SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
10 février 2012 10 februari 2012
________________
Question écrite n° 5-5597 Schriftelijke vraag nr. 5-5597

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Une circulaire avec une liste de délits pour lesquels l'auteur ne doit plus être arrêté Een rondzendbrief met een lijst van misdrijven waarvoor de misdadiger niet langer opgepakt moet worden 
________________
circulaire
ministère public
lutte contre le crime
faux monnayage
police locale
garde à vue
infraction
arrestation
rondschrijven
openbaar ministerie
misdaadbestrijding
valsemunterij
gemeentepolitie
voorhechtenis
overtreding
arrestatie
________ ________
10/2/2012Verzending vraag
30/3/2012Antwoord
10/2/2012Verzending vraag
30/3/2012Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-1743 Requalification de : demande d'explications 5-1743
________ ________
Question n° 5-5597 du 10 février 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5597 d.d. 10 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

« La Dernière Heure » a récemment fait état d'une circulaire pour le moins étonnante, mais peut-être aussi inquiétante, envoyée par le Parquet bruxellois à toutes les zones de police. Le journal s'est procuré une copie de cette circulaire. Elle contient notamment une liste de délits pour lesquels le Parquet de Bruxelles n'estime manifestement plus nécessaire d'arrêter les auteurs immédiatement. Cette liste ne mentionne pas que des infractions, l'énumération est choquante : détention d'armes, vol de voitures et utilisation de fausse monnaie. Au lieu d'une arrestation directe, l'auteur est invité à se présenter au commissariat ultérieurement.

Cette mesure presque surréaliste est considérée comme une réponse à la loi Salduz entrée en vigueur récemment et doit alléger le travail de la police.

Cette communication fait certainement partie des plus mauvaises résolutions de nouvel an jamais entendues : hallucinante, incompréhensible, impardonnable. Pour moi, il s'agit avant tout d'un coup supplémentaire pour l'image déjà tellement abîmée des appareils judiciaires et policiers bruxellois. Cette affaire vient allonger la liste peu glorieuse des dysfonctionnements.

La ministre peut-elle confirmer l'existence de cette circulaire ? Est-il vrai qu'elle contient une liste de délits pour lesquels il n'est plus nécessaire d'arrêter l'auteur immédiatement, et que dans cette liste figurent la détention d'armes, le vol de voitures et l'utilisation de fausse monnaie ? Cette mesure est-elle déjà d'application et la ministre défend-elle cette circulaire ? Est-elle d'avis que des délits comme la détention d'armes et le vol de voitures ne sont pas assez graves pour nécessiter une arrestation immédiate ? Qui est responsable de l'élaboration de cette circulaire ? Qui a été impliqué dans son élaboration et comment en est-on arrivé à des mesures à ce point inconcevables ? La ministre va-t-elle rappeler les intéressés à l'ordre et jeter la circulaire aux oubliettes ?

Cette circulaire trouve-t-elle son origine dans la frustration entourant l'entrée en vigueur de la loi Salduz ? La ministre trouve-t-elle acceptable que cette circulaire ait été communiquée avant que l'on évalue l'incidence réelle de la loi Salduz ? La ministre est-elle d'accord que des solutions bien meilleures existent pour remédier à l'augmentation de la charge de travail de la police que la banalisation de délits graves ? La ministre pense-t-elle, comme moi, que cette situation met gravement en péril, une fois encore, la crédibilité de la justice et des services de police aux yeux des citoyens et qu'en outre, on crée une impression trompeuse d'anarchie ? Quelle image pour notre capitale déjà saturée !

 

La Dernière Heure berichtte recent over een minstens opmerkelijke maar misschien wel verontrustende rondzendbrief, verstuurd door het Brusselse parket naar alle politiezones. De krant bemachtigde een kopie van deze brief. Deze rondzendbrief bevat onder meer een lijst van misdrijven waarvoor het Brusselse Parket het blijkbaar niet langer nodig acht om de overtreders meteen op te pakken. Deze lijst vermeldt niet zomaar overtredingen, de opsomming choqueert: wapenbezit, autodiefstal en het gebruik van vals geld. In plaats van een directe aanhouding, wordt de overtreder uitgenodigd om zich op een later tijdstip bij het politiecommissariaat aan te melden.

Deze bijna surrealistische maatregel wordt beschouwd als een antwoord op de recent in werking getreden Salduz-wet en moet het werk van de politie verlichten.

Dit bericht behoort zeker tot de slechtste Nieuwjaarsvoornemens zijn die ik ooit mocht aanhoren: hallucinant, onbegrijpelijk, onvergefelijk. In een eerste opwelling interpreteer ik dit rondschrijven al een zoveelste blaam op het al zo vuile blazoen van de justitiële en politionele apparaten in en van Brussel. Een zoveelste en extra item op de weinig glorierijke lijst gevuld met disfuncties.

Kan de minister het bestaan van deze rondzendbrief bevestigen? Klopt het dat deze rondzendbrief een lijst bevat van misdrijven waarvoor het niet langer nodig is de overtreder meteen op te pakken, waaronder wapenbezit, autodiefstal en het gebruik van vals geld? Is deze maatregel reeds van kracht en verdedigt de minister deze rondzendbrief? Is de minister van mening dat misdrijven zoals wapenbezit en autodiefstal onvoldoende ernstig zijn om meteen over te gaan tot een arrestatie? Wie draagt de aansprakelijkheid voor het opstellen van deze rondzendbrief? Wie werd hierbij betrokken en op welke manier is men tot zulke wereldvreemde maatregelen gekomen? Zal de minister de betrokkenen tot de orde roepen en rondzendbrief naar de prullenmand verwijzen?

Vond deze rondzendbrief zijn oorsprong uit frustratie over de inwerkingtreding van de Salduz-wet? Vindt de minister het aanvaardbaar dat deze brief er kwam, vooraleer men de impact van de Salduz-wet echt evalueerde? Gaat de minister akkoord dat er veel betere oplossingen bestaan om een verhoogde werkdruk bij de politie aan te pakken dan het trivialiseren van ernstige misdrijven? Deelt de minister mijn aanvoelen dat hierdoor de geloofwaardigheid van justitie en de politiediensten bij de burgers weerom, eens te meer, ernstige schade oploopt en men daarenboven een stemming creëert van schijnbare wetteloosheid? Als signaal in onze al overbelaste hoofdstad kan dit tellen!

 
Réponse reçue le 30 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 30 maart 2012 :

Il convient de souligner que la circulaire du procureur du roi de Bruxelles s'inspire de la circulaire COL 08/2011 et des addenda du Collège des procureurs généraux, qui de toute façon priment toujours sur la circulaire du procureur du roi. Les circulaires du Collège des procureurs généraux soulignent déjà les problèmes de capacité que connaissent les services de police.

La circulaire du procureur du roi a été complétée par une liste d'infractions qui, conformément à l'article 16, paragraphe 1er, de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, ne peuvent donner lieu à la délivrance d'un mandat d'arrêt par le juge d'instruction.

En outre, il a été dressé une liste indicative de délits qui ne donnent en principe pas lieu à une comparution devant le procureur du roi ou le juge d'instruction, à ceci près (page 81) que chaque cas doit être examiné séparément et peut donc donner lieu à un contact avec le magistrat en vue d'une décision de comparution devant le juge d'instruction.

Un tel système, qui se base sur des accords préalables avec les services de police bruxellois notamment, n'est pas exceptionnel et était également déjà d'application dans l'arrondissement de Bruxelles avant la loi Salduz.

J'ai fait procéder à une première évaluation et il n'en ressort pas actuellement que l'application de cette circulaire donne ipso facto lieu à une diminution significative du nombre de comparutions.

Er dient benadrukt te worden dat de omzendbrief van de procureur des Konings te Brussel geënt is op de omzendbrief COL 08/2011 en de addenda van het College van procureurs-generaal, die sowieso altijd primeren op de omzendbrief van de procureur des Konings. De omzendbrieven van het College van procureurs-generaal wijzen reeds op capaciteitsproblemen bij de politiediensten.

Aan de omzendbrief van de procureur des Konings is een lijst gevoegd van misdrijven die volgens artikel 16 paragraaf 1 van de wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis geen aanleiding kunnen geven tot de aflevering van een bevel tot aanhouding door de onderzoeksrechter.

Daarnaast is er een indicatieve lijst van misdrijven opgesteld voor dewelke er in principe geen voorleiding voor de procureur des Konings of voor de onderzoeksrechter zal geschieden onder voorbehoud (pagina 81) dat ieder geval afzonderlijk dient bekeken te worden en derhalve aanleiding kan en mag geven tot een contact met de magistraat met het oog op een beslissing tot voorleiding bij de onderzoeksrechter.

Dergelijk systeem, dat berust op voorafgaande afspraken met onder andere de Brusselse politiediensten, is niet uitzonderlijk en werd ook reeds voor de Salduz-wet in het arrondissement Brussel toegepast.

Ik heb een eerste evaluatie laten uitvoeren en hieruit blijkt op heden niet dat de toepassing van zijn omzendbrief ipso facto aanleiding geeft tot significant minder voorleidingen.