| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2011-2012 | Zitting 2011-2012 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 10 février 2012 | 10 februari 2012 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-5625 | Schriftelijke vraag nr. 5-5625 | ||||||||
de Dirk Claes (CD&V) |
van Dirk Claes (CD&V) |
||||||||
au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre |
aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Combustibles - Recherche de nouveaux produits - Cella Energy - Véhicules au gaz naturel - Véhicules électriques | Brandstof - Onderzoek naar nieuwe producten - Cella Energy - Aardgasvoertuigen - Elektrische voertuigen | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| réduction des émissions de gaz énergie douce véhicule électrique véhicule non polluant hydrogène carburant biocarburant Protocole de Kyoto |
vermindering van gasemissie zachte energie elektrisch voertuig minder vervuilend voertuig waterstof motorbrandstof biobrandstof Protocol van Kyoto |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-5625 du 10 février 2012 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-5625 d.d. 10 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Dans son Programme national de réforme 2011, la Belgique s'engage à atteindre d'ici 2020 différents objectifs concrets en matière d'énergie et d'environnement, à savoir améliorer de 18 % l'efficacité énergétique, diminuer de 15 % les rejets de CO2 et augmenter de 13 % la part des énergies renouvelables. Ces objectifs exigeront des mesures draconiennes. Par ailleurs, le potentiel belge d'énergies renouvelables est moindre que celui d'autres États européens, ce qui limite les possibilités et impose à la Belgique des mesures innovantes et visionnaires. Le paragraphe suivant est extrait de votre note de politique générale : « Le gouvernement ambitionne que la Belgique rejoigne le groupe des États européens pionniers dans la transition vers de nouveaux modes économiques de production et de consommation durables. Le secrétaire d’État à l’Environnement soutiendra toutes les politiques visant à réduire drastiquement la consommation de ressources naturelles et d’énergie, en particulier fossile. Il actionnera pour ce faire les deux principaux leviers dont il dispose: la politique climatique et les normes de produits. » Dans cette note figure également « Pour la mise sur le marché de produits pour lesquels il n’existe pas encore de normes européennes, des normes ambitieuses seront définies en étroite concertation avec les secteurs concernés et le monde scientifique. Ces produits répondront à un niveau élevé de qualité en termes environnementaux, sociaux et sanitaires, tout en restant accessibles à tous. » En ce qui concerne les voitures de société, le gouvernement fédéral a déjà pris des mesures qui lient l'avantage de toute nature du salarié à l'émission de CO2 de la voiture, en vue d'un parc automobile plus respectueux de l'environnement. Dans ce même but, des mesures similaires ont été prises au niveau des entités fédérées. Une étude britannique sur un carburant à base d'hydrogène a récemment attiré mon attention. La spin-off Cella Energy affirme être parvenue à développer à bon marché une forme de « supercarburant » liquide à base d'hydrogène. Cette recherche, si elle répond aux attentes, pourrait entraîner un bouleversement quant aux émissions de CO2 par les transports. C'est pourquoi je souhaiterais une réponse aux questions que voici : 1) Êtes-vous au courant des recherches menées par Cella Energy ? S'agit-il d'une recherche crédible dont les résultats sont fiables ? 2) Connaissez-vous d'autres projets prometteurs en matière de carburant propre à base d'hydrogène ? Des projets de recherche belges sont-ils en cours et la Belgique, ainsi que ses universités, pourrai(en)t-elle(s) jouer un rôle - plus - actif ? 3) Votre administration suit-elle l'évolution de ces recherches ? De quelles possibilités de participer à ces recherches internationales la Belgique dispose-t-elle ? 4) Quelles étapes doit-on franchir aux échelons fédéral et fédéré avant de pouvoir commercialiser un tel carburant en Belgique ? Êtes-vous prêt à vous concerter avec vos homologues des gouvernements de région ? La Belgique peut-elle jouer un rôle de pointe ? 5) Quelles autres mesures le gouvernement fédéral peut-il prendre pour promouvoir l'introduction de carburants écologiques ? Envisagez-vous aussi des mesures pour les véhicules au gaz naturel ? 6) Votre note de politique générale parle aussi d'un master plan en faveur des véhicules électriques. Quelles mesures devrait-il certainement inclure ? |
In het Nationaal Hervormingsprogramma 2011 verbindt België er zich toe om tegen 2020 enkele concrete doelstellingen te halen op het vlak van energie en leefmilieu, namelijk de energie-efficiëntie met 18% verbeteren, de CO2 uitstoot met 15 % doen verminderen en de hernieuwbare energie met 13 % doen toenemen. Om deze doelstellingen te bereiken zullen er drastische maatregelen nodig zijn. Bovendien beschikt België niet over hetzelfde potentieel als sommige andere Europese landen op het vlak van hernieuwbare energie waardoor we beperkt worden in de mogelijkheden en innovatieve toekomstgerichte maatregelen zich opdringen voor België. In uw beleidsnota staat volgende paragraaf: "De regering wil dat België zich bij de groep van de Europese pioniers aansluit bij de transitie naar nieuwe vormen van duurzame economische productie en consumptie. De staatssecretaris voor Leefmilieu zal elk beleid ondersteunen dat een drastische vermindering van het verbruik van natuurlijke hulpbronnen en energie (vooral van fossiele brandstoffen) beoogt. Hij zal hiervoor de twee belangrijke beleidshefbomen aanwenden waarover hij beschikt: het klimaatbeleid en de productnormen." Daarnaast kan men in uw beleidsnota ook de volgende paragraaf lezen: "Voor het op de markt brengen van producten waarvoor nog geen Europese normen bestaan zullen ambitieuze normen gedefinieerd worden in nauw overleg met de betrokken sectoren en de wetenschappelijke wereld. Deze producten zullen aan een hoog kwaliteitsniveau beantwoorden op gebied van leefmilieu, volksgezondheid en sociale impact en tegelijkertijd voor allen beschikbaar blijven." Op het niveau van de bedrijfswagens nam de federale regering reeds maatregelen om het wagenpark milieuvriendelijker te maken door een koppeling van het voordeel alle aard van de werknemer aan de CO2 uitstoot van de wagen. Ook op het niveau van de deelstaten werden reeds maatregelen genomen om het wagenpark milieuvriendelijker te maken. Recent werd mij een Brits onderzoek met betrekking tot brandstof op basis van waterstof onder de aandacht gebracht. Cella Energy, een spin-off bedrijf, beweert erin geslaagd te zijn om een soort van goedkope vorm van liquide "superbrandstof" te ontwikkelen op basis van waterstof. Indien dergelijk onderzoek de verwachtingen waarmaakt, zou dit mogelijk een revolutionaire omkeer in de uitstoot van CO2 door ons vervoersmodi kunnen teweegbrengen. Om voorgaande redenen had ik van de geachte staatssecretaris graag een antwoord verkregen op volgende vragen: 1) Bent u op de hoogte van het onderzoek door Cella Energy? Betreft het een geloofwaardig onderzoek met betrouwbare resultaten? 2) Heeft u nog weet van andere veelbelovende projecten op het vlak van milieuvriendelijke brandstof op basis van waterstof? Lopen er momenteel ook Belgische onderzoeksprojecten en zou België en haar universiteiten op dit vlak een actieve(re) rol kunnen spelen? 3) Volgt uw administratie de evolutie van dergelijke onderzoeken op en over welke mogelijkheden beschikt België om aan dergelijk internationaal onderzoek te participeren? 4) Welke noodzakelijke stappen op federaal en deelstatelijk niveau moeten genomen worden vooraleer een dergelijke brandstof in België gecommercialiseerd zou kunnen worden? Bent u bereid om hierover in overleg te treden met uw bevoegde collega's van de gewestregeringen? Kan België op dit vlak een voortrekkersrol spelen? 5) Welke andere maatregelen kan de federale regering nemen om de invoering van milieuvriendelijke brandstofvormen te bevorderen? Overweegt u ook maatregelen op het vlak van aardgasvoertuigen? 6) De geachte staatssecretaris spreekt in zijn beleidsnota ook over een masterplan met betrekking tot de elektrische voertuigen. Welke maatregelen moeten volgens hem zeker opgenomen worden in dit masterplan voor de elektrische voertuigen? |
||||||||
| Réponse reçue le 19 avril 2012 : | Antwoord ontvangen op 19 april 2012 : | ||||||||
J’ai l’honneur d’apporter les réponses suivantes aux questions de l’honorable membre. Il y a quelque temps, j’ai été informé de cette enquête effectuée par la société en question. Toutes les informations et les résultats de l’enquête que nous recevons concernant la mobilité durable et les combustibles écologiques sont examinés. Mes services du Service public fédéral (SPF) Économie collaborent étroitement avec la Vrije Universiteit Brussel et l’Université de Namur, qui suivent également les développements internationaux. Il est très important d’examiner toutes sortes d’alternatives possibles telles que par exemple la mobilité électrique, CNG, l’hydrogène, …et de simuler éventuellement une introduction. À mon avis, il est préférable de coordonner une introduction nationale au niveau fédéral. Le Masterplan national « mobilité électrique » en est un bel exemple ; une coopération avec les autorités régionales a été entamée à ce niveau. a. Mobilité électrique : mes services ont élaboré un masterplan national en vue d’encourager la mobilité électrique. Ces travaux sont gérés par le SPF Économie en collaboration avec d’autres services publics fédéraux, les autorités régionales et différentes fédérations du secteur. Cette coopération avec tous les stakeholders concernés est très important pour aboutir à un plan national transversal cohérent et coordonné. Plusieurs stakeholders importants se sont déclarés prêts à signer une déclaration d’intention et une « Roadmap 2030 » – un document d’orientation politique concernant le champ d’un plan national, les objectifs potentiels, les opportunités pour la Belgique, les obstacles à surmonter et les mesures politiques potentielles à prendre. À cet égard, le masterplan est un manuel reprenant toutes les mesures possibles pour le développement de l’électromobilité dans notre pays, sur base de 13 domaines d’action : • Action 1: Politique nationale coordonnée et intégrée • Action 2: Mesures financières (fiscales) • Action 3: Easy mobility incentives • Action 4: Mesures concernant l’infrastructure de chargement • Action 5: Assurer l’approvisionnement de l’énergie • Action 6: Mesures relatives à la batterie • Action 7: Soutien R&D et projets de démonstration • Action 8: Formation & training • Action 9: Rôle de l‘autorité en tant que « launching customer » • Action 10: Simplification administrative • Action 11: Communication & sensibilisation • Action 12: Modèles Business • Action 13: Encouragement des parcs de véhicules électriques b. Plusieurs réflexions sont en cours sur le CNG ; celles-ci commencent à se concrétiser. c. La discussion sur l’hydrogène en tant que combustible durable se trouve toujours dans une phase initiale. Cette technologie est l’une des moins avancée et nous sommes toujours loin d’une introduction à grande échelle. Cependant, cette technologie mérite une attention particulière. Vu les progrès énormes dans cette matière, d’autres alternatives intéressantes vont s’annoncer sans aucun doute dans les années à venir, comme par exemple le « supercombustible » auquel vous vous référez. C’est pourquoi il est intéressant de recevoir cette information dans un stade précoce et de l’examiner. |
Ik heb de eer om het volgende te antwoorden op de vragen van het geachte lid. Een tijd terug ben ik op de hoogte gesteld van dit onderzoek door het desbetreffende bedrijf. Alle informatie en onderzoeksresultaten die we ontvangen omtrent duurzame mobiliteit en milieuvriendelijke brandstoffen wordt bestudeerd. Mijn diensten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie werken ook nauw samen met de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit van Namen, die ook de internationale ontwikkelingen volgen. Het is van groot belang om alle mogelijke alternatieven, zoals bijvoorbeeld elektrische mobiliteit, CNG, waterstof,… te onderzoeken en eventueel een introductie te stimuleren. Een nationale introductie wordt volgens mij best op federaal niveau gecoördineerd. Het nationaal Masterplan elektrische mobiliteit is een goed voorbeeld hiervan, waar een samenwerking met de regionale overheden werd opgestart. a. Elektrische mobiliteit: mijn diensten hebben een nationaal masterplan uitgewerkt om elektrische mobiliteit te stimuleren. Dit werk wordt gestuurd door de FOD Economie, in samenwerking met andere betrokken federale overheidsdiensten, de regionale overheden en verschillende sectorfederaties. Deze samenwerking met alle betrokken stakeholders is van cruciaal belang om tot een coherent en gecoördineerd beleidsoverschrijdend nationaal plan te komen. Verschillende belangrijke stakeholders zijn bereid gevonden een intentieverklaring en een “Roadmap 2030” – een politiek oriëntatiedocument met betrekking tot de scope van een nationaal plan, de mogelijke targets, de opportuniteiten voor België, de te overwinnen barrières en de mogelijke beleidsmaatregelen – te ondertekenen. Het masterplan dient hierbij als handleiding waarin mogelijke maatregelen voor de ontwikkeling van elektromobiliteit in ons land worden beschreven op basis van 13 actiedomeinen: • Actie 1: Gecoördineerd & geïntegreerd nationaal beleid • Actie 2: Financiële (fiscale) maatregelen • Actie 3: Easy mobility incentives • Actie 4: Maatregelen met betrekking tot de laadinfrastructuur • Actie 5: Energievoorziening verzekeren • Actie 6: Maatregelen met betrekking tot batterij • Actie 7: Ondersteuning R&D en demonstratieprojecten • Actie 8: Opleiding & training • Actie 9: Rol van de overheid als “launching customer” • Actie 10: Administratieve vereenvoudiging • Actie 11: Communicatie & sensibilisering • Actie 12: Business-modellen • Actie 13: Stimuleren elektrische voertuigvloten b. Er zijn ook verschillende reflecties aan de gang over CNG, die zich stilaan beginnen te concretiseren. c. De discussie met betrekking tot waterstof als duurzame brandstof bevindt zich nog in een beginfase. Deze technologie is ook nog het minst gevorderd en van een grootschalige introductie is nog geen sprake. Echter wordt deze technologie nauwlettend in de gaten gehouden. Gezien de enorme technologische vooruitgang ter zake, zullen er ongetwijfeld nog andere interessante alternatieven zich aanbieden de komende jaren, zoals bijvoorbeeld de “superbrandstof” waarnaar u verwijst. Daarom is het net interessant deze informatie in een vroeg stadium te ontvangen en te bestuderen. |