SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
25 janvier 2012 25 januari 2012
________________
Question écrite n° 5-5368 Schriftelijke vraag nr. 5-5368

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Autos - Roue de secours - Kit de réparation - Conséquences - Politique Auto - Reservewiel - Herstelkit - Gevolgen - Beleid 
________________
automobile
pneumatique
équipement de véhicule
automobiel
luchtband
automobieluitrusting
________ ________
25/1/2012Verzending vraag
5/3/2012Antwoord
25/1/2012Verzending vraag
5/3/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-5368 du 25 janvier 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5368 d.d. 25 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

A l'occasion du Salon de l'Auto, le Vlaamse Automobilisten Bond (VAB) a mené une enquête relative au nombre et à la qualité des roues de secours dans les véhicules neufs.

Les résultats sont clairs mais peut-être inquiétants :

80% des véhicules neufs ne sont pas équipés d'une véritable roue de secours;

Jusqu'en 2007, huit véhicules sur dix en étaient équipés;

A peine 15% des véhicules neufs sont équipés aujourd'hui d'une « galette », un substitut de roue qui sert temporairement pour rouler jusque chez soi ;

58% des voitures ne sont équipées que d'un kit de réparation .

Une panne de voiture sur six trouve son origine dans une crevaison. C'est non seulement une situation qui présente non seulement des désagréments mais aussi des risques. Il semble que les constructeurs automobiles abandonnent la véritable roue de secours pour des raisons de coût, de poids et d'espace.

Mes questions sont les suivantes :

1) Que pense le secrétaire d'État des résultats de l'enquête du VAB qui met en évidence la diminution drastique du nombre de véhicules équipés d'une véritable roue de secours ? Quelle importance le secrétaire d'État accorde -t-il à la présence d'une véritable roue de secours dans les automobiles ?

2) Envisage-t-il une directive voire une obligation d'équiper toutes les voitures d'une véritable roue de secours ? Dispose-t-il d'études ou d'avis sur cette question ?

 

Naar aanleiding van het Auto- en Motorensalon, verricht de Vlaamse Automobilisten Bond (VAB) een onderzoek naar het aantal en de kwaliteit van de reservewielen bij nieuwe auto's.

De resultaten klonken duidelijk maar misschien verontrustend:

- 80 % van de nieuwe wagens hebben geen volwaardig reservewiel;

- Tot 2007 beschikten acht op de tien wagens nog over zo'n volwaardig reservewiel;

- Amper 15 % van de nieuwe wagens beschikt nu over een zogenaamd "thuisbrengertje", een tijdelijke maar onvolkomen substituut voor een gewoon wiel;

- 58 % van de wagens moet zich behelpen met een zogenaamde "herstelkit".

Een lekke band zorgt voor één op de zes pechproblemen met wagens. Het euvel veroorzaakt heel wat ongemak maar zeker ook onveiligheid. Blijkbaar laten de autoconstructeurs het volwaardige reservewiel vallen omwille van kosten, besparing van gewicht en dito van ruimte.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe evalueert de geachte staatssecretaris de onderzoekscijfers van de VAB over de drastische vermindering van het aantal nieuwe auto's met een volwaardig reservewiel? Hoe belangrijk vindt de staatssecretaris de aanwezigheid van een volwaardig reservewiel in auto's?

2) Overweegt hij een richtlijn of zelfs een verplichting om alle auto's uit te rusten met een volwaardig reservewiel? Beschikt de hij hieromtrent over onderzoeksmateriaal of adviezen?

 
Réponse reçue le 5 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 5 maart 2012 :

1/ Il n’existe aucune obligation légale, tant sur le plan national qu’européen, d’équiper un véhicule d’une roue de secours. 

À l’heure actuelle, un automobiliste est victime d’une crevaison en moyenne tous les 120 000 km. De ce fait, les constructeurs automobiles choisissent de plus en plus d’équiper leurs nouveaux modèles d’un set de réparation. L’absence de roue de secours permet de gagner facilement 50 litres de capacité de chargement supplémentaire et ainsi de diminuer le poids et donc la consommation de carburant. Un set de réparation pèse tout au plus 2 kilos, une roue de secours environ 10 fois plus. Une voiture munie d’une roue de secours voit dès lors sa consommation augmenter facilement de 0,2 litres aux 100 kilomètres, ce qui nuit à l'environnement. 

2/ L'introduction d’une telle obligation par la Belgique au niveau des homologations européennes ne me semble pas souhaitable. L’industrie,  de son côté, n’est pas favorable au niveau national à une telle initiative discordante. Et ce d’autant plus que le marché des véhicules au niveau européen tend à devenir le plus possible harmonisé.

1/ Er is geen enkele wettelijke verplichting noch op nationaal vlak noch op Europees vlak om een voertuig uit te rusten met een reservewiel.

Tegenwoordig krijgt een automobilist gemiddeld nog maar eens in de 120 000 km een lekke band. Hierdoor kiezen de autofabrikanten er meer en meer voor om hun nieuwe modellen af te leveren met een reparatieset. Zonder reservewiel wint men al snel 50 liter extra laadruimte. Ook scheelt het gewicht en dus brandstof. Zo een reparatieset weegt hooguit 2 kilo, een reservewiel bijna het tienvoudige. Een auto die uitgerust is met een reservewiel verbruikt dan ook al gauw 0,2 liter extra brandstof per 100 kilometer, wat dan weer gunstig is voor het milieu.  

2/ Het eenzijdig invoeren van een verplichting voor Europees goedgekeurde voertuigen lijkt mij niet wenselijk. De industrie van haar kant is geen voorstander dat er dergelijke nationale, en dus  afwijkende, initiatieven worden uitgewerkt. Bovendien is de huidige tendens dat de voertuigmarkt op Europees vlak zo veel mogelijk dient geharmoniseerd  te worden.