la loi de financement prévoit notamment que les moyens pour les compétences fiscales à transférer en ce qui concerne les avantages fiscaux pour l’habitation propre sont aussi intégralement - donc à 100 % du prix de revient effectif - transférés aux régions. Pour pouvoir calculer ce coût aussi correctement que possible, on a utilisé les données fiscales et les paramètres les plus récents qui étaient disponibles au moment du dépôt de la proposition de loi spéciale portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l’autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences (document Chambre n ° 53 2974/001 du 24 juillet 2013). 

Selon l'accord, les régions auront la compétence exclusive pour les avantages fiscaux relatifs aux dépenses pour l'acquisition ou la conservation de l’habitation propre. L'accord qui a été traduit dans la proposition de loi précitée a été négocié entre les huit partis qui composent la majorité spéciale pour la 6ème réforme de l'État. Les représentants de ces partis sont parvenus, après des concertations approfondies, à un consensus sur les propositions à introduire dans la loi spéciale.  

Selon la proposition de loi spéciale, les régions reçoivent la compétence sur les questions fiscales à transférer à partir du 1er juillet 2014. Cette compétence ne peut cependant avoir effet, au plus tôt, qu’à partir de l’exercice d'imposition 2015.  

La proposition de loi spéciale suppose une transition en douceur du pouvoir et de la réglementation. Un article spécifique stipule que la réglementation concernant les avantages fiscaux qui sont transférés aux régions, tels qu’ils existeront au 31 décembre 2013, seront maintenus jusqu'au moment où une région décide de les modifier. Donc, tant qu’une région ne fait rien, la réglementation existante restera tout simplement applicable telle qu'elle existait au moment du transfert. 

Le coût des avantages fiscaux pour l’habitation propre est estimé, sur base de la réglementation actuellement en vigueur, à 2,556 milliards d’euros pour l’exercice d'imposition 2015. Ce montant est également prévu dans les moyens à transférer : 40 % via l’autonomie fiscale et 60 % via une dotation fiscale. En outre, la proposition de loi spéciale prévoit que le coût définitif de ces avantages sera recalculé en 2017 sur base des enrôlements définitifs pour l’exercice d'imposition 2015. Les moyens provisoirement transférés jusqu’à ce moment seront alors rajusté automatiquement en plus ou en moins.

Het akkoord over de 6de Staatshervorming en de hervorming van de financieringswet houdt onder meer in dat de middelen voor de over te hevelen fiscale bevoegdheden met betrekking tot de fiscale voordelen voor de eigen woning ook integraal – dus 100 % van de effectieve kostprijs - worden overgedragen aan de gewesten. Om die kost zo correct mogelijk te kunnen berekenen, zijn de meest recente fiscale gegevens en parameters gebruikt die beschikbaar waren op het ogenblik van het neerleggen van het voorstel van bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden (document Kamer nr. 53 2974/001 van 24 juli 2013). 

Volgens het akkoord zullen de gewesten exclusief bevoegd worden voor de belastingvoordelen met betrekking tot de uitgaven voor het verwerven of het behouden van de eigen woning. Het akkoord dat is vertaald in het eerder vermelde wetsvoorstel is onderhandeld tussen de 8 partijen die de bijzondere meerderheid uitmaken voor de 6de staatshervorming. De vertegenwoordigers van die partijen zijn na grondig overleg tot een consensus gekomen over de in te dienen voorstellen van bijzondere wet. 

Volgens het voorstel van bijzondere wet worden de gewesten bevoegd over de over te dragen fiscale materies vanaf 1 juli 2014. Deze kunnen echter ten vroegste uitwerking hebben vanaf aanslagjaar 2015.  

Het voorstel van bijzondere wet gaat uit van een geruisloze overgang van de bevoegdheid en de regelgeving. Een specifiek artikel bepaalt dat de reglementering met betrekking tot de fiscale voordelen die worden overgeheveld naar de gewesten, zoals die op 31 december 2013 zullen bestaan, blijven doorlopen tot op het moment dat een gewest beslist om die te wijzigen. Als een gewest dus niets doet, blijft de bestaande reglementering gewoon doorlopen zoals die op het ogenblik van de overgang bestaat. 

De fiscale voordelen voor de eigen woning worden op basis van de huidige regelgeving voor het aanslagjaar 2015 geraamd op een kostprijs van 2,556 miljard euro. Dit bedrag wordt ook voorzien in de over te dragen middelen:40 % via de fiscale autonomie en 60 % via een fiscale dotatie. Verder bepaalt het voorstel van bijzondere wet dat de berekening van de definitieve kostprijs van die voordelen in 2017 opnieuw zal worden gemaakt op basis van de definitieve inkohieringen voor het aanslagjaar 2015. De tot dan toe voorlopig doorgestorte middelen zullen dan automatisch worden aangepast in min of in meer.