SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
9 mars 2012 9 maart 2012
________________
Question écrite n° 5-5834 Schriftelijke vraag nr. 5-5834

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Cholestérol - Matière grasse "tartinable" (MGT) hypocholestérolémiante - Effets nocifs pour la santé - Dangers - Communication Cholesterol - Cholesterolverlagende smeermiddelen - Negatieve gezondheidseffecten - Gevaren - Communicatie 
________________
corps gras végétal
additif alimentaire
complément alimentaire
information du consommateur
produit alimentaire
plantaardig vet
levensmiddelenadditief
voedingssupplement
consumentenvoorlichting
voedingsproduct
________ ________
9/3/2012Verzending vraag
8/5/2012Antwoord
9/3/2012Verzending vraag
8/5/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-5834 du 9 mars 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5834 d.d. 9 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Une organisation de consommateurs allemande a récemment été effrayée par un rapport selon lequel une certaine matière grasse tartinable (MGT) à l'effet hypocholestérolémiant aurait des effets nocifs pour la santé des personnes ne présentant pas un taux de cholestérol trop élevé. La réaction du Service public fédéral (SPF) Santé publique a été rassurante mais le message contenait quand même un avertissement sérieux : ces MGT ne peuvent pas être consommées comme cela et requièrent un contrôle du médecin généraliste. En outre, la question fondamentale se pose de savoir si de tels aliments qui sont en vente libre et destinés à une consommation générale peuvent bien être mis en vente comme de simples nutriments ?

1) Quel point de vue la ministre adopte-t-elle en ce qui concerne la consommation de MGT hypocholestérolémiantes et leur mise à disposition en vente libre ? D'après elle, la mise en vente libre de ces produits est-elle admissible ou des mesures s'imposent-elles sur ce plan, qui mentionnent les dangers éventuels de ces produits d'une manière plus explicite ? Ou ces aliments doivent-ils être consommés dans un environnement thérapeutique et non dans la consommation libre ?

2) Excepté ces MGT hypocholestérolémiantes, d'autres produits présentent-ils des risques, par exemple, des thés, sirops, pâtes, aliments diététiques, additifs, etc. ? Une enquête est-elle menée sur ce plan et, dans l'affirmative, quels en sont les résultats ?

3) La Santé publique réfléchit-elle, à une plus grande échelle, à la communication relative aux risques sanitaires éventuels liés à des produits présentés en vente libre comme denrées alimentaires ?

 

Recent schrok een Duitse consumentenorganisatie door een rapport waaruit bleek dat een bepaald cholesterolverlagend smeermiddel negatieve gezondheidseffecten zou hebben voor mensen die niet worstelen met een te hoge cholesterol. De Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid reageerde geruststellend, maar de boodschap bevatte toch een ernstige waarschuwing: dit soort smeermiddelen mag niet zomaar worden gebruikt en vraagt monitoring van de huisarts. Daarbij stelt zich de fundamentele vraag: mogen dergelijke middelen die vrijelijk en voor algemene consumptie beschikbaar zijn wel als gewone voedingsstoffen worden aangeboden?

1) Welk standpunt huldigt de minister met betrekking tot het gebruik en de gewone beschikbaarheid van cholesterolverlagende smeermiddelen? Vindt zij de wijze waarop dit soort middelen vrijelijk voor consumptie wordt aangeboden toelaatbaar of dringen zich hier maatregelen op die de mogelijke gevaren van deze producten explicieter dan nu vermelden? Of horen deze middelen thuis in een therapeutische omgeving en niet in de vrije consumptie?

2) Zijn er behoudens deze cholesterolverlagende smeermiddelen nog andere producten die in dit soort gevarenzone verkeren, bijvoorbeeld thees, siropen, pasta's, dieetmiddelen, additieven enz.? Bestaat er hieromtrent onderzoek, en zo ja, met welke resultaten?

3) Wordt door Volksgezondheid op een bredere schaal nagedacht over de communicatie over de mogelijke gezondheidsrisico's van producten die vrijelijk als voedingswaren worden aangeboden?

 
Réponse reçue le 8 mai 2012 : Antwoord ontvangen op 8 mei 2012 :

Pour clarification, ce sont certains constituants des matières grasses à tartiner dont il est question, à savoir les phytostérols et phytostanol, qui ont des propriétés de diminution cholestérol.

  1. Les aliments enrichis en phytostérols et phytostanols doivent être conformes au règlement (CE) n° 258/97 concernant les nouveaux aliments et les nouveaux ingrédients alimentaires. Cela veut dire qu’une autorisation européenne est nécessaire avant qu'ils puissent être commercialisés. Cette autorisation est seulement octroyée après une évaluation scientifique étendue qui inclut les risques pour la santé. Pour ce type de produits, des conditions d'utilisation et d'étiquetage strictes sont prévues. La réglementation est donc très sévère et elle assure un niveau élevé de protection pour le consommateur. Ceux-ci ont cependant la responsabilité de respecter les conditions d’usage. Il faut cependant relativiser le niveau de risque pour la santé. Il reste faible même en cas de mauvais usage. Ces produits restent des produits alimentaires et pas des médicaments. Ils n’ont pas leur place dans une pharmacie, par exemple. Les pharmacies ne sont pas des commerces de denrées alimentaires et ne sont pas équipées pour cela.

