SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session 2011-2012 | Zitting 2011-2012 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
8 février 2012 | 8 februari 2012 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-5558 | Schriftelijke vraag nr. 5-5558 | ||||||||
de Elke Sleurs (N-VA) |
van Elke Sleurs (N-VA) |
||||||||
à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales |
aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Transport d'urgence en ambulance - Frais de transport - Remboursement - Institut national d'assurance maladie et invalidité - Abus - Distance | Dringend ambulancevervoer - Transportkosten - Terugbetaling - Rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering - Misbruik - Afstand | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
transport de malades assurance maladie ticket modérateur statistique officielle répartition géographique premiers secours |
ziekentransport ziekteverzekering remgeld officiële statistiek geografische spreiding eerste hulp |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-5558 du 8 février 2012 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-5558 d.d. 8 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Depuis janvier 2010, les coûts d'un transport urgant en ambulance sont remboursés par l'Institut national d'assurance maladie et invalidité (INAMI). Le montant remboursé était initialement de 33 % mais il a été porté à 50 % en janvier 2011. Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes. 1) Au cours des deux dernières années, quelle a été la proportion de patients transportés d'urgence en ambulance qui n'ont pas pu prétendre à un remboursement ? J'aimerais obtenir une ventilation par région du domicile du patient, par année et par nationalité du patient. 2) S'il s'avère finalement qu'un appel considéré comme urgent par le centre d'appel 100 n'avait aucun caractère d'urgence, quelles en sont les conséquences ? Intervient-on en cas d'abus manifeste ? 3) Au cours des deux dernières années, quelle a été la distance parcourue par les patients transportés d'urgence en ambulance ? Je souhaiterais une ventilation par région et par an et en fonction des catégories suivantes : moins de 10 km, de 11 à 20 km, plus de 20 km. 4) Combien de fois un patient incapable de payer le coût du transport d'urgence en ambulance a-t-il pu bénéficier d'une intervention du Centre public d'action sociale (CPAS) ? À combien s'est montée cette intervention ? J'aimerais obtenir une ventilation par année, par région et par nationalité du patient. |
De transportkosten in geval van dringend ambulancevervoer worden sinds januari 2010 terugbetaald door de Rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (Riziv). De terugbetaling bedroeg oorspronkelijk 33 %. In januari 2011 werd dit opgetrokken naar 50 %. Graag kreeg ik van de minister een antwoord op de volgende vragen. 1) Welk aandeel van de patiënten die in de afgelopen twee jaar met behulp van dringend ambulancevervoer werd vervoerd, kon geen aanspraak maken op een terugbetaling? Graag had ik de cijfers gekregen, opgesplitst per gewest waar de patiënt woonachtig is, per jaar en per nationaliteit van de patiënt. 2) Welke zijn de gevolgen indien een oproep die door de 100-centrale als dringend werd beschouwd, uiteindelijk niet-dringend blijkt? Wordt er bij flagrant misbruik opgetreden? 3) Welke was de afstand over welke patiënten in de afgelopen twee jaar met behulp van dringend ambulancevervoer werden vervoerd? Graag had ik de cijfers gekregen in de volgende categorieën (minder dan 10 km, tussen 11 en 20 km en meer dan 20 km), en opgesplitst per gewest en per jaar. 4) Hoe vaak kon een patiënt die niet in staat was om de kost voor het dringend ambulancevervoer te betalen, rekenen op een tussenkomst door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW)? Welke was hiervoor het vergoede bedrag? Graag had ik de cijfers gekregen, opgesplitst per jaar, per gewest en per nationaliteit van de patiënt. |
||||||||
Réponse reçue le 6 aôut 2012 : | Antwoord ontvangen op 6 augustus 2012 : | ||||||||
Une intervention de 33 % dans le coût du transport médical urgent est accordée par la mutualité à partir du 1er janvier 2009 en vertu de l’arrêté royal du 26 avril 2009 portant exécution de l’article 34, alinéa 1er, 28°, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 (Moniteur Belge du 8 mai 2009). Cette intervention a été portée de 33 % à 50 % à partir du 1er janvier 2010 en vertu de l’arrêté royal du 23 mars 2011 modifiant l’arrêté royal du 29 avril 2009 portant exécution de l’article 34, alinéa 1er, 28°, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 (Moniteur Belge du 6 avril 2011).
Il s’agit des prestations effectuées, comptabilisées sur une période de six trimestres par les mutualités. La préférence est donnée aux « prestations effectuées » parce que les évolutions ne sont pas faussées par d’éventuels problèmes de facturation et de comptabilisation sur le terrain. La répartition des dépenses par région est basée sur le domicile de l'assuré. Dans certains cas, la mutualité ne connaît pas le domicile du patient. Ces dépenses figurent alors dans la rubrique « Indivis ». Le pourcentage de dépenses indivis est toutefois très minime. Globalement, il a été prévu une intervention pour 4 342 391 kilomètres en 2009 et pour 5 199 533 kilomètres en 2010. Il est logique qu’en tant qu’agglomération urbaine, la Région de Bruxelles-Capitale représente une part relativement faible dans le nombre total de kilomètres parcourus. L’essentiel du transport médical urgent au sein de la Région de Bruxelles-Capitale se concentre dans un rayon de 10 kilomètres. |
Door het koninklijk besluit van 26 april 2009 tot uitvoering van artikel 34, eerste lid, 28°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (Belgisch Staatsblad van 8 mei 2009) werd vanaf 1 januari 2009 een tegemoetkoming door het ziekenfonds verleend van 33% in de kost van het dringend ziekenvervoer. Vanaf 1 januari 2010 werd deze tegemoetkoming verhoogd van 33 % naar 50 % door het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 april 2009 tot uitvoering van artikel 34, eerste lid, 28°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (Belgisch Staatsblad van 6 april 2011)
Het betreft de verrichte verstrekkingen, geboekt over een periode van zes trimesters door de ziekenfondsen. De voorkeur wordt gegeven aan de “verrichte verstrekkingen” omdat de evoluties niet vertekend worden door eventuele facturatie- en boekingsproblemen op het terrein. De verdeling van de uitgaven per gewest is gebaseerd op de woonplaats van de verzekerde. In sommige gevallen beschikt het ziekenfonds niet over de woonplaats van de patiënt. Deze uitgaven komen dan in de rubriek “onverdeeld”. Het percentage aan onverdeelde uitgaven is echter zeer miniem. Globaal gezien werd in 2009 een tussenkomst voorzien voor 4 342 391 kilometers en in 2010 voor 5 199 533 kilometers. Het is logisch dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als stedelijke agglomeratie een relatief laag aandeel heeft in het totaal aantal kilometers. Het grootste gedeelte van het dringend ziekenvervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest situeert zich binnen een straal van 10 kilometer. |