SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
15 mars 2012 15 maart 2012
________________
Question écrite n° 5-5856 Schriftelijke vraag nr. 5-5856

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
L'exécution de la loi du 21 mars 2007 réglant l'installation et l'utilisation de caméras de surveillance De uitvoering van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's 
________________
vidéosurveillance
protection de la vie privée
videobewaking
eerbiediging van het privé-leven
________ ________
15/3/2012Verzending vraag
24/4/2012Antwoord
15/3/2012Verzending vraag
24/4/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-5856 du 15 mars 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5856 d.d. 15 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 21 mars 2007, la loi réglant l'installation et l'utilisation de caméras de surveillance a été votée. Cinq ans après l'adoption de la loi, tous les arrêtés d'exécution n'ont cependant pas encore été publiés. Ils sont pourtant nécessaires à une bonne application de la loi.

L'article 5 de cette loi règle l'installation et l'utilisation des caméras de surveillance dans les « lieux ouverts ». Le paragraphe 4 de cet article règle le visionnage en temps réel des images de ces caméras de surveillance. L'alinéa 2 prévoit littéralement que : « Un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres, dont le projet est soumis pour avis à la Commission de la protection de la vie privée, détermine les conditions auxquelles les personnes susceptibles d'être habilitées à pratiquer le visionnage doivent satisfaire. Il désigne ces personnes, qui agissent sous le contrôle des services de police. » Cet arrêté royal n'a pourtant pas encore été publié.

Or, il est important de définir toutes les personnes qui ont le droit de visionner ces images. Il s'agit en effet d'un acte qui touche à notre vie privée. Sur le terrain, le visionnage de ces images a déjà été confié à plusieurs reprises à d'autres personnes que les policiers qui assurent la surveillance. Une publication rapide de l'arrêté royal est donc indispensable !

À ce sujet, je souhaiterais poser les questions suivantes à la ministre :

1) Pense-t-elle que l'arrêté royal relatif au visionnage en temps réel des images des caméras de surveillance dans les lieux ouverts doit être rapidement publié ?

2) Des démarches ont-elles déjà été entreprises pour l'élaboration de cet arrêté royal ? Dans l'affirmative, où en est le projet ?

3) La ministre mènera-t-elle une concertation avec les différents intéressés lors de l'élaboration de l'arrêté royal ?

4) Demandera-t-elle l'avis de la Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten ?

 

Op 21 maart 2007 werd de wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's aanvaard. Vijf jaar na de goedkeuring van de wet zijn echter nog niet alle uitvoeringsbesluiten gepubliceerd. Dat is nochtans noodzakelijk voor een correcte toepassing van de wet.

Artikel 5 van deze wet regelt de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's in "niet-besloten plaatsen". Paragraaf 4 van dit artikel regelt het bekijken in real time van de beelden van deze bewakingscamera's. Het tweede lid zegt letterlijk: "Een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, waarvan het ontwerp voor advies is voorgelegd aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, bepaalt de voorwaarden waaronder personen bevoegd kunnen zijn om deze beelden te bekijken en wijst deze personen aan, die handelen onder toezicht van de politiediensten." Dit koninklijk besluit is er echter nog steeds niet.

Nochtans is het belangrijk te regelen wie allemaal bevoegd is om deze beelden te bekijken. Het betreft hier immers een handeling die invloed heeft op onze privacy. Op het terrein wordt het bekijken van deze beelden al vaak uitbesteed aan anderen dan de loutere politionele toezichters. Een snelle publicatie van het koninklijk besluit is dus broodnodig!

Graag had ik hieromtrent de volgende vragen aan de minister gesteld:

1) Is ze van mening dat het koninklijk besluit betreffende het bekijken van beelden in real time van bewakingscamera's op niet-besloten plaatsen er snel moet komen?

2) Zijn er al initiatieven ondernomen voor de opmaak van dit koninklijk besluit? Zo ja, in welke fase zit het ontwerp?

3) Zal ze bij het opmaken van het koninklijk besluit met de verschillende betrokkenen overleggen?

4) Zal ze de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten om advies vragen?

 
Réponse reçue le 24 avril 2012 : Antwoord ontvangen op 24 april 2012 :

Réponse à la question 1.

Il est exact que l’arrêté royal (AR) portant exécution de l’article 5, §4, de la loi du 21 mars 2007 réglant l’installation et l’utilisation de caméras de surveillance (ci-après « loi caméras ») n’a pas encore été adopté. Je suis bien évidemment d’avis que cela doit être réalisé au plus vite. Il est en effet important que les citoyens sachent quelles sont les personnes susceptibles de visionner les images des caméras de surveillance installées en lieu ouvert.

Réponse aux questions 2 à 4.

L’arrêté royal dont question est en cours d’élaboration. Les différentes instances d’avis qui devaient être consultées au sujet du projet de texte ont déjà rendu leur avis. Il a en effet été soumis notamment au comité de négociation pour les services de police, à la Commission de la protection de la vie privée, au Conseil des ministres en première lecture ainsi qu’au Conseil d’État. Il doit encore être soumis au Conseil des ministres pour une deuxième lecture, ce qui constituera une des dernières étapes avant que le projet soit signé et publié.

Toutes les concertations nécessaires pour que l’arrêté royal puisse être adopté ont donc déjà eu lieu. Les Unions de villes et communes, dont la Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, ont également été consultées en début de procédure à ce sujet.

En outre, vu que le projet prévoit une formation pour les visionneurs, un projet de dossier d’agrément pour cette formation est également en cours d’élaboration, fruit d’une collaboration entre le Service public fédéral (SPF) Intérieur (Direction Générale Sécurité et Prévention) et la Commission Permanente de la Police locale.

Antwoord op vraag 1.

Het koninklijk besluit (KB) houdende uitvoering van artikel 5, §4, van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s (hierna “camerawet” genoemd) werd inderdaad nog niet goedgekeurd. Ik vind natuurlijk dat dat zo snel mogelijk moet gebeuren. Het is immers belangrijk dat de burgers weten welke personen de beelden kunnen bekijken van de bewakingscamera’s op niet-besloten plaatsen.

Antwoord op de vragen 2 tot 4.

Het koninklijk besluit waarvan sprake wordt momenteel uitgewerkt. De verschillende adviesinstanties die voor de ontwerptekst geraadpleegd moesten worden, hebben reeds hun advies uitgebracht. De tekst werd met name voorgelegd aan het Onderhandelingscomité voor de Politiediensten, aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, aan de ministerraad voor een eerste lezing en aan de Raad van State. Hij moet nog voorgelegd worden aan de ministerraad voor een tweede lezing, wat één van de laatste stappen is vóór de ondertekening en de bekendmaking van het ontwerp.

Het nodige overleg opdat het koninklijk besluit goedgekeurd zou kunnen worden, heeft dus plaatsgevonden. De Verenigingen van Steden en Gemeenten, waaronder de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, werden hieromtrent eveneens geraadpleegd bij het begin van de procedure.

Aangezien het ontwerp een opleiding voorziet voor de personen die de beelden bekijken, wordt tevens een ontwerp van erkenningsdossier voor deze opleiding uitgewerkt. Dat ontwerp is het resultaat van een samenwerking tussen de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken (Algemene Directie Veiligheid en Preventie) en de Vaste Commissie van de Lokale Politie.