  2. Les phytostérols/ phytostanols sont autorisés dans l’Union européenne (UE) dans les catégories des denrées alimentaires suivantes: matières grasses à tartiner, assaisonnements pour salades, produits de type lait, boissons lactées aux fruits, produits de type lait fermenté, produits de type yaourt, boissons à base de soja, produits de type fromage, sauces épicées, pain de seigle, huile et boissons à base de riz enrichis en phytostérols/phytostanols.

    En Belgique, les phytostérols et phytostanols se retrouvent dans les boissons à base de yaourt, matières grasses à tartiner et fromages et dans un nombre de compléments alimentaires.

    Une étude menée par l'Université de Gand en 2008-2009, à la demande du Service public fédéral (SPF) Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, a montré que ces recommandations, mentionnées sur l’étiquette, ne sont pas assez connues ou suivies par les consommateurs.

  3. Un communiqué sur ce sujet a été publié le 22 avril 2011 sur le site web du SPF Santé Publique, Sécurité de la Chaîne Alimentaire et Environnement. Il contient plus d'information sur les aliments enrichis en phytostérol et phytostanol, y compris les recommandations concernant l'utilisation et les conditions d'étiquetage imposées par l'UE. Ce communiqué s’adresse au consommateur et affirme qu'il est très important de lire l'étiquette avant d’utiliser ces aliments enrichis. Le SPF a également fourni ces informations au consommateur via différentes médias (Le Journal du Pharmacien – Le Journal du Médecin, magazines, site web, journaux, Télévision…).

    La Belgique a aussi communiqué les résultats de l’étude précitée, réalisée par l’Université de Gand, aux États membres de l’UE, à la Commission Européenne et à l’EFSA (L'Autorité européenne de sécurité des aliments). Il y a des discussions en cours au niveau européen pour réévaluer la situation actuelle et pour revoir les possibilités de mieux informer le consommateur.

Ter verduidelijking, het zijn bepaalde bestanddelen van de smeermiddelen waarvan sprake is, in het bijzonder de fytosterolen en fytostanolen, die cholesterolverlagende eigenschappen bezitten.

  1. Voedingsmiddelen die verrijkt zijn met fytosterolen en fytostanolen moeten voldoen aan de verordening (EG) N° 258/97 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten. Dit wil zeggen dat ze een Europese toelating moeten ontvangen voordat ze in de handel mogen worden gebracht. Deze toelating wordt slechts geleverd na een uigebreide wetenschappelijke evaluatie die de risico’s voor de gezondheid omvat. Voor dit soort producten worden er strikte gebruiksvoorwaarden vastgelegd en er zijn ook strenge etiketteringvereisten voorzien. De reglementering is dus zeer streng en verzekert een hoog niveau van bescherming voor de consument. De consument heeft echter ook de verantwoordelijkheid om de gebruiksvoorwaarden van het product te respecteren. Het risico voor de gezondheid in geval van een slecht gebruik moet echter gerelativeerd worden aangezien de risico’s klein zijn. Het gaat nog steeds om voedingsmiddelen en niet om geneesmiddelen. Deze verrijkte voedingsmiddelen horen dus niet thuis in bijvoorbeeld een apotheek. Apothekers zijn geen handelszaken die voedingsmiddelen verkopen en ze zijn dan ook niet uitgerust voor dit soort activiteit.

  2. Fytosterolen/ fytostanolen zijn toegelaten in de Europese Unie (EU) in de volgende voedselcategorieën: gele vetsmeersels, slasauzen, producten op basis van melk, vruchtendranken op basis van melk, producten op basis van gefermenteerde melk, yoghurtachtige producten, sojadranken, kaasachtige producten, kruidensauzen, roggebrood, olie en rijstdranken met toegevoegde fytosterolen/ fytostanolen.

    In België vind je fytosterolen en fytostanolen terug in yoghurtdranken, smeervetten en kaas en in een aantal voedingssupplementen.

    Uit een onderzoek dat in 2008-2009 werd uitgevoerd door de Universiteit van Gent, op vraag van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, blijkt dat de aanbevelingen voor deze producten die vermeld staan op het etiket onvoldoende gekend zijn bij de consument of onvoldoende opgevolgd worden.

  3. Op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu werd op 22 april 2011 een nieuwsbericht gepubliceerd met meer uitleg over deze met fytosterol en fytostanol verrijkte voedingsmiddelen, evenals de aanbevelingen betreffende het gebruik en de door de EU opgelegde etiketteringvereisten. De hoofdboodschap van dit bericht is gericht aan de consument en stelt dat het erg belangrijk is om het etiket te lezen voor gebruik van deze verrijkte voedingsmiddelen. In tussentijd heeft de FOD deze informatie verschaft aan de consument via allerlei media (Apothekerskrant - artsenkrant, voedingstijdschriften, website, kranten, televisie…).

    België heeft de resultaten van de bovenvermelde studie, uitgevoerd door de universiteit van Gent, eveneens meegedeeld aan de lidstaten van de EU en aan de Europese Commissie en EFSA (European Food Safety Authority). Momenteel zijn er op het Europese niveau discussies lopende om de huidige situatie te herbekijken en de mogelijkheden na te gaan om de consument beter te informeren.