SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
16 décembre 2010 16 december 2010
________________
Question écrite n° 5-577 Schriftelijke vraag nr. 5-577

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Prisons - Internés - Nombre Gevangenissen - Geïnterneerden - Aantallen 
________________
établissement pénitentiaire
internement psychiatrique
défense sociale
statistique officielle
strafgevangenis
opname in psychiatrische kliniek
sociaal verweer
officiële statistiek
________ ________
16/12/2010Verzending vraag
1/2/2011Herkwalificatie
16/12/2010Verzending vraag
1/2/2011Herkwalificatie
________ ________
Requalifiée en : demande d'explications 5-412 Requalifiée en : demande d'explications 5-412
________ ________
Question n° 5-577 du 16 décembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-577 d.d. 16 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les internés ont droit à un traitement adapté. C'est ce que la loi prévoit. Or j'ai maintes fois constaté que ce principe était en réalité à peine respecté. En raison d'un manque de places, une grande partie des internés se retrouvent en prison où ils ne bénéficient d'aucun traitement ou seulement d'un traitement très limité. Leur vie en prison se résume surtout à attendre indéfiniment qu'une institution adéquate soit disposée à les accueillir.

La longue réclusion d'un délinquant atteint d'une maladie psychiatrique, privé de thérapie, est une période qui n'est absolument pas anodine. Le manque de traitement a des répercussions extrêmement négatives, en particulier pour les chances de succès des thérapies qui (espérons-le) viendront par la suite. La situation déjà particulièrement précaire de personnes extrêmement vulnérables et parfois dangereuses se dégrade ainsi, comme entraînée dans une spirale descendante, et hypothèque gravement la réinsertion espérée et attendue.

Fin décembre 2009, le nombre d'internés dans les prisons belges atteignait 1094, soit plus de 10 % de la population carcérale. Parmi eux se trouvent également des personnes à propos de qui la Commission de défense sociale (CDS) a décidé qu'elles pouvaient être libérées à l'essai « à condition d'être prises en charge dans un environnement psychiatrique ». En raison du manque de places dans les hôpitaux psychiatriques, cette décision ne peut être mise en pratique. Les internés restent donc en détention, tantôt dans une section psychiatrique séparée d'une prison, tantôt simplement parmi les détenus.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Quel est actuellement le nombre de d'internés en Belgique ? Combien d'entre eux résident-ils en prison ? Parmi ces détenus, combien ne peuvent-ils pas être placés dans les sections psychiatriques et se trouvent-ils parmi la population carcérale ordinaire ? Le ministre peut-il également me fournir les statistiques demandées pour les années 2007, 2008 et 2009 ?

2) Quel était le pourcentage d'internés dans l'ensemble de la population carcérale ? Le ministre peut-il, en plus de ces chiffres et pourcentages, communiquer également les prévisions pour 2010 ? A-t-il observé une hausse du nombre d'internés au cours des vingt dernières années ? Dans l'affirmative, comment explique-t-il cette évolution ?

3) Quelles sont les prisons qui disposent actuellement d'une aile psychiatrique et de combien de places chacune d'elles dispose-t-elle ?

4) Quel est en moyenne le nombre d'internés par cellule ? Existe-t-il des normes à ce sujet et quelles sont-elles ? Existe-t-il des directives concernant le placement d'internés parmi la population carcérale ordinaire ? Dans l'affirmative, le ministre peut-il me les communiquer ?

5) Le ministre peut-il me dire quelle a été, au cours des cinq dernières années, la durée moyenne d'un internement ? Peut-il, pour la même période, me fournir un aperçu du nombre d'internés dans les prisons en précisant la durée de l'internement (de moins de six mois à plus de vingt ans) ? Quelle a été la durée moyenne au cours de cette période ?

6) Quel est le nombre des internés qui se trouvent en prison dans l'attente de leur libération (à l'essai), moyennant leur prise en charge dans un environnement psychiatrique ? Le ministre peut-il me fournir un aperçu des durées d'attente en indiquant une moyenne ?

7) Le ministre peut-il, pour 2008 et 2009, me donner un aperçu du nombre d'internés par délit (faits de violence, délits sexuels, etc.) ? Pour la même période, peut-il me communiquer un aperçu du nombre d'internés emprisonnés par délit ?

8) Depuis des années déjà, on promet la création de deux centres de psychiatrie légale supplémentaires à Gand et à Anvers, offrant respectivement 270 et 120 places. La concrétisation de cette promesse a chaque fois été différée. Le ministre peut-il me dire où en est ce projet et me communiquer le planning fixé pour la construction et la réception de ces deux centres ? Ensemble, ces deux centres n'offriront que 390 places. De quelle manière le ministre déterminera-t-il quels détenus y seront transférés ? Sur quels critères cette sélection se fondera-t-elle (par exemple, la nature du délit, la gravité du trouble psychique ou du handicap mental, le temps déjà passé en prison, etc.) ?

9) Quelles initiatives le ministre envisage-t-il encore pour éviter que des internés se retrouvent à l'avenir parmi la population carcérale ordinaire ?

 

Geïnterneerden hebben recht op een aangepaste psychiatrische behandeling. Dat is wat de wet zegt. Ik stelde meermaals vast dat dit principe in de realiteit amper wordt toegepast. Door plaatsgebrek belandt een groot deel van de geïnterneerden in de gevangenis, waar ze op geen of slechts een heel beperkte behandeling kunnen rekenen. Hun leven in de gevangenis betekent vooral het onbestemde wachten tot een geschikte instelling bereid is om hen op te nemen.

De lange opsluiting van een psychiatrisch zieke delinquent, verstoken van therapie, is absoluut geen neutrale periode. Het gebrek aan behandeling resulteert in bijzonder negatieve gevolgen, niet in het minst voor de slaagkans van (hopelijk) later volgende therapieën. Een al bijzonder precaire situatie bij uiterst kwetsbare en soms gevaarlijke mensen verglijdt daardoor verder in een neerwaartse spiraal en legt zware hypotheken op de verhoopte en verwachte re-integratie.

Eind december 2009 liep het aantal geïnterneerden in de Belgische gevangenissen op tot 1094, of ruim 10 % van de gevangenisbevolking. Onder hen bevinden zich ook mensen voor wie de Commissie tot bescherming van de maatschappij (CBM) besliste dat ze op proef kunnen worden vrijgelaten "op voorwaarde dat ze opgenomen worden in een psychiatrische omgeving". Plaatsgebrek in de psychiatrische ziekenhuizen laat de toepassing van deze beslissing niet toe. Zo blijven ze opgesloten, soms in een aparte psychiatrische gevangenisafdeling, soms gewoon tussen de gedetineerden.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel geïnterneerden zijn er momenteel in de België? Hoeveel van die geïnterneerden verblijven in gevangenissen? Hoeveel van die gedetineerden kunnen daarbij niet terecht in de psychiatrische afdelingen en verblijven bij de gewone gevangenispopulatie? Kan de minister mij de cijfers voor bovenstaande vragen ook bezorgen voor de jaren 2007, 2008 en 2009?

2) Hoeveel bedroeg het percentage geïnterneerden op de hele gevangenispopulatie? Kan de minister bij deze cijfers en percenten ook al een prognose maken voor 2010? Merkte hij een stijging van het aantal geïnterneerden in de afgelopen twintig jaar? Zo ja, welke verklaring vindt hij daarvoor?

3) Welke gevangenissen beschikken momenteel over een psychiatrische vleugel en hoeveel plaatsen zijn beschikbaar per gevangenis?

4) Met hoeveel verblijven de geïnterneerden gemiddeld in een cel? Bestaan hier normen voor en welke zijn ze? Bestaan er richtlijnen voor het plaatsen van geïnterneerden bij de gewone gevangenispopulatie? Zo ja, kan hij mij die bezorgen?

5) Kan de minister mij, berekend over de periode van de voorbije vijf jaar, de gemiddelde duurtijd van een interneringsperiode bezorgen? Kan hij mij voor dezelfde periode een overzicht geven van het aantal geïnterneerden in de gevangenis volgens de periode van opsluiting (minder dan zes maand tot meer dan twintig jaar)? Wat was de gemiddelde duurtijd in deze periode?

6) Hoeveel geïnterneerden wachten in de gevangenis op hun vrijlating (op proef) op voorwaarde dat ze worden opgenomen in een psychiatrische omgeving? Kan hij mij een overzicht bezorgen van de wachttijden en mij hier tevens een gemiddelde van bezorgen?

7) Kan hij mij voor 2008 en 2009 een overzicht geven van het aantal geïnterneerden per vergrijp (geweldfeiten, seksuele delicten, ...)? Kan hij mij voor dezelfde periode een overzicht bezorgen van het aantal geïnterneerden in de gevangenis per vergrijp?

8) Al jaren belooft men dat er twee forensisch psychiatrische centra bijkomen in Gent en Antwerpen, met respectievelijk tweehonderdzeventig en honderdtwintig plaatsen. De uitvoering daarvan werd altijd opnieuw uitgesteld. Kan hij mij een stand van zaken en een toekomstplanning geven voor de bouw en oplevering van deze twee centra? Samen gaat het hier slechts om driehonderdnegentig plaatsen. Hoe zal de minister bepalen welke geïnterneerden worden overgeplaatst? Op welke criteria zal deze selectie worden gebaseerd, bijvoorbeeld de aard van het delict, de mate van psychische stoornis, mentale handicap, reeds lange tijd geïnterneerd in gevangenis, …?

9) Welke initiatieven denkt hij nog te nemen om te voorkomen dat geïnterneerden in de toekomst nog tussen de gewone gevangenispopulatie belanden?