SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
9 mars 2012 9 maart 2012
________________
Question écrite n° 5-5836 Schriftelijke vraag nr. 5-5836

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________________
iPad - Ecole - Achat obligatoire Ipad - School - Verplichte aankoop 
________________
établissement d'enseignement
équipement informatique
matériel d'enseignement
onderwijsinstelling
gegevensverwerkende installatie
onderwijsmateriaal
________ ________
9/3/2012Verzending vraag
16/4/2012Antwoord
9/3/2012Verzending vraag
16/4/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-5836 du 9 mars 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5836 d.d. 9 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les médias ont récemment révélé que les élèves d'une école de Flandre occidentale seraient obligés de se procurer un iPad à partir de la prochaine année scolaire. Les professeurs se voient proposer un iPad gratuit par Apple, ainsi qu'une formation gratuite. Les élèves peuvent (également) acheter l'iPad par le biais de l'école.

Cette synergie amène des questions. J'ai l'impression que cette école agit davantage comme un distributeur et un promoteur d'Apple que comme une institution pédagogique :

1) Cela est-il totalement conforme à la législation en matière de pratiques commerciales et de protection du consommateur ?

2) Peut-on forcer un élève (ou un employé, etc.) à acheter un produit déterminé d'une marque déterminée (en dehors de manuels, évidemment) ? Même si des alternatives (meilleur marché) existent ?

3) Le ministre examinera-t-il cela et prendra-t-il des mesures le cas échéant ?

 

Onlangs meldden de media dat de leerlingen van een school in West-Vlaanderen vanaf volgend schooljaar verplicht worden om zich een iPad aan te schaffen. De leerkrachten krijgen de iPad gratis aangeboden door Apple, met daarbovenop een kosteloze opleiding. Leerlingen kunnen de Ipad (ook) aankopen via de school.

Deze synergie wekt vragen. Ik krijg de indruk dat deze school eerder als verdeler en promotor van Apple optreedt dan als pedagogische instelling:

1) Is dit volledig conform de wetgeving inzake de handelspraktijken en de consumentenbescherming?

2) Kan men een leerling (of werknemers, …) zomaar verplichten een welbepaald product van een welbepaald merk aan te kopen (afgezien van handboeken uiteraard)? Ook als er (goedkopere) alternatieven voorhanden zijn?

3) Zal de minister dit onderzoeken en indien nodig maatregelen treffen?

 
Réponse reçue le 16 avril 2012 : Antwoord ontvangen op 16 april 2012 :

1) Je pense que les écoles, pas davantage que d’autres organisations, n’échappent à l’évolution (la révolution) technologique qui se manifeste de manière continue dans notre société moderne. Lorsque j’examine la situation décrite par rapport aux règles de la loi du 6 avril 2010 relative aux pratiques du marché et à la protection du consommateur, la première question à laquelle il faut répondre est la suivante : une école doit-elle, sur ce plan, être considérée comme une entreprise au sens de la loi précitée ? Si nous devions en arriver à cette conclusion, il devrait en être de même pour la vente unique de livres organisée dans de nombreuses écoles avant chaque année scolaire dans l’intérêt des élèves. À mon avis, la réponse à cette question est négative si aucun objectif économique n’est visé de manière durable. Et ce, évidemment, sous réserve de l’interprétation souveraine de la loi par les cours et tribunaux.

2) et 3) Si l’on suit cette conclusion, il ne m’appartient pas de me prononcer sur les questions 2 et 3. Ce sont en effet les entités fédérées qui sont compétentes pour l’organisation de l’enseignement.

1) Ik denk dat scholen evenmin als andere organisaties ontsnappen aan de technologische (r)evolutie die zich continu manifesteert in onze moderne maatschappij. Wanneer ik de geschetste situatie toets aan de regels van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming is de eerste vraag die moet worden beantwoord, de volgende: moet een school op dit vlak worden beschouwd als een onderneming in de zin van de genoemde wet. Indien we tot dit besluit zouden moeten komen, zou dit evengoed zo moeten zijn voor de eenmalige boekenverkoop die vele scholen in de aanloop van elk schooljaar organiseren in het belang van de leerlingen. Naar mijn mening is het antwoord op deze vraag negatief indien er niet op een duurzame wijze een economisch doel wordt nagestreefd. Dit wordt uiteraard gegeven onder het voorbehoud dat de hoven en rechtbanken soeverein de wet interpreteren.

2) en 3) In de lijn van dit besluit komt het mij dus niet toe mij uit te spreken over de vragen 2 en 3. Het zijn immers de gefedereerde entiteiten die bevoegd zijn voor de organisatie van het onderwijs.