| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2011-2012 | Zitting 2011-2012 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 7 février 2012 | 7 februari 2012 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-5533 | Schriftelijke vraag nr. 5-5533 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
au secrétaire d'État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique |
aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Bruxelles - Fonctionnaires fédéraux - Système de location de vélos - Villo - Vélos de service | Brussel - Federale ambtenaren - Fietsenverhuursysteem - Villo - Dienstfietsen | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Région de Bruxelles-Capitale transport urbain véhicule à deux roues ministère fonction publique |
Hoofdstedelijk Gewest Brussels stadsvervoer tweewielig voertuig ministerie overheidsapparaat |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-5533 du 7 février 2012 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-5533 d.d. 7 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
En réponse à une question que j'ai posée antérieurement (5-4779) sur le nombre de vélos de service utilisés par les administrations fédérales, le secrétaire d'État a indiqué que la plupart des administrations de la Région de Bruxelles-Capitale utilisent le système de location de vélos Villo. Ce serait plus pratique que les propres vélos de service de l'administration (pour autant qu'ils soient disponibles). Je souhaite poser les questions suivantes à ce sujet : 1) Le secrétaire d'État pense-t-il que le système Villo et/ou de vélos de service doit être encouragé par les divers services publics fédéraux (SPF) et services publics de programmation (SPP) ? Est-il disposé à le promouvoir et à aborder la question au sein du Collège des Présidents ? 2) A-t-il une idée de l'ampleur de l'utilisation de ces vélos par les fonctionnaires fédéraux ? De combien d'abonnements Villo les différents SPF et SPP disposent-ils ? 3) Les fonctionnaires peuvent-ils également utiliser leur abonnement à des fins privées ? 4) L'autorité a-t-elle pu, en tant que gros client, et donc, promoteur du système, conclure un contrat avantageux avec JCDecaux ou avec la Région de Bruxelles-Capitale ? |
In zijn antwoord op mijn eerdere vraag (5-4775) over het aantal dienstfietsen in gebruik door de federale administraties, stelde de staatssecretaris dat de meeste administraties gebruik maken van het Villo-fietsenverhuursysteem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit zou praktischer zijn dan de eigen dienstfietsen (voor zover beschikbaar). Hierbij de volgende bijkomende vragen: 1) Is de geachte staatssecretaris van mening dat het gebruik van het Villo-systeem en/of diensfietsen door de verschillende Federale Overheidsdiensten (FOD) en Programmatorische Overheidsdiesnte (POD) moet worden aangemoedigd? Is hij bereid om dit te promoten en aan te kaarten binnen het College van Voorzitters? 2) Heeft hij een idee van de omvang van het gebruik van deze fietsen door de federale ambtenaren? Kan hij mij vertellen over hoeveel Villo-abonnementen de verschillende FOD's en POD's beschikken? 3) Mogen ambtenaren hun abonnement ook voor privédoeleinden gebruiken? 4) Heeft men daarbij als grote afnemer en dus promotor van het systeem een voordelig contract kunnen afsluiten met JDDecaux of met het Brussels Hoofdstedelijke Gewest? |
||||||||
| Réponse reçue le 2 mars 2012 : | Antwoord ontvangen op 2 maart 2012 : | ||||||||
1. C’est précisément au sein du Collège des Présidents de Comité de Direction que l’idée a été débattue. Une demande syndicale était de consacrer des moyens à l’achat de vélos propres à l’administration fédérale. En Collège, les Présidents ont estimé que ce n’était pas la bonne solution. Plusieurs d’entre eux ont fait écho à l’utilisation des vélos “Villo”. Ma réponse à votre question avait pour source ce débat, le Président du Service public fédéral (SPF) Personnel et Organisation étant à ce moment aussi président du Collège. 2. Il n’existe pas de relevé de l’usage de ces vélos. L’information devrait être demandée auprès de chaque SPF. 3. L’usage privé d’un abonnement pose une double question. La première est liée au coût: il ne serait pas acceptable de voir les coûts augmenter du fait de l’usage privé. L’argent du contribuable ne peut financer un usage privé, à moins que ce ne soit prévu dans le cadre d’une disposition réglementaire le permettant explicitement. La seconde est liée à la fiscalité : même si le coût n’était pas affecté par l’usage privé, par exemple lorsque des abonnements sont forfaitaires, cet usage privé devrait être traité pour ce qu’il est à savoir un avantage en nature. Une fois encore, il ne me semble pas relever de mon niveau de compétences de traiter ce genre de questions qui doivent être gérées en toute autonomie par les managers. 4. Quant à l’idée d’obtenir des tarifs préférentiels, la loi sur les marchés publics nous obligerait pour cela à lancer un marché. Nous souhaitons en effet recourir de plus en plus aux contrats communs pour l’ensemble des organisations fédérales. |
1. Het is net in het College van de Voorzitters van een directiecomité dat het idee werd aangekaart. Een vraag van de vakorganisaties betrof het uittrekken van middelen voor de aankoop van eigen fietsen bij de federale overheid. In het College waren de voorzitters van oordeel dat dit niet de juiste oplossing was. Verscheidene onder hen verwezen naar het gebruik van de "Villo"-fietsen. Mijn antwoord op uw vraag vond haar oorsprong in deze discussie, daar de voorzitter van de Federale Overheidsdienst (FOD) Personeel en Organisatie op dat ogenblik ook voorzitter van het College was. 2. Er bestaat geen overzicht van het gebruik van deze fietsen. De informatie dient bij elke FOD opgevraagd te worden. 3. Het privégebruik van een abonnement leidt tot twee vragen. De eerste houdt verband met de kostprijs: het is niet aanvaardbaar dat de kostprijs verhoogt omwille van het privégebruik. Het geld van de belastingbetaler mag niet dienen om privégebruik te financieren, behalve als dit door een reglementaire bepaling uitdrukkelijk wordt toegestaan. De tweede houdt verband met de fiscaliteit: zelfs indien de kostprijs niet beïnvloed wordt door het privégebruik, bijvoorbeeld als de abonnementen forfaitair zijn, moet dit privégebruik gezien worden als wat het is: namelijk een voordeel in natura. Ik herhaal dat het niet tot mijn bevoegdheid behoort om dit soort vragen, die volledig autonoom door de managers opgelost moeten worden, te behandelen. 4. Wat het idee om voordelige tarieven te bekomen betreft, verplicht de wet inzake de overheidsopdrachten ons hiervoor een opdracht uit te schrijven. We wensen inderdaad steeds meer gebruik maken van gezamenlijke contracten voor alle federale organisaties. |