SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
6 février 2012 6 februari 2012
________________
Question écrite n° 5-5516 Schriftelijke vraag nr. 5-5516

de Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________________
Secteur textile - Prépension - Indemnités complémentaires - Dettes Textielsector - Brugpensioen - Aanvullende vergoedingen - Schulden 
________________
industrie textile
retraite anticipée
fonds de sécurité d'existence
textielindustrie
vervroegd pensioen
fonds voor bestaanszekerheid
________ ________
6/2/2012Verzending vraag
8/3/2012Antwoord
6/2/2012Verzending vraag
8/3/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-5516 du 6 février 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5516 d.d. 6 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans les années 80, l’État a accordé, dans le cadre du plan Textile quinquennal, des indemnités de prépension complémentaires aux travailleurs licenciés de ce secteur. Sur une dette de 74.092.321,97 euros, les fonds de sécurité d'existence concernés n'avaient remboursé que3.588.806,67 euros à l’État fin 2010. L’administration considère que le solde est irrécouvrable et la Cour des comptes a dès lors prié le ministre de l’Économie de prendre une décision pour trouver une solution légale définitive à ce problème persistant.

1) Pourquoi la dette est-elle considérée comme irrécouvrable ?

2) Quelles mesures le ministre a-t-il déjà prises pour aboutir à une « solution légale définitive » ?

3) En quoi la « solution légale définitive » consiste-t-elle précisément ? Une annulation des dettes non encore acquittées ?

 

In de jaren tachtig kende de Staat in het kader van het vijfjarenplan voor de textielsector aanvullende vergoedingen voor brugpensioen toe aan de ontslagen werknemers uit de sector. Op een uitstaande schuld van 74.092.321,97 euro hadden de betrokken fondsen voor bestaanszekerheid eind 2010 slechts 3.588.806,67 euro aan de Staat terugbetaald. De administratie beschouwt het saldo als oninvorderbaar en het Rekenhof verzocht de minister van Economie dan ook een beslissing te nemen om voor dat aanslepende probleem een definitieve wettelijke oplossing te bieden.

1) Waarom wordt die schuld als oninvorderbaar beschouwd?

2) Welke maatregelen heeft de minister reeds genomen om tot een "definitieve wettelijke oplossing" te komen?

3) Wat houdt de bedoelde "definitieve wettelijke oplossing" juist in? Een kwijtschelding van de nog openstaande schulden?

 
Réponse reçue le 8 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 8 maart 2012 :

1 ) Même avec le rythme initial de remboursement, cela durerait quatre à cinq siècles avant que cette dette ne soit intégralement remboursée. Si l’on considère qu’une partie de cette dette ne peut pas être fixée avec précision, qu’entretemps, tous les comités paritaires concernés ont dès lors interrompu le remboursement et que le secteur du textile, vu la conjoncture économique très difficile depuis plusieurs années, ne peut plus fournir d’effort supplémentaire, le terme “irrécupérable” n’est pas excessif.

2) Il n’a pas été possible de trouver une solution légale définitive pour le gouvernement qui était en affaires courantes. Nous allons maintenant nous y atteler.

3) Une des solutions envisageables serait en effet que le Conseil des ministres décide une remise des dettes encore ouvertes.

1) Zelfs met het aanvankelijk ingezette terugbetalingsritme zou het nog vier tot vijf eeuwen duren voor de volledige schuld is terugbetaald. Als je weet dat een deel van de schuld eigenlijk niet met precisie kan worden vastgesteld, dat intussen alle betrokken paritaire comités de terugbetalingen mede daarom hebben stopgezet en dat de textielsector in de zeer moeilijke economische conjunctuur van de laatste jaren onmogelijk bijkomende inspanningen kan leveren, dan is de term “oninvorderbaar” niet overdreven.

2) Een definitieve wettelijke oplossing was niet mogelijk binnen een regering lopende zaken. Daar zal nu werk van worden gemaakt.

3) Een van de mogelijke manieren om dit op te lossen is inderdaad dat de ministerraad beslist tot kwijtschelding van de openstaande schulden.