SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
1 mars 2012 1 maart 2012
________________
Question écrite n° 5-5771 Schriftelijke vraag nr. 5-5771

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture

aan de minister van Middenstand, KMO's, Zelfstandigen en Landbouw
________________
Les banques alimentaires De voedselbanken 
________________
aide alimentaire
aide aux défavorisés
politique agricole commune
excédent agricole
pauvreté
lutte contre le gaspillage
voedselhulp
hulp aan minderbegunstigden
gemeenschappelijk landbouwbeleid
landbouwoverschot
armoede
bestrijding van verspilling
________ ________
1/3/2012Verzending vraag
8/3/2012Antwoord
1/3/2012Verzending vraag
8/3/2012Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-1964 Requalification de : demande d'explications 5-1964
________ ________
Question n° 5-5771 du 1 mars 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5771 d.d. 1 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le Programme européen d'aide aux plus démunis (PEAD) permettait d'offrir une aide alimentaire à 18 millions de personnes dans les 20 États membres participant à ce programme, et cela au coût très raisonnable de 500 millions d'euros (1 % du budget total affecté à la politique agricole commune).

En vertu du règlement actuel, qui s'appliquait aussi à la Belgique jusqu'à présent, l'Union européenne puise dans le budget de la Politique agricole commune pour acheter des excédents alimentaires afin de garantir la stabilité des prix. Ces réserves sont alors, par l'intermédiaire d'associations caritatives, mises à la disposition des nécessiteux de tous États membres concernés. En Belgique, ces intermédiaires sont principalement les banques alimentaires.

Les neuf banques alimentaires belges se procurent environ 41 % des aliments grâce au programme de l'Union européenne. Cela équivaut, pour la Belgique, à un budget de 11 millions d'euros.

Il y a quelque temps, un tribunal allemand a posé une question préjudicielle à la Cour européenne de justice concernant le Programme européen d'aide aux plus démunis. La cour a jugé que la Politique agricole commune ne pouvait fournir qu'une aide « en nature », prélevée par exemple dans les réserves de blé et de lait. Selon la cour, la distribution des excédents alimentaires relève de la Politique agricole commune, mais toute éventuelle obligation de financement à l'égard des banques alimentaires relève, selon les juges, de la Politique sociale et incombe aux États membres. Il ne reste dès lors plus que 113 millions d'euros du budget initial de 500 millions.

Après des mois de tiraillements politiques au niveau européen, le Conseil des ministres a finalement décidé le 15 décembre 2011 de prolonger le « Programme européen d'aide aux plus démunis » de deux ans encore. Selon les sources, il sera ensuite définitivement supprimé.

En outre, en raison de la crise économique, les banques alimentaires en Belgique reçoivent moins de nourriture de la part des entreprises, alors que davantage de personnes y font appel.

Madame la ministre, les banques alimentaires réalisent un travail important en Belgique, elles aident plus de 200 000 Belges. Il est donc très important de rechercher des solutions structurelles à long terme.

J'aimerais obtenir des réponses aux questions suivantes :

1. Quel plan d'action prévoyez-vous pour continuer à garantir le fonctionnement des banques alimentaires après 2013 dans le cadre de la politique de lutte contre la pauvreté ? J'aimerais connaître votre vision à long terme.

2) Comment éviterez-vous que davantage de personnes ne sombrent dans la pauvreté si l'aide des banques alimentaires diminue encore ?

 

Het Europees programma voor voedselhulp aan de minstbedeelden (EPVM) maakte het mogelijk voor een zeer redelijke kostprijs van 500 miljoen euro (dit is 1% van het totale budget voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid), voedselhulp te verlenen aan 18 miljoen mensen in de twintig lidstaten die aan dit programma deelnamen.

De huidige regeling, waar ook België tot nu toe gebruik van maakte, is dat de EU met haar fondsen voor Landbouwbeleid voedseloverschotten opkoopt om de prijzen stabiel te houden. Die voorraden werden dan in alle deelnemende lidstaten via caritatieve verenigingen ter beschikking gesteld aan hulpbehoevenden. In België verliep dit grotendeels via de voedselbanken.

De negen Voedselbanken in België halen ongeveer 41 % van hun voedsel uit het programma van de Europese Unie. Voor België komt dit neer op een budget van 11 miljoen euro.

Een Duitse rechtbank stelde een tijdje geleden een prejudiciële vraag aan het Europees Hof van Justitie omtrent het EU-voedselhulpprogramma. Het Europese Hof heeft nu bepaald dat vanuit het Landbouwbeleid alleen "in natura" steun verleend mag worden uit bijvoorbeeld de graan- en melkvoorraden. Het Europees Hof rekent het uitdelen van voedseloverschotten tot het Europees Landbouwbeleid, maar als er een financieringsplicht uit voortvloeit ten aanzien van de voedselbanken valt dit volgens de rechters onder Sociaal Beleid, een bevoegdheid van de lidstaten. Hierdoor blijft er van de oorspronkelijke 500 miljoen die als budget gold nog maar 113 miljoen euro over.

Na maandenlang Europees politiek getouwtrek, heeft de Raad van Ministers op 15 december 2011 uiteindelijk beslist om het 'Europese programma voor voedselbedeling aan de minst bedeelden' nog twee jaar voort te zetten. Nadien is het, naar verluidt, onherroepelijk gedaan.

Door de economische crisis krijgen de voedselbanken in België bovendien minder voedsel van bedrijven terwijl meer mensen er beroep op doen.

Mevrouw de minister, voedselbanken leveren in België belangrijk werk, en helpen hiermee meer dan 200.000 Belgen. Zoeken naar structurele oplossingen op lange termijn is dan ook heel belangrijk.

Graag had ik van u een antwoord op de volgende vragen:

1) Welk actieplan voorziet u om de werking van de voedselbanken te blijven garanderen in het kader van het armoedebeleid na 2013? Graag had ik uw visie op lange termijn.

2) Hoe zal u voorkomen dat nog meer mensen in armoede terechtkomen als er nog minder hulp komt van de voedingsbanken?

 
Réponse reçue le 8 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 8 maart 2012 :

Les débats relatifs au financement de l’aide alimentaire en faveur des populations les plus défavorisées pour la période 2014-2020 par d’autres moyens que ceux dédiés à la politique agricole commune (PAC) sont actuellement en cours au niveau européen,  rien n’a encore été décidé à l’heure actuelle.  

En 2011, les banques alimentaires ont reçu 7 468 tonnes de vivres via le Programme d’aide européen, sur un total de 13 385 tonnes (soit plus de 55 %). Ceci constitue une augmentation de près de 40 % par rapport à l’année 2008 et cette augmentation a permis de compenser la diminution des denrées fournies par l’industrie et la grande distribution. Pour 2012 et 2013, le volume fourni par ce programme devrait rester équivalent.

Il est de la responsabilité des ministres régionaux et fédéraux compétents de trouver des solutions pour compenser une diminution de l’aide, si tel devait être le cas au-delà de 2013, et c’est en ces termes que je le leur avais d’ailleurs déjà écrit lorsqu’il était question de diminuer l’aide dès cette année. 

En ce qui concerne mes compétences, j’ai organisé une concertation entre l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA) et les autres acteurs de la chaîne alimentaire pour permettre une utilisation optimale des invendus et donc lutter contre le gaspillage, notamment par une définition plus claire des notions de « dates limites de consommation » et de « à consommer de préférence avant », ce qui devrait permettre de mettre à disposition des banques alimentaires et autres organisations caritatives une plus grande quantité de denrées au bénéfice des personnes les plus précarisées de notre société tout en leur garantissant le même niveau sanitaire car il est hors de question de voir s’installer une sécurité alimentaire à deux vitesses.

De debatten betreffende de financiering van de voedselhulp aan de meest behoeftige bevolkingsgroepen voor de periode 2014-2020 via andere middelen dan die gewijd aan het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zijn momenteel aan de gang op Europees niveau. Er werd tot op heden nog niets beslist.  

In 2011 hebben de voedselbanken 7 468 ton voedsel gekregen via het Europese hulpprogramma op een totaal van 13 385 ton (of meer dan 55 %). Dit houdt een verhoging in van bijna 40 % in vergelijking met 2008. Daardoor kon de vermindering worden gecompenseerd van voedsel geleverd door de industrie en de grootdistributie. Voor 2012 en 2013 zou het volume geleverd door dit programma hetzelfde moeten blijven.

Het zal aan de bevoegde gewestelijke en federale ministers zijn om oplossingen te vinden voor de compensatie van een vermindering van de steun als die er zou komen na 2013. Ik heb hen daarover al aangeschreven toen er sprake was van een vermindering van de steun vanaf dit jaar. 

Wat betreft mijn bevoegdheden, ik heb overleg georganiseerd tussen het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) en de andere actoren uit de voedselketen om een optimaal gebruik mogelijk te maken van onverkochte goederen en dus de strijd aan te gaan met de verspilling. Met name een duidelijkere definitie van de begrippen “uiterste consumptiedatum” en “minimale houdbaarheidsdatum” (bij voorkeur te gebruiken tot) zou het mogelijk moeten maken om een grotere hoeveelheid levensmiddelen ter beschikking te stellen van de voedselbanken en andere liefdadigheidsinstellingen ten voordele van de zwaksten in onze samenleving. Daarbij wordt hen hetzelfde sanitair niveau gewaarborgd omdat er geen sprake kan zijn van een voedselveiligheid met twee snelheden.