SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
17 février 2012 17 februari 2012
________________
Question écrite n° 5-5661 Schriftelijke vraag nr. 5-5661

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Enquêtes en matière de fraude et de travail au noir - Livre du professeur Maus - Méthodologie d'enquête - Résultats Onderzoeken naar fraude en zwartwerk - Boek van professor Maus - Onderzoeksmethodologie - Resultaten 
________________
fraude fiscale
travail au noir
économie souterraine
étude de cas
méthode de recherche
belastingfraude
zwartwerk
ondergrondse economie
casestudy
onderzoeksmethode
________ ________
17/2/2012Verzending vraag
30/3/2012Antwoord
17/2/2012Verzending vraag
30/3/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-5661 du 17 février 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5661 d.d. 17 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Une lutte intensive contre les fraudes et une approche énergique du travail au noir figurent à juste titre en haut de l'agenda public et politique. Un livre a récemment été publié à ce sujet, rapport d'une étude du professeur Maus (VUB) qualifiée de scientifique. Ce livre cadre parfaitement avec le regain d'intérêt sur ces sujets et contient des conclusions sévères. Le constat selon lequel la fraude fiscale est significativement plus élevée dans notre pays a particulièrement retenu l'attention.

Le livre ainsi que l'information communiquée à son sujet font référence à la méthodologie utilisée pour la collecte des données. La recherche s'est entre autres fondée sur la collecte par les étudiants de données par le biais d'interviews de personnes de leur entourage. Cela ne s'est pas toujours avéré très aisé et le professeur a dû insister pour enfin pouvoir obtenir les interviews. Pourtant, il dit carrément que le groupe cible peut tout de même être considéré comme suffisamment représentatif et que les conclusions peuvent être considérées valables.

D'où les questions suivantes :

1) Le secrétaire d'État considère-t-il la méthodologie d'enquête utilisée par le professeur Maus dans le cadre du livre sur la fraude fiscale suffisamment étayée pour servir de base aux conclusions du livre ? Dispose-t-il d'autres recherches scientifiques récentes à ce sujet ? Dans l'affirmative, lesquelles et avec quels résultats ? Ces résultats sont-ils vont-ils dans le même sens ou divergent-ils ? Comment le secrétaire d'État évalue-t-il et apprécie-t-il ces enquêtes ?

2) De quelle manière (comment, quand, auprès de qui, par qui, à quelle fréquence, quelle durée, quelles questions d'enquête...) les administrations compétentes des Finances ont-elles examiné la nature, l'étendue et l'impact de la fraude fiscale et du travail au noir ? Ont-elles abouti aux mêmes conclusions que le professeur Maus et que d'autres enquêtes indépendantes des pouvoirs publics  ? En quoi leurs conclusions et recommandations mutuelles se confirment-elles ou s'infirment-elles ?

 

Terecht staan doorgedreven fraudebestrijding en een slagkrachtige aanpak van het zwartwerk hoog op de publieke en politieke agenda. Recent verscheen hieromtrent een boek, verslag van een als wetenschappelijk gekapitteld onderzoek van professor Maus (VUB). Dit boek sloot wonderwel aan op de hausse rond deze thema's en bevat forse uitspraken. Vooral de vaststellingen dat ons land significant hoger scoort qua fiscale fraude maakten indruk.

In het boek en ook in de berichtgeving hieromtrent, wordt verwezen naar de methodologie om de gegevens te verzamelen. Een deel van de onderzoeksaanpak bestond uit de opdracht aan studenten om in hun leefomgeving interviews af te nemen. Dit bleek niet altijd zo gemakkelijk en de professor moest enige dwang laten gelden om uiteindelijk de interviews te ontvangen. Toch stelt hij onomwonden dat de onderzoeksgroep alsnog als voldoende representatief mag worden beoordeeld en dat conclusies als geldend mogen worden beschouwd.

Hierover de volgende vragen:

1) Beoordeelt de staatssecretaris de onderzoeksmethodologie van het boek over fiscale fraude van professor Maus als wetenschappelijk voldoende sterk om de conclusies van het boek te staven? Beschikt hij over ander recent wetenschappelijk onderzoeksmateriaal hieromtrent? Zo ja, welk en met welke resultaten? Klinken deze resultaten gelijklopend of deviant? Hoe evalueert en apprecieert hij deze onderzoeken?

2) Op welke wijze (hoe, wanneer, bij wie, door wie, welke regelmaat, welke duurzaamheid, welke onderzoeksvragen….) onderzoeken de bevoegde administraties van Financiën de aard, spreiding en impact van fiscale fraude en zwartwerk? Komen zij daarmee tot dezelfde conclusies als professor Maus en andere niet-overheidsonderzoeken? Waar bevestigen of ontkrachten ze elkaars conclusies en aanbevelingen?

 
Réponse reçue le 30 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 30 maart 2012 :

L’honorable membre trouvera ci-dessous la réponse aux questions. 

Le livre Iedereen doet het ! ” (“Tout le monde le fait !”) du Professeur Michel Maus sur l’évasion fiscale en Belgique a le mérite,tout comme beaucoup d’autres publications, de placer en permanence le thème de la lutte contre la fraude fiscale et socialedans l’actualité.  Pour autant que ce soit nécessaire, j’informe le cher membre que la nécessité d’une véritable approche intégrée de la fraude ressort explicitement de l’accord gouvernemental du 1er décembre 2011 et des déclarations de politique qui s’y rapportent. 

En ce qui concerne l’évaluation de l’économie souterraine et des recettes non encaissées, le professeur Maus mentionne lui-même qu’elle peut varier fortement en fonction des critères et des principes retenus par les académiciens ( professeur Max Frank, professeur Friedrich Schneider, etc.) et par les institutions concernées (Eurostat, la Banque Nationale de Belgique, l’Institut des Comptes Nationaux, etc.). À ce propos, le Professeur Maus affirme d’ailleurs que la fraude fiscale ne peut pas véritablement être mesurée et que l’on peut tout au plus évaluer son ampleur. 

La question de savoir si la méthodologie appliquée par l’auteur dans son enquête peut résister à l’épreuve scientifique,  est une question qui, en l'ocurrence, devrait difficilement être posée au pouvoir exécutif.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de vragen. 

Het boek “Iedereen doet het !” van Professor Michel Maus inzake belastingontduiking in België heeft de verdienste, zoals vele andere publicaties, om het thema van de fiscale en sociale fraudebestrijding permanent in de actualiteit te plaatsen.  Voor zover als nodig meld ik het geachte lid dat de nood aan een echt geïntegreerde aanpak van de fraude uitdrukkelijk blijkt uit het Regeerakkoord van 1 december 2011 en de aansluitende beleidsverklaringen. 

Wat de schatting van de ondergrondse economie en van de mislopen ontvangsten betreft, vermeldt Professor Maus zelf dat deze sterk kan variëren al naargelang van de door de betrokken academici (professor Max Frank, professor Friedrich Schneider, enz.) en instellingen (Eurostat, Nationale Bank van België, Nationaal Instituut voor de Rekeningen, enz.) gehanteerde criteria en uitgangspunten.  Ter zake stelt Professor Maus trouwens zelf dat de fiscale fraude eigenlijk niet kan worden gemeten en dat hoogstens de omvang ervan kan worden geraamd. 

Of de door de auteur in zijn onderzoek aangewende methodologie de wetenschappelijke toets kan doorstaan is een vraag die bezwaarlijk aan de uitvoerende macht moet gesteld worden in deze.