SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
2 mars 2012 2 maart 2012
________________
Question écrite n° 5-5777 Schriftelijke vraag nr. 5-5777

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Armée - Officiers supérieurs - Voitures de service - Frais de transport Leger - Hoge officieren - Dienstwagens - Vervoersonkosten 
________________
armée
parc automobile
indemnité et frais
cadre supérieur
krijgsmacht
wagenpark
vergoedingen en onkosten
hoger kader
________ ________
2/3/2012Verzending vraag
30/3/2012Antwoord
2/3/2012Verzending vraag
30/3/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-5777 du 2 mars 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5777 d.d. 2 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

J'ai récemment interrogé le ministre au sujet de son projet de recours à une entreprise de taxis en remplacement des voitures de service pour les domaines et bâtiments militaires d'Evere et de Peutie. Ce serait moins coûteux que la mise à disposition de moyens de transport militaires avec chauffeur. J'appuie donc aussi cette décision.

Une marge d'économie est peut-être encore possible sur les coûts de transport de la Défense. Selon mes sources, les cadres supérieurs de l'armée perçoivent des indemnités quand ils utilisent leur propre véhicule pour l'exécution de « missions » en Belgique. Je me demande donc si le cumul d'une voiture de service et de défraiements généreux n'est pas un peu exagéré.

Mes questions sont les suivantes :

1) Qui est autorisé à faire usage des véhicules de service au sein de la Défense ?

2) De combien de voitures de service la Défense dispose-t-elle ? Combien de ces véhicules sont-ils dévolus à certains officiers personnellement ? Quel a été le budget annuel consacré à ce service ces cinq dernières années ?

3) Quelle est la réglementation relative aux indemnités de déplacement en Belgique pour les cadres supérieurs ? Qui peut en bénéficier ? Combien d'officiers en ont-ils effectivement bénéficié au cours des cinq dernières années ? Quel montant total y a-t-il été consacré ces cinq dernières années ? À combien cela revient-il en moyenne par officier ? Le ministre considère-t-il qu'il s'agit d'un montant raisonnable, compte tenu du fait que de nombreux officiers supérieurs peuvent faire/font déjà usage de voitures de service de l'armée ?

4) Le ministre envisage-t-il une évaluation de cette politique et, si nécessaire, une adaptation ?

 

Onlangs ondervroeg ik de minister over zijn plannen om een taxidienst in te schakelen ter vervanging van dienstwagens voor de militaire domeinen en gebouwen in Evere en Peutie. Dat zou goedkoper zijn dan legertransportmiddelen met chauffeurs ter beschikking te stellen. Ik sta ook helemaal achter deze beslissing.

Mogelijk bestaat er ergens nog ruimte voor een besparing op de vervoerskosten binnen Defensie. Naar ik verneem krijgen de hogere kaders in het leger ook een ruime vergoeding voor het gebruik van het eigen vervoer voor het uitvoeren van "missies" in België. Ik vraag me daarbij af of een dienstwagen en een genereuze onkostenvergoeding daarbij niet te veel van het goede zijn.

Hierover volgende vragen:

1) Wie mag er binnen Defensie allemaal gebruik maken van de dienstwagens?

2) Over hoeveel dienstwagens beschikt Defensie? Hoeveel van deze dienstwagens zijn persoonlijk toegewezen aan bepaalde officieren? Wat was het jaarlijkse budget voor deze dienstverlening gedurende de afgelopen vijf jaar?

3) Welke regeling bestaat er omtrent de onkostenvergoeding voor verplaatsingen binnen België voor de hogere kaders? Wie mag hier gebruik van maken? Hoeveel officieren maakten hier de afgelopen vijf jaar ook daadwerkelijk gebruik van? Welk totaalbedrag werd er daarbij de afgelopen vijf jaarlijks uitgegeven? Op hoeveel komt dit dan gemiddeld per officier? Vindt de minister dit een redelijk bedrag, er rekening mee houdend dat vele hoge officieren reeds gebruik (kunnen) maken van de dienstwagens van het leger?

4) Overweegt de minister om dit beleid te evalueren en zo nodig te wijzigen?

 
Réponse reçue le 30 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 30 maart 2012 :

L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

1. L’ensemble du personnel de la Défense peut utiliser les véhicules mis à disposition pour les déplacements de service.

2. La Défense dispose actuellement d’environ 2 600 véhicules qui peuvent être considérés comme véhicules de service (voitures, camionnettes, minibus, …). De ce nombre, seul 54 sont attribués sur base individuelle. Le budget moyen annuel pour l’amortissement et l’entretien de ces 54 véhicules s’élevait durant les cinq dernières années à 370 000 euros.

3. En vertu de l'arrêté royal du 18 mars 2003 relatif au statut pécuniaire des militaires de tous rangs et au régime des prestations de service des militaires du cadre actif au-dessous du rang d’officier, une indemnité forfaitaire annuelle d’un montant de 2 000 euros, lié à l'index, est accordée aux officiers généraux et officiers supérieurs du cadre actif.

Cette indemnité pour cadres supérieurs, qui est payée sur une base mensuelle en même temps que le traitement, couvre les diverses charges professionnelles que supportent ces officiers dans l'exercice des fonctions liées à leur grade, tels des frais de téléphone et de documentation ou certains frais de représentation particuliers, ainsi que les frais de nourriture et de transport, tant avec le véhicule personnel qu'au moyen des transports en commun, encourus dans le cadre de déplacements de service effectués en Belgique. Du fait de l'octroi de cette indemnité forfaitaire, ces frais de nourriture et de transport ne peuvent bien entendu plus donner lieu à une indemnisation.

4. Actuellement, il n’est pas envisagé de changer cette politique.

Het geachte lid wordt verzocht hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. Alle personeelsleden van Defensie kunnen voor dienstverplaatsingen gebruik maken van de ter beschikking gestelde voertuigen.

2. Defensie beschikt actueel over ongeveer 2 600 voertuigen die als dienstwagen kunnen worden beschouwd (personenwagens, bestelwagens, minibussen …). Van dit aantal zijn er enkel 54 toegekend op individuele basis. Het gemiddelde jaarlijkse budget om deze 54 voertuigen af te schrijven en te onderhouden, bedroeg in de laatste vijf jaren 370 000 euro.

3. Krachtens het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier, wordt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 2 000 euro, gekoppeld aan de index, toegekend aan de opperofficieren en de hoofdofficieren van het actief kader.

Deze vergoeding voor hogere kaderleden, die op maandelijkse basis samen met de wedde wordt uitbetaald, dekt verschillende beroepslasten, ontstaan uit hoofde van de uitoefening van de functies, verbonden aan hun graad, zoals telefoonkosten en documentatiekosten of wel-bepaalde specifieke representatiekosten, alsook de voedings- en reiskosten, zowel met eigen of openbaar vervoer, opgelopen in het kader van dienstverplaatsingen in België. Door de toekenning van deze forfaitaire vergoeding kunnen deze voedings- en reiskosten uiteraard geen aanleiding meer geven tot een vergoeding.

4. Momenteel wordt niet overwogen dit beleid te veranderen